Bescherming voor kustplaatsen
De ministerraad heeft vandaag ingestemd met een voorstel van
staatssecretaris Melanie Schultz van Haegen van Verkeer en Waterstaat
om het beschermingsniveau in bestaande buitendijkse woongebieden aan
de kust op het huidige niveau te houden. Het kabinet wil hiermee
woongebieden die vóór de waterkeringen aan de kust liggen beschermen
tegen zeespiegelstijging als gevolg van klimaatverandering. Hiermee
wil het kabinet economische ontwikkeling in de kustplaatsen
versterken.
De beslissing van het kabinet is belangrijk voor dertien badplaatsen,
Zandvoort, Katwijk, Vlissingen, Kijkduin, Noordwijk, IJmuiden,
Cadzand, Scheveningen, Egmond aan Zee, Bergen aan Zee, Ameland,
Vlieland en Terschelling. Het behoud van de huidige bescherming biedt
zekerheid en is daarmee gunstig voor investeringen in deze
toeristische trekpleisters. Omdat de dertien kustplaatsen heel
verschillend zijn, geldt er in iedere kustplaats een ander
beschermingsniveau. Om het huidige niveau van bescherming te behouden
brengt Rijkswaterstaat waar nodig extra zand aan. Zandsuppleties
vinden toch al plaats voor het vasthouden van de positie van de
kustlijn.
Als de kustgemeenten meer bescherming willen dan het huidige niveau is
dat voor eigen rekening. Dat geldt ook voor nieuwe ontwikkelingen
buiten het bebouwde gebied of voor situaties waar al afspraken zijn
gemaakt over de bescherming.
Ministerie van Verkeer en Waterstaat