Gemeente Delft

Delft investeert komende jaren E 429.000 extra in een aanpak voor ouders die de jeugdgezondheidszorg mijden, uitbreiding van schoolmaatschappelijk werk op basisscholen en voortgezet onderwijs, en begeleiding van jongeren en hun ouders bij beginnend crimineel gedrag.

Delft krijgt dit bedrag uit de zogenaamde impuls-regeling van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Met dit geld worden de jeugdgezondheidszorg (JGZ)-teams uitgebreid met meer schoolmaat-schappelijk werkers en opvoedadviseurs. Zo zijn vanaf september 2006 alle basisscholen in Delft voorzien van schoolmaatschappelijk werk. Ook in het voortgezet onderwijs wordt deze discipline uitgebreid. Daarnaast kunnen de JGZ-teams met het extra geld actief contact zoeken met zestig gezinnen die de jeugdgezondheidszorg momenteel mijden. Ten derde wordt het geld ingezet om vijftien jongeren (12-16 jaar) en hun ouders per jaar bij grensoverschrijdend en beginnend crimineel gedrag intensief te begeleiden.

Gemeenten hebben samen met uitvoerende partijen de taak om risico's bij opvoeden en opgroeien van kinderen, jongeren en hun gezinnen te voorkomen, te verminderen en de juiste hulp te bieden. Belangrijk hierin is ondersteuning bij opvoeding. Dit vraagt om goede samenwerking en dat is voor Delft niet nieuw. Ouders en kinderen van 0 tot 19 jaar kunnen voor zorg- en opvoedvragen terecht bij het JGZ-team. Het team bestaat uit verpleegkundigen, artsen en assistenten van het consultatiebureau (Maatzorg/ de Werven), de GGD, schoolmaatschappelijk werk (MEE) en het opvoedadvies (Stichting Kwadraad). Delft heeft sinds eind 2003 twee JGZ-teams in de wijken Wippolder en Buitenhof. Op 14 december 2005 start het derde JGZ-team in de wijk Tanthof. In de eerste helft van 2006 volgen de wijken Vrijenban en Voorhof. In 2007 hebben alle 7 wijken een JGZ-team.

De ministeries van VWS en Justitie hebben besloten voor de periode van 2005 tot en met 2007 aan 51 gemeenten geld ter beschikking te stellen voor het versterken van het aanbod en de organisatie van de opvoed- en gezinsondersteuning. Vier grote gemeenten zijn al in 2004 gestart en nu sluiten 47 andere gemeenten aan, waaronder Delft. Voor Delft is voor de gestelde periode een bedrag beschikbaar gesteld van E429.000. De periode tot en met 2007 is een leerperiode. Samen met de gemeenten wil het rijk in deze periode bekijken welke methoden en lokale structuren het meest effectief zijn om risicogezinnen en jeugdigen te begeleiden. Na 2008 besluit het rijk hoe het beleid voortgezet kan worden.

Noot voor de redactie: (

Gemeente Delft