Nieuws
30 nov 2005 - Inbreng Balemans Begroting OCW
Begroting Ministerie van OCW (30 300 VIII) Inbreng Eric Balemans, VVD
Plenair debat, 30 november-1 december 2005
INLEIDING
Voor de VVD staat in het onderwijs het kind centraal. Zij vragen om goed
onderwijs. Zij moeten goed onderwijs krijgen. Daar heb je ook goede
docenten voor nodig. Dat alles moet plaatsvinden in een school die veilig
is met een prettig leef- en werkklimaat.
Wat is het perspectief in 2015? Wat moeten we in 2005 daarvoor doen? Dat
zijn de twee centrale thema's van de VVD bij het debat over de
onderwijsbegroting voor 2006 en verder.
1. HET PERSPECTIEF IN 2015
In 2015 heeft Nederland een verantwoorde vorm van modern onderwijs. Dat
betekent een hoger kennisniveau, diversiteit in het onderwijs, maatwerk
voor leerlingen waardoor talenten floreren en onderwijs dat gegeven wordt
door vakinhoudelijk en didactisch sterke docenten.
In 2015 behoren de onderwijsachterstanden bij leerlingen tot het verleden
en is het aantal jongeren dat de school verlaat zonder startkwalificatie
of diploma praktisch tot nul gedaald. Het bedrijfsleven heeft in 2015 een
belangrijke invloed gekregen op het curriculum zoals dat op de scholen,
vooral in het beroepsonderwijs, bestaat. Het gevolg hiervan is een
naadloze overgang van school naar werk. Het VMBO bestaat niet meer. Er is
beroepsonderwijs, dat begint na de basisschool en eindigt met een
beroepsdiploma op zak. Het oude VMBO en het oude MBO sluiten nu in alles
op elkaar aan en vormen respectievelijk de onderbouw en de bovenbouw van
het beroepsonderwijs naar analogie van het VWO.
In 2015 wordt er voor het eerst in de onderwijshistorie nauwelijks meer
geklaagd over de gebrekkige aansluiting tussen het voortgezet onderwijs
en het hoger onderwijs. De bijna dogmatische discussie over het "nieuwe
leren" is afgelopen. De goede elementen zijn opgenomen in het onderwijs
en de gebakken lucht is verdampt. Kennis en vaardigheden zijn in de
onderwijsprogramma's in overeenstemming met elkaar.
In 2015 is ook het maatschappelijk aanzien van de docent hoog. Het
onderscheidt tussen eerste- en tweedegraads leraren is verdwenen en de
opleiding tot leraar is pittig. Hierdoor is een carrière binnen het
onderwijs interessanter en flexibel geworden. De docent is in de eerste
plaats docent, overdrager van kennis, vaardigheden en cultuur.
In 2015 zijn de machtsverhoudingen veranderd, na de invoering van "good
governance" en de nieuwe medezeggenschap. De positie van leerlingen,
ouders en docenten is versterkt en schoolbesturen leggen aan hen
transparant verantwoording af. Het zijn geen dromen maar een perspectief
waar de VVD naar toe wil. Om daar te komen zullen we nu al keuzen gaan
maken.
2. ONDERWIJS IN 2005, WAT VERGT EXTRA AANDACHT?
2.a. Zorg voor de zwakke leerlingen
Veel leerlingen vinden ook binnen het huidige onderwijs goed de weg naar
kennis, vaardigheden met als beloning een diploma. Er zijn echter ook
leerlingen die extra aandacht nodig hebben en die het niet zullen redden
als wij hen niet een steun in de rug geven.
ONDERWIJSACHTERSTANDEN
Vorige week heeft de Tweede Kamer knopen doorgehakt als het gaat om de
nieuwe gewichtenregeling en de bestrijding van onderwijsachterstanden.
Mijn fractie ondersteunt het beleid dat het kabinet voert. Er is wel een
vraag blijven liggen. Wat is de reactie van de minister op de
stellingname van de provincie Friesland?
VOORTIJDIG SCHOOLVERLATEN
Ook is vorige week gesproken over de aanpak van voortijdig
schoolverlaten. De Kamer had geen nieuwe onderzoeken meer nodig en
gekozen voor enerzijds een kwalificatieplicht, populair gezegd een
diplomaplicht, voor jongeren tot 18 jaar en daarnaast voor een
leerwerkplicht van 18 tot 23 jaar. We hebben dus forse tijdwinst geboekt.
Jongeren volgen dus of onderwijs of hebben een betaalde baan. Wanneer kan
de Kamer de noodzakelijke wetsvoorstellen verwachten van de minister?
DOVE KINDEREN (amendement Balemans cs)
Er zijn ook leerlingen die om een andere reden onze aandacht hard nodig
hebben. Kinderen met een doofheid of gehoorstoornis. Voor hen is kennis
vergaren niet gemakkelijk, omdat de leermiddelen voor hen niet met
hetzelfde gemak uit de boekenkast zijn te trekken zoals ik dat doe bij
mijn dochtertjes. Vaak staan we er niet bij stil en het zijn niet de
ouders van dove kinderen die luidruchtig het Malieveld of het Binnenhof
bestormen. Een tijdje terug hebben deze getalenteerde kinderen een
hartverwarmend beroep op de politiek gedaan. Dat is de reden waarom de
VVD het initiatief heeft genomen tot het amendement om FODOK, de
organisatie van ouders van dove kinderen, 100.000 euro toe te delen voor
de ontwikkeling van leermiddelen. De begroting laat echter slechts toe om
dit voor het komend jaar te regelen.
Is de minister bereid om te zoeken naar een structurele financiering van
FODOK?
2.b. De positie van de leraar
Nu al hebben we een tekort aan schooldirecteuren in het primair
onderwijs. In de periode 2007-2011 komt er een enorme pensioengolf aan
met als gevolg een tekort aan leraren. Hoe denkt de minister het carrière
perspectief te bieden om goede mensen het onderwijs in te laten stappen?
Op dit moment is er werkloosheid onder leraren. Straks hebben we een
groot tekort. Hoe staat het met de uitwerking van het voorstel van D66 om
de jonge werkloze leraar van nu tijdelijk boventallig op scholen aan te
stellen?
2.c. Veiligheid op school
Kinderen moeten zich veilig voelen op school. Scholen zijn verplicht
aandacht te besteden aan een veilig schoolklimaat. De Onderwijsinspectie
ziet toe op het schoolbeleid met betrekking tot veiligheid. Leraren en
leerlingen hebben nog steeds te maken met geweldsincidenten. Uit angst
voor nog meer geweld of het krijgen van een slechte naam van de school
komt niet alles naar boven en kan er dus ook niet altijd wat aan gedaan
worden. Ook mij worden dingen anoniem verteld door leraren, leerlingen en
ouders.
MELDPLICHT SCHOLEN VAN GEWELD
Uit recent verschenen onderzoek blijkt dat leerlingen die zich binnen de
school ernstig misdragen, ook vaak buiten de school crimineel gedrag
vertonen. De politie is niet vanzelfsprekend op de hoogte van het
wangedrag van jongeren in de school. De plaats waar de meeste problemen
zichtbaar worden, is de school.
Scholen hebben op dit moment niet de plicht geweldsincidenten te melden.
In februari van dit jaar heeft directeur-generaal Kervezee van de
Onderwijsinspectie aangegeven tegen een meldplicht voor scholen te zijn,
maar desondanks wél registratie van incidenten op de school zelf bepleit
en meer openheid over geweld op school. Maar daarmee komt niet alles
boven water en kan niet alles hard worden aangepakt. Een meldplicht zou,
volgens Kervezee, ingaan tegen het beleid van minder regels voor scholen.
De VVD stelt voor om een meldplicht voor scholen in te voeren als het
gaat om:
a) geweldsincidenten (ook bedreigingen)
b) problematisch spijbelgedrag (na pogingen dit met leerling en ouders op
te lossen)
Jeugdzorg en justitie moeten zo een compleet beeld van de problematiek
krijgen en in kunnen grijpen. Ja, het is een extra regel. Met een
meldingsplicht krijgen we wel alles boven water en kan er worden
opgetreden. Geweld op scholen is onacceptabel voor de VVD. Ook dat zijn
normen en waarden. Wat is de reactie van de minister op dit voorstel?
2.d. Beroepsonderwijs en het bedrijfsleven
Ongeveer 600 jaar geleden hadden we de Gilden. Scholing van jongeren
gebeurde direct op de werkvloer. Beroepsonderwijs en bedrijfsleven waren
één! Nu wil de VVD niet terug naar het jaar 1405, integendeel we willen
naar 2015 kijken. De gilden zijn wel de metafoor voor een bedrijfsleven
dat zich veel verantwoordelijker moet gaan voelen voor het
beroepsonderwijs. En ook de BVE-sector (het beroepsonderwijs) moet niet
te bang zijn om de deuren open te zetten voor het bedrijfsleven.
Het onderwijsprogramma moet veel meer afgestemd worden op het
bedrijfsleven. Bedrijfsleven en onderwijsinstelling bepalen samen het
onderwijsprogramma waarin flexibiliteit voor de leerling in het
perspectief van de arbeidsmarkt centraal staat. De MetaalUnie en het
Albeda College in Rotterdam hebben een fantastische aanpak Door de
gescheiden werelden van onderwijs en bedrijfsleven in elkaar te schuiven
is er wel sprake van leren op de werkplek. Het heeft geleid tot het
oprichten van OBM (OpleidingsBedrijf Metaal).
Wat vindt de staatssecretaris van dit nieuwe concept? Is hij bereidt om
het bedrijfsleven meer zeggenschap te geven in het onderwijsprogramma van
het MBO?
Het bedrijfsleven stuit vaak op enorme bureaucratie en stapels
papierwerk. Is de staatssecretaris bereidt om ook de erkenning van
leerbedrijven te herzien zodat meer bedrijven hun werkvloer kunnen delen
met de leerlingen?
De aansluiting van VMBO op MBO is onvoldoende gelet op de grote
verschillen in onderwijsprogramma's en de hoge schooluitval in de eerste
twee jaren van het MBO. Wat de VVD betreft moet het VMBO nadrukkelijker
vastgeklonken worden aan het MBO. Amsterdam heeft een goed voorbeeld waar
door een verticale fusie van ISA (VMBO) en ROC ASA (MBO) de drempels
worden geslecht, het onderwijsprogramma op dezelfde leest geschoeid wordt
waardoor echt doorlopende leerlijnen in het beroepsonderwijs ontstaan.
Een beroepsonderwijs met VMBO als onderbouw en MBO als bovenbouw. De
minister heeft dit Amsterdamse initiatief toegestaan.
Is de minister bereid om ook andere VMBO's en MBO's, als zij dat zelf
willen, de ruimte te bieden om de Amsterdamse weg in te slaan?
2.e. Voor- en naschoolse kinderopvang (motie Van Aartsen, Bos)
De VVD heeft met haar plan voor de voor- en naschoolse opvang zoals
vastgelegd in de motie Van Aartsen/Bos het oogmerk om een eind te maken
aan het gesjouw met de kinderen en de onrust die dat betekent voor zowel
kinderen als ouders. Scholen worden per 1 januari 2007 verplicht om
hetzij voor- en naschoolse opvang te bieden hetzij faciliteiten te bieden
waardoor andere partijen dat kunnen bieden. Het schoolgebouw en het
schoolterrein komen hiervoor ook ter beschikking.
De VVD kiest voor kinderen en ouders. Voor hen moeten we de belemmeringen
wegnemen om te leren, te spelen en te werken.
Het kabinet voert de motie uit en het onderwijsveld bestrijdt niet langer
het principe van de motie Van Aartsen/Bos en beide willen meewerken met
ons om het goed te regelen. De VVD wil een invulling van naschoolse
kinderopvang gebaseerd op kwaliteit voor de kinderen en betaalbaarheid
voor de ouders. Ouders zijn de vragende partij en staan dus wat de VVD
betreft aan het roer. Mijn fractie is niet overtuigd dat dit via de
medezeggenschap moet lopen of een constructie waarbij alle financiële
lasten op de schouders van de ouders komen te liggen. Ja, er moet veel
gebeuren en er is extra geld nodig. De VVD heeft de eerste stap gezet met
haar plan en is ook bereid om de tweede stap van de noodzakelijke
financiering te zetten. Zorgvuldig invoeren, maar wel zonder
vertragingstactieken van dikke rapporten en eeuwig overleg. 1 januari
2007 staat en dat kan ook.
Kijk eens hoe ouders en scholen dit al realiseren. Niet alleen in
Denemarken maar ook in Nederland. Gisteren was ik op de openbare
basisschool "De Notenkraker" in Ypenburg.
Een fantastisch voorbeeld van hoe je de naschoolse opvang goed kunt
regelen. Ouders in gesprek met een directeur en leraren van een school
die het vanzelfsprekend vinden dat een schoolgebouw van iedereen is en
ook na drie uur beschikbaar moet. Een school die wensen van ouders
vervult en zorgt voor goede mensen die activiteiten organiseren voor
kinderen op school, in buurthuis en wijkbureau en samen met de
sportverenigingen kinderen ook na school laat sporten. Van basketbal tot
ballet. En van knutselen tot muziek. In de avond staat de school zelfs
nog ter beschikking van ouders als zij willen sporten of andere
activiteiten willen organiseren. En het allerbelangrijkste: de kinderen
vinden het geweldig en de ouders zijn tevreden.
De "Notenkraker" in Ypenburg is een zeer goed voorbeeld van hoe het kan
met een hoge kwaliteit en enthousiaste mensen (waaronder ook leraren) die
het doen. We kunnen leren van de daadkracht, durf en creativiteit van de
"Notenkraker". Dan zijn er heel wat meer scholen klaar voor 2007 dan nu
door pessimisten gedacht wordt. De VVD en wij allemaal doen het toch voor
onze kinderen.
woensdag 30 november 2005
VVD