30-11-2005
Onderwerp
Veerman zegt steun toe aan veenweideboeren
P. Heemskerk
Tijdens zijn bezoek vandaag aan Nationaal Landschap Laag Holland zegde
minister Veerman (LNV) zijn steun toe aan de grote opgave waar vooral
de veenweideboeren voor staan. Als je het gebied vanuit de lucht ziet
is het een bonte lappendeken, merkte Veerman op. Je vraagt je dan af
hoe het überhaupt mogelijk is dat hier nog geboerd kan worden.
De minister liet weten dat het Rijk haar schouders zet onder het
ontwikkelen van een visie op het veenweidegebied. Van belang daarbij
vindt hij het herstellen van de relatie tussen stad en platteland: De
consument moet weer weten waar producten vandaan komen. In dit verband
wil hij zich inzetten om de gemeente Amsterdam te betrekken bij het
vormgeven van Nationaal Landschap Laag Holland.
Veerman sprak verder zijn lof uit over het nieuwe veenweidepakket dat
Laag Holland heeft ontwikkeld. De ministerie noemde dit een
fantastisch bewijs van samenwerking tussen natuurbeheerders en
boeren. Het veenweidepakket maakt het mogelijk om een goed beheer van
weilanden te koppelen aan een hogere vergoeding voor het leveren van
natuurdiensten door boeren.
Veerman wil eveneens een bijdrage leveren aan de grondbank, een ander
initiatief van Laag Holland. De bank richt zich op het realiseren van
structuurverbeteringen voor landbouw, natuur en andere functies. De
bank is onder meer een belangrijk middel om te komen tot
schaalvergroting van agrarische bedrijven. Hiertoe wordt grond
aangekocht en vervolgens in gunstige (erf)pacht uitgegeven aan boeren.
De grondbank start in 2006 en is in zijn opzet uniek voor Nederland.
Tijdens zijn bezoek kreeg Veerman het eerste exemplaar van Investeren
in behoud én ontwikkeling aangeboden. In deze uitgave schetst Laag
Holland de maatregelen die nodig zijn om het karakteristieke
polderlandschap van veenweiden en droogmakerijen te behouden en te
versterken.
Meer informatie: Dries van Eerden, tel 023 514 3726.
Achtergrond:
Minister Veerman heeft vandaag op uitnodiging van gedeputeerde P.
Poelmann van de provincie Noord-Holland en voorzitter J. Fokkens van
Laag Holland een bezoek gebracht aan Laag Holland, het natuurgebied
tussen Amsterdam, Zaandam, Purmerend en Volendam dat is uitgeroepen
tot Nationaal Landschap. De minister werd inzicht geboden in de
kansen en bedreigingen van dit bijzondere waterlandschap van
veenweiden en droogmakerijen, op slechts 15 kilometer van De Dam.
Nationaal Landschap Laag Holland is niet alleen bijzonder door haar
historische, oer-Hollandse karakter, maar te meer vanwege het
particulier natuurbeheer dat hier wordt bedreven als gevolg van een
zeer succesvolle publiek-private samenwerking Zo betaalt de overheid
de ondernemers (boeren) het verschil tussen landbouwopbrengsten en
opbrengsten als gevolg van natuurbeheer terug, om behoud van het
landschap te stimuleren. Komend jaar wordt ook een grondbank
geïntroduceerd. De overheid koopt hierbij land op en verpacht dit
tegen een lage prijs aan de ondernemers, onder voorwaarde van gezond
natuurbeheer en openstelling voor recreatie. Eén van de ondernemingen
die centraal stond in het bezoek van de minister is de Stadshoeve, van
de familie Hoeve in Zunderdorp, een boerderij die ook educatieve
programmas aanbiedt aan scholen uit de omgeving. Daarnaast werd een
bezoek gebracht aan de biologische melkschapenhouderij De Dikhoeve in
Ransdorp.
Kerngetallen Nationaal Landschap Laag Holland
Totale grootte: 54.000 ha (een derde van de gehele provincie
Noord-Holland)
Oppervlakte agrarische veenweidegebieden: 21.300 ha.
Reservaatgebied: 12.500 ha.
Habitatgebied: 5.300 ha.
Vogelrichtlijngebied: 4.600 ha.
UNESCO-gebied (Beemster en Stelling vanAmsterdam): 12.000 ha
Belvedère-gebied: 18.300 ha.
Aantal inwoners: 350.000
Nationaal Landschap: sinds 2004
Provincie Noord-Holland