Gemeente Leeuwarden

Gemeente: geen ad-hoc oplossing voor geldnood Cambuur

Bron: Gemeente Leeuwarden (30-11-2005)

De financiële nood bij BVO Cambuur Leeuwarden (verder te noemen Cambuur) is zo hoog opgelopen dat op korte termijn EUR 350.000 nodig is om de salarissen van de spelers tot en met de winterstop te kunnen uitbetalen. De voetbalorganisatie heeft aan de Friesland Bank het verzoek gedaan om het benodigde krediet te verstrekken. Om zekerheid te krijgen dat het bedrag in geval van faillissement van de BVO Cambuur-Leeuwarden kan worden terugbetaald heeft de Friesland Bank aan de gemeente Leeuwarden verzocht om woningbouw mogelijk te maken op gronden waarop nu het stadion is gevestigd. Burgemeester en wethouders van Leeuwarden willen hieraan niet meewerken omdat de gemeenteraad recentelijk heeft besloten tot herinrichting van het totale gebied rondom het Cambuurstadion. 'Bij verruimde bestemming moet de gemeente meewerken aan woningbouw als de nieuwe eigenaar ons daarop aanspreekt. We willen de regie op de ontwikkelingen in dit gebied niet kwijt raken. Zouden we nu instemmen met het verzoek van de Friesland Bank dan kiezen we voor een ad-hoc oplossing waarmee we de in gang gezette ontwikkeling/transformatie van het Cambuurstadion en omgeving blokkeren', aldus wethouder drs. Hetty Hafkamp in een toelichting op het collegebesluit.

Historie
De gemeente Leeuwarden heeft in de afgelopen jaren Cambuur-Leeuwarden met talrijke financiële injecties gesteund. In 1993 is het Cambuurstadion voor een symbolisch bedrag van 1 gulden overgedragen aan de Stichting Beheer Stadion Cambuur, later de Stichting Cambuur-Leeuwarden BVO. Gelijktijdig is een bijdrage in de kosten van de renovatie van het stadion verstrekt van EUR 2,7 miljoen (6 miljoen gulden). Deze renteloze en aflossingsvrije bijdrage wordt in veertig jaar kwijtgescholden. In 2000 is een lening van EUR 680.670 omgezet in een schenking. In hetzelfde jaar (2000) werd een renteloze lening verstrekt van EUR 340.335 om urgente liquiditeitsproblemen op te lossen. Verder is in 2000 als aanvulling op een door Cambuur geïnitieerde actie gericht op het verwerven van extra middelen bij publiek en bedrijven door de gemeente Leeuwarden nog EUR 465.000 geschonken en EUR 445.000 als renteloze lening verstrekt. In december 2003 is besloten om de twee renteloze leningen niet terug te vorderen. Hieraan is wel de voorwaarde verbonden dat met Cambuur een sponsorovereenkomst zou worden gesloten waarin het leveren van reële tegenprestaties door Cambuur-Leeuwarden wordt geregeld. Deze overeenkomst is inmiddels gesloten.

Ontwikkelingen gebied Cambuurstadion en omgeving Naast de verkoop in 1993 van het Cambuurstadion (zonder ondergrond) is aan de Stichting Beheer Stadion Cambuur ook de tot het stadion behorende grond in erfpacht afgestaan in combinatie met een recht van opstal voor een periode tot 31 december 2033 (voor een jaarlijkse erfpachtcanon van 1 gulden). De gronden onder het Cambuurstadion zijn dus in eigendom van de gemeente en in erfpacht uitgegeven aan de BVO Cambuur Leeuwarden. Om meer financiële armslag te kunnen krijgen heeft Cambuur eerst zelf de mogelijkheden voor commerciële bebouwing op gronden aansluitend aan het stadion onderzocht. Daarna zijn contacten gelegd met de Accolade/A7 Corporaties uit Heerenveen. Op voorstel van de gemeente is het aanvankelijke onderzoek verbreed: Kappler Architecten heeft een ruimtelijke studie verricht naar een stedelijke invulling voor het Cambuurstadion en de (ruime) omgeving daarvan. Deze ideeën (globaal: woningbouw en vernieuwing van het Cambuurstadion) zijn op 5 juli 2005 op een gezamenlijke informatiebijeenkomst doorgesproken met buurtbewoners en raadsleden. Door uitwerking van deze plannen zouden twee doelstellingen bereikt kunnen worden:


* door verkoop van het stadion aan de marktpartij (en inpassing van een groter stadion in de herstructureringsplannen) zou Cambuur zonder financiële bemoeienis van de overheid kunnen voortbestaan;
* daarnaast ontstaat een opwaardering van dit gebied.

De raad heeft ingestemd met de verdere uitwerking van deze plannen.

Uit deze gegevens moge blijken dat het reëel is dat de gemeente niet zonder meer is ingegaan op het verzoek van de Friesland Bank. De door de Friesland Bank verlangde verruiming van de bestemming zou betekenen dat de gemeente mee moet werken aan het realiseren van woningbouw op de gronden van het voetbalstadion in het geval het stadion zijn functie verliest. Wanneer deze situatie zich onverhoopt zou voordoen zal pas op dat moment door de gemeente een afweging worden gemaakt over het mogelijke gebruik van dit terrein. Dit zal altijd moeten gebeuren in samenhang met het naastgelegen gebied van Sportpark Cambuur. Kortom: de gemeente stond voor de afweging om Cambuur twee maanden vooruit te helpen in ruil voor een (wellicht jarenlange) onzekerheid rond de gebiedsontwikkeling voor het Cambuurstadion en haar omgeving.
Een ontwikkeling die juist mede ten doel heeft een structurele bijdrage te leveren aan het voorbestaan van de BVO Cambuur.