Federale regering Belgie
Vergadering van de Regeringen van Luxemburg en België
(2005-11-30)
Persdienst van de Eerste Minister
Vergadering van de Regeringen van Luxemburg en België, Kasteel van
Hertoginnedal,
30 november 2005
Op 30 november 2005 vond in het Kasteel van Hertoginnedal de
traditionele halfjaarlijkse gezamenlijke vergadering van de
Luxemburgse en Belgische Regering plaats. Deze 4de topontmoeting werd
reeds voorafgegaan door de eerste top van Gaïchel van 28 april 2004,
de top van Brussel van 21 december 2004 en de top in de Abdij van
Neumünster van 15 juli jongstleden.
Beide Regeringen hebben ideeën kunnen uitwisselen over een groot
aantal Europese actualiteitskwesties, onder meer met betrekking tot de
onderwerpen die op de agenda staan van de Europese Raad van 15 en 16
december 2005. Beide Regeringen hebben ook te kennen gegeven de hoop
te koesteren dat er snel een akkoord bereikt wordt inzake begroting
dat de ambities van de Europese Unie weerspiegelt, rekening houdend
met de verzuchtingen van de burgers. In de lijn van de filosofie die
halverwege in een onderzoek voorziet, hebben de Regeringen hun
gehechtheid aan een oplossing benadrukt die uitgaat van het voorstel
dat tijdens de Europese Raad van juni werd besproken en rekening houdt
met de belangen van de nieuwe lidstaten.
Beide Regeringen hebben ideeën uitgewisseld betreffende hun nationaal
hervormingsprogramma (in aanwezigheid van de vertegenwoordigers van de
Gewesten en de Gemeenschappen die in België betrokken worden bij het
uitstippelen van het hervormingsprogramma). Ze hebben vastgesteld dat
beide landen de Lissabonstrategie op gelijkaardige wijze benaderen.
Hierbij werd het belang van een beter partenariaat op het niveau van
de lidstaten beklemtoond, alsook de noodzaak van een communautaire
aanpak teneinde adequate antwoorden te kunnen verstrekken op de
gemeenschappelijke problemen waarmee de lidstaten van de Europese Unie
worden geconfronteerd.
De Regeringen verheugen zich ook over het overleg dat de drie landen
van de Benelux opgestart hebben teneinde de verlenging van het
baanbrekende Verdrag inzake Europese integratie, dat eindigt in 2010,
te onderzoeken.
Bij het doorlopen van de talrijke activiteiten inzake
grensoverschrijdende samenwerking, die op alle niveaus bestaan, hebben
de Regeringen de door de diverse instanties en besturen ontplooide
activiteiten kunnen beoordelen teneinde te werken aan de dagelijkse
verbetering van het welzijn van de bevolkingen.
Een van de hoofdbekommernissen in het kader van de samenwerking tussen
onze beide landen blijft de veiligheid. Onze beide landen kunnen zich
verheugen over de vlugge uitvoering van het Beneluxverdrag inzake
politiesamenwerking. Dit Verdrag werd ondertekend in 2004 en trad in
werking in het begin van dit jaar. Er bestaat een uitstekende
samenwerking tussen de verantwoordelijken van onze beide landen en de
Nederlandse verantwoordelijken die bijdraagt tot de voorbereiding van
de uitvoering van de verschillende aspecten van het Verdrag. Er werden
normen inzake de veiligheid van belangrijke persoonlijkheden
uitgewerkt en zeer binnenkort zullen onze ministers een protocol
betreffende de nadere regels voor gemengde patrouilles ondertekenen.
De komende maanden zullen onze ambtenaren voorrang geven aan de
diverse aspecten van de communicatie tussen onze politiediensten.
Ondertussen worden de eerste resultaten van het Verdrag voelbaar op
het terrein.
Bovendien wordt de samenwerking inzake crisisbeheer verder uitgebreid.
De verantwoordelijken van onze bevoegde instanties terzake ontmoeten
elkaar regelmatig. Momenteel is een samenwerkingsprotocol tussen de
crisiscentra van de drie landen in voorbereiding dat de komende
maanden ongetwijfeld ter ondertekening zal worden voorgelegd. Dit
samenwerkingsprotocol zal hoofdzakelijk tot doel hebben onze
structuren en procedures inzake crisisbeheer maximaal op elkaar af te
stemmen en de informatie-uitwisseling te waarborgen. Andere aspecten
inzake crisisbeheer waarvoor de samenwerking tussen onze beide landen
en Nederland wordt verstekt, zijn, onder meer, de cartografie en de
informatieverstrekking aan het publiek waarvoor een instrument in
voorbereiding is teneinde de crisiscommunicatie tussen onze
verantwoordelijke instanties te harmoniseren.
De gezondheid blijft een prioriteit van het bilaterale
samenwerkingsbeleid dat nog noodzakelijker geworden is ingevolge de
dreiging van de vogelgriep en de bekommernissen die ze oproept bij de
bevolking. De bevoegde Ministers hebben gewezen op de
beschermingsmaatregelen ten aanzien van de bevolkingen en zullen
toezien op de coördinatie van hun voorbereidingsplannen inzake
Pandemie. De Regeringen hebben zich uitgesproken voor een gezamenlijke
aanpak op Europees niveau, met inbegrip van het inbouwen van een
solidariteitsmechanisme.
Aangezien de vogelpest in dit stadium een epidemie vormt, zijn de
partijen er ook op bedacht om alle voorzorgsmaatregelen te nemen
inzake het houden van pluimvee, een belangrijke economische
voedingsmiddelensector. Beide Regeringen hebben de aandacht kunnen
vestigen op de goede samenwerking tussen de nationale
diergeneeskundige diensten.
De Regeringen zijn het erover eens om samen te werken in de
cosmetische sector in het kader van de werkzaamheden van de
internationale vergaderingen zoals het Permanent Comité voor
cosmetische producten of het Comité van deskundigen voor cosmetische
producten. De inspectiediensten zullen, in het kader van het toezicht
op de Belgische en Luxemburgse markten, informatie uitwisselen over de
verrichte controles en de resultaten ervan, met name de
onderzoeksresultaten van de cosmetische producten, de vastgestelde
gebreken en de onwettige invoer.
Er werd een nauwe samenwerking opgestart inzake biociden en
geneesmiddelen.
Inzake mobiliteit en vervoer, biedt het project EUROCAPRAIL, dat tot
de prioritaire transeuropese projecten behoort, de mogelijkheid om de
onthaalsteden van de Europese instellingen met elkaar te verbinden
terwijl de talrijke grensarbeiders evneeens gebruik zullen kunnen
maken van een meer kwalitatieve dienstverlening.
België en het Groothertogdom Luxemburg verheugen zich over de
vooruitgang die het afgelopen jaar werd geboekt. Op Luxemburgs
initiatief, werd het idee van de oprichting van een financiële groep
nieuw leven ingeblazen. De eerste vergadering vond plaats in Luxemburg
op 20 september 2005. De beide Ministers van Mobiliteit, de heer
Renaat Landuyt en de heer Lucien Lux die op 5 oktober 2005 in
Luxemburg zijn samengekomen, hebben bevestigd dat zij het project
RTE-T, EuroCapRail prioritair wensen uit te uitvoeren. De heer Landuyt
heeft de aandacht gevestigd op het vaste voornemen aan Belgische zijde
om de moderniseringswerken van de betrokken lijn uit te voeren. Een
beslissing over de financiering van deze onderneming zal beschikbaar
zijn tegen het eerste semester 2006. De consultant STRATEC heeft voor
rekening van de NMBS en de CFL een marktstudie verricht naar het door
het project ontstane potentieel, meer bepaald wat het aantal reizigers
betreft. Deze studie is afgerond sinds 22 november 2005. De studie
besluit onder meer dat de belangrijke wijzigingen op het gebied van de
grote spoorweginfrastructuur in Frankrijk en Duitsland voor grote
concurrentie zullen zorgen. Met name de exploitatie van de eerste fase
van de Oost-Europese hogesnelheidslijn zou tot de omleiding van het
verkeer tussen Brussel en Straatsburg via Lille kunnen leiden. Deze
risico's inzake concurrentie doen besluiten dat minstens het
basisproject van de NMBS dient te worden gerealiseerd.
Beide Regeringen zullen voor de tweede keer een werkgroep samenroepen
die belast zal zijn met het onderzoek van het financiële luik van het
volledige project, met name om een concreet dossier te kunnen
voorleggen aan de Europese instanties.
Beide Regeringen verheugen zich bovendien over de eerste contacten
tussen de NMBS en de CFL over de optimalisering van het
exploitatieconcept voor de verbinding Luik - Luxemburg. Beide
maatschappijen wordt verzocht hun lopende contacten af te ronden opdat
een definitieve oplossing zou kunnen worden voorgesteld op de komende
ministeriële ontmoeting en de inwerkingtreding vóór eind 2006 mogelijk
zou zijn.
Beide Regeringen schatten tenslotte de inspanningen naar waarde die de
NMBS en de CFL leveren om het grensoverschrijdend spoorvervoer te
versterken of te reactiveren op de assen Virton - Athus - Rodange,
Rodange - Aarlen en Rodange - Pétange - Luxemburg. Zij wensen dat hen
spoedig een afgewerkt voorstel zou worden voorgelegd opdat de
verbeteringen vanaf december 2006 in werking zouden kunnen treden.
Inzake de samenwerking op gebied van energie verheugen beide
Regeringen zich erover dat morgen een vergadering zal doorgaan tussen
hun Ministers van Energie en de buurlanden om de versnelling te
bespreken van het integratieproces en de bevoorrading van de
elektriciteitsmarkten van deze vijf landen veilig te stellen. Beide
Regeringen verheugen zich erover dat in Hampton Court een versterking
van het energiebeleid op Europees niveau werd aanbevolen. Beide
Regeringen zullen actief bijdragen tot deze ontwikkeling.
Op 15 juli jongstleden hebben Luxemburg en België te Neumünster
beslist een samenwerkingsakkoord te sluiten voor het beheer van het
Luxemburgse register voor broeikasgasemissies en dit conform de
verplichtingen van de Europese richtlijn tot vaststelling van een
regeling voor de handel in broeikasemissierechten binnen de
Gemeenschap (2003/87 EG).
Deze wil tot nauwe samenwerking werd bezegeld met de ondertekening van
een samenwerkingsakkoord tussen de Ministers van Leefmilieu van beide
landen. In het kader van dit akkoord stelt de FOD Volksgezondheid,
Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu zijn infrastructuur en
technische en juridische kennis ter beschikking van de ontwikkeling,
de opstarting en het beheer van het Luxemburgs register voor
broeikasgasemissies zodat de betrokken Luxemburgse ondernemingen
kunnen deelnemen aan het Europese systeem inzake verhandelbare
emissiequota's.
Inzake buitenlandse handel juichen de Regeringen de inspanningen toe
om opnieuw te zorgen voor een financiering van de activiteiten in 2005
van een groot deel van de Belgische en Luxemburgse Kamers van
Koophandel in het buitenland en onderzoeken zij momenteel een
subsidiesysteem dat er zou komen vanaf 2006.
Gevolg gevend aan de beslissing genomen tijdens de vergadering van 15
juli zijn de regeringen het eens geworden over praktische modaliteiten
van een versterking van de bilaterale samenwerking om vlotter te
kunnen overgaan tot overleg of dossiers die eventueel een
grensoverschrijdend effect hebben sneller gezamenlijk te kunnen
behandelen. Binnen deze context zullen de contacten worden versterkt
op alle niveaus en tussen alle betrokken overheden. De
Belgisch-Luxemburgse administratieve commissie wordt belast met de
grondige voorbereiding en opvolging van de gezamenlijke ministeriële
vergaderingen.
De volgende top zal plaatsvinden in Luxemburg in juni 2006.