Gemeente Delft Nieuwe rolverdeling in de Wet Kinderopvang

De wet Kinderopvang is sinds 2005 door het Rijk bij de gemeentes ingevoerd. De gemeente, de GGD, de kindercentra en de oudercommissies hebben als gevolg van de Wet Kinderopvang andere verantwoordelijkheden en bevoegdheden gekregen als het gaat om de (controle op de) kwaliteit van de kinderopvang. Het is onder andere de taak van de gemeentes om handhavingsbeleid te ontwikkelingen voor de kinderopvang. De kwaliteit van de kinderopvang in Delft is goed. Om de taak van handhaving in Delft goed te kunnen uitvoeren is het college van B&W akkoord om het handhavingsbeleid kinderopvang te baseren op het wegingsmodel en -sanctieprotocol van de Vereniging van Nederlandse gemeenten (VNG).

De nieuwe rolverdeling in de Wet Kinderopvang is helder. De exploitanten van kindercentra zijn verantwoordelijk voor de kwaliteit. De GGD controleert de kindercentra en bevraagd tijdens deze controles een vertegenwoordiging van de oudercommissie. De gemeente is verantwoordelijk voor de handhaving en sanctionering.

Met de invoering van de Wet Kinderopvang is er naast de nieuwe rolverdeling ook een nieuwe manier van inspecteren gekomen. In het verleden werd er jaarlijks zeer gedetailleerd getoetst (bijvoorbeeld: wat de temperatuur van de koelkast was). Zo waren er 130 items waarop controle plaatsvond. De GGD heeft in het jaarverslag van 2004 vastgesteld dat de meerderheid van de Delftse kinderopvangorganisaties aan de gestelde eisen voldeed. De nieuwe manier kent minder gedetailleerde regels. De kindercentra leggen zelf o.a.vast op welke manier zij risico's inschatten over veiligheid en gezondheid en hoe daarmee om te gaan. Dat moet in documenten worden vastgelegd. De GGD controleert niet op onderwerpen waarop andere wetten van toepassing zijn (o.a. Bouwverordening, Arbeidsomstandighedenwet). Er vindt ook een inspectie ter plaatse plaats. Het maximum dat de kindercentra in het nieuwe systeem kunnen scoren is "goed". Uitstekend of uitmuntend bestaat niet in dit systeem. "Goed" wil zeggen dat het centrum aan de kwaliteitseisen voldoet.

De gemeente zorgt er voor dat als kindercentra niet aan de kwaliteitseisen voldoen, rekening houdend met de zwaarte van de overtreding, gestimuleerd worden om wel aan de eisen te gaan voldoen. De te nemen maatregelen kunnen variëren van een waarschuwing tot een verbod op exploitatie.

Omdat het systeem en de rolverdeling nieuw is zal in het 3de kwartaal van 2006 een evaluatie plaatsvinden van het gemeentelijke handhavingsbeleid met de direct betrokkenen, te weten: houders kinderopvang, vertegenwoordigers oudercommissie, GGD en gemeentelijke disciplines.