Ministerie van Verkeer en Waterstaat

Contactpersoon

-
Datum
30 november 2005
Ons kenmerk
DGTL/05/009274/SP/TV
Doorkiesnummer

-
Bijlage(n)

-
Uw kenmerk
2050602650
Onderwerp
Kamervragen

Geachte voorzitter,

Hierbij doe ik u, mede namens de staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke
Ordening en Milieubeheer, de antwoorden toekomen op de vragen gesteld door het lid Dijksma over het nachtelijke goederenvervoer op het traject Zutphen
- Hengelo.


1. Bent u op de hoogte van het feit dat het nachtelijke goederenvervoer op het traject Zutphen - Hengelo heeft geleid tot veel klachten van omwonenden over geluidsoverlast en schade aan woningen door trillingen?


1. Ja.


2. Kunt u aangeven waarom de verantwoordelijk wethouder Verbeek van de gemeente Hof van Twente geen informatie over de inhoud van deze transporten van ProRail heeft gekregen? Zo neen, waarom niet?


2. ProRail bericht mij dat de gemeente Hof van Twente per brief van juni 2005 aan

ProRail informatie heeft gevraagd over de omvang van de toename van het treinverkeer op dit traject en over wat er wordt getransporteerd. Door ProRail is tijdens een overleg in juli 2005 aan de gemeente gemeld dat het gaat om één goederentrein per etmaal met auto-onderdelen die vanuit Zweden via Duitsland en Nederland naar

België vervoerd worden.


3. Bent u bereid om aan ProRail opheldering te vragen over de inhoud van het nachtelijke goederenvervoer op het traject Zutphen - Hengelo? Zo neen, waarom niet?

3. Zoals uit het antwoord op vraag 2 blijkt is mondeling al opheldering aan de gemeente gegeven.


4. Klopt de bewering van ProRail dat het geen vergunning nodig heeft voor het nachtelijke goederenvervoer op dit traject?

4. Ja, voor het rijden met treinen heeft ProRail geen vergunning nodig. Op grond van de Spoorwegwet moet de beheerder (ProRail) infrastructuurcapaciteit toedelen aan aanvragers (spoorvervoerders) op basis van de criteria genoemd in de EU-richtlijn 2001/14 en de AmvB- capaciteit. De beheerder kan slechts capaciteit toedelen en weigeren binnen de ruimte die de regelgeving hem daarvoor biedt. De Spoorwegwet roept geen vergunningenstelsel voor het vervoer in het leven, derhalve heeft ProRail geen vergunning nodig.


5. Is op het traject Zutphen - Hengelo de spoorweg nu wel of niet in strijd met het bepaalde in het Besluit geluidhinder spoorwegen (Bgs)?

5. De Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer heeft schriftelijk aan ProRail bericht dat ProRail geen infrastructuurcapaciteit had mogen toedelen voor het rijden met een goederentrein over de betreffende spoorlijn voordat de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke ordening en Milieubeheer heeft besloten over een door ProRail ingediend akoestisch rapport met mogelijke geluidmaatregelen. Een dergelijk rapport is door het ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke ordening en Milieubeheer niet ontvangen. Zo'n rapport had volgens de staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer moeten worden opgesteld omdat de uit de voorgenomen toedeling voortkomende groei van het goederenverkeer op dit traject zou leiden tot het overtreden van het bepaalde in het Besluit geluidhinder spoorwegen (Bgs).
ProRail heeft daarop schriftelijk aan de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer bericht deze visie op meerdere onderdelen te betwisten.
Voor een oordeel over de strijdigheid zullen wij het verdere verloop van deze procedure moeten afwachten.


6. Kunt u de Kamer gedetailleerd inlichten over de wijze waarop u verder gaat opereren, indien ProRail wenst vast te houden aan het nachtelijke goederenvervoer op het traject Zutphen- Hengelo?

6. De Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer heeft het voornemen de handhavingprocedure verder voort te zetten. Dat houdt in eerste instantie in dat, na de beoordeling van de ingebrachte zienswijzen, besloten zal worden of en in welke vorm er uitvoering gegeven zal worden aan het aangekondigde opleggen van een dwangsom. Zolang deze procedure niet is afgerond kan ik geen standpunt innemen over wat er eventueel daarná gaat gebeuren.

Hoogachtend,

DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT,

Karla Peijs