Friezen enige nationale minderheid Nederland
dinsdag 30 november 2004
Vormen de Friezen vooralsnog de enige nationale minderheid in
Nederland of zijn er meer nationale minderheden te onderkennen, zoals
bijvoorbeeld de Roma- en Sinti-zigeuners? Om deze vraag draaide het
debat in de Eerste Kamer op dinsdag 30 november 2004 over het
Kaderverdrag inzake de bescherming van nationale minderheden.
Nederland heeft dit verdrag al in 1995 in Straatsburg ondertekend,
maar is inmiddels een van de laatste landen waar het verdrag door het
parlement wordt goedgekeurd. De eerdere behandeling van de goedkeuring
stokte op 29 mei 2001 in de Eerste Kamer waar de toenmalige
oppositiepartij CDA samen met regeringspartij VVD en de fracties van
SGP en ChristenUnie aankondigden tegen te zullen stemmen. Toenmalige
minister Van Boxtel (D66, grotestedenbeleid en integratie) vroeg
schorsing van de beraadslagingen toen hem bleek dat de senaat zijn
ruime definitie van nationale minderheid niet overnam.
Volgens Van Boxtel en het toenmalige kabinet moesten niet alleen
Friezen, maar ook mensen van Molukse, Turkse, Antilliaanse, Surinaamse
en Marokkaanse achtergrond worden gezien als nationale minderheid. En
dat gold ook voor woonwagenbewoners en zigeuners. Volgens de opvatting
van de toen heersende coalitie konden ook asielgerechtigden en
vluchtelingen als Koerden, Ghanezen, Afghanen, Somaliërs als nationale
minderheid worden aangemerkt.
Het omstreden Verdrag laat de invulling van het begrip nationale
minderheid aan de verdragspartners zelf over. De definitie zou in een
aparte verklaring per land aan het verdrag toegevoegd worden. Over de
door Nederland te hanteren definitie van nationale minderheid konden
regering en Eerste Kamer het in mei 2001 niet eens worden. Dit kwam
mede doordat het Verdrag aan de regering de plicht oplegt om:
"omstandigheden te bevorderen die voor personen die tot nationale
minderheden behoren, noodzakelijk zijn om hun cultuur in stand te
houden en tot ontwikkeling te brengen en om hun godsdienst, taal,
tradities en cultureel erfgoed te bewaren".
De meerderheid van de Eerste Kamer vond destijds dat deze plicht niet
zou moeten gelden voor nieuwe minderheden. Sindsdien zijn meer dan 3,5
jaar verstreken. Dinsdag bleek bij de voortzetting van de behandeling
van de goedkeuring van het Verdrag dat de meerderheid van de Eerste
Kamer nog steeds nieuwe minderheden wil uitsluiten van het Verdrag
inzake bescherming van nationale minderheden intussen met instemming
van de regering. Deze heeft per brief op 16 december 2003 de werking
van het Verdrag beperkt tot de Friezen in Nederland en meer niet. Dit
heeft de instemming van CDA en VVD en ook van D66.
Woordvoerder J.W.M. Engels van D66, die zijn maidenspeech hield, prees
de goedkeuring van het verdrag als signaal dat de regering de dialoog
aangaat met nationale minderheden. VVD-woordvoerder De Graaf zei dat
zijn fractie nu het Verdrag wel goedkeurt, omdat nieuwe minderheden nu
niet meer worden uitgenodigd in zichzelf te keren. CDA-woordvoerder
Dölle wees erop dat zijn fractie niet ten eeuwigen dage slechts aan de
Friezen de titel nationale minderheid wil geven, maar waarschuwde
tegen een vermenging met het integratiebeleid van de regering. Alleen
bij een formele wet kunnen wat het CDA betreft andere groepen de
aanduiding nationale minderheid verwerven.
De oppositiepartijen GroenLinks, PvdA en SP braken een lans voor de
Roma en Sinti zigeuners. Zij vroegen per motie om deze groepen ook als
nationale minderheid te kwalificeren. Volgens PvdA-woordvoerder Van
Thijn is dat wel het minste dat de regering nog kan doen om een
blamage in het buitenland te voorkomen. "Welke recht heeft Nederland
nog om Turkije aan te spreken over de bescherming van minderheden in
dat land als ons land daar zelf geen werk van maakt?", vroeg de
PvdA-er de regeringspartijen en minister Verdonk (VVD, integratie).
Senator Platvoet van GroenLinks, indiener van de motie over de
zigeuners, wees erop dat het Verdrag Nederland verplicht om
minderheden met achterstanden hulp te bieden. Duitsland en Oostenrijk
zien Roma en Sinti zigeuners wel als nationale minderheid.
Minister Verdonk zei dat Nederland criteria heeft opgesteld waar de
Roma en Sinti niet aan voldoen, wat overigens niet betekent dat deze
minderheden geen bescherming genieten op grond van het Europees
Verdrag voor de Mensenrechten, ook in Nederland.
De Eerste Kamer stemde uiteindelijk in met goedkeuring van het
Verdrag.
---
*
Eerste Kamer der Staten Generaal