Persbericht, 30-11-2004
Elektronische handtekening in de zorg gecertificeerd
Het Centraal Informatiepunt Beroepen Gezondheidszorg (CIBG),
agentschap van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
heeft op 22 november jl. de certificering voor het uitgeven van
rechtsgeldige elektronische handtekeningen behaald. De elektronische
handtekening kan gebruikt worden voor het ondertekenen van
bijvoorbeeld recepten, diagnoses en contracten en het kan papier hier
overbodig maken. Met de certificering is een van de laatste bouwstenen
gelegd voor het UZI-register, een nieuwe unit van het CIBG.
Het Unieke Zorgverlener Identificatie (UZI)-register is een
belangrijke voorwaarde voor beveiligde elektronische communicatie en
toegang tot gegevens in de zorg. Omdat gezondheidsgegevens
privacygevoelig zijn, staat zorgvuldige bescherming daarvan voorop. De
patiënt moet daarop kunnen vertrouwen. Met een door het UZI-register
uit te geven UZI-pas kan de zorgverlener in het elektronische verkeer
zekerheid geven dat hij echt is wie hij zegt dat hij is. Ook kan hij
met de UZI-pas beveiligd berichten versturen en een rechtsgeldige
elektronische handtekening zetten.
In een certificeringsaudit heeft KPMG Certification vastgesteld dat
het CIBG voldoet aan de internationale norm ETSI TS 101456, de
Nederlandse wetgeving over elektronische handtekeningen en aan de
aanvullende door de PKI (Public Key Infrastructure) voor de overheid
gestelde eisen voor het domein Overheid en voor Servicescertificaten.
Dit betekent dat het CIBG zich, als eerste overheidsorganisatie, bij
de OPTA kan laten registeren en toe kan treden tot de hiërarchie van
de PKI voor de overheid met als hoogste vertrouwenspunt de root van de
Staat der Nederlanden van het ministerie van BZK.
Het UZI-register zal met ingang van januari 2005 klaar staan om
zorgverleners en zorginstellingen te voorzien van UZI-passen. Hiermee
is weer een stap gezet in de richting van een Elektronisch Patiënten
Dossier (EPD), waarmee zorgverleners de gezondheidsgegevens van
patiënten overal en altijd kunnen raadplegen.
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport