van 22-23 november 2004
Kamerbrief verslag RAZEB van 22-23 november 2004
Aan de Voorzitter van de
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Binnenhof 4
Den Haag
Directie Integratie Europa
Bezuidenhoutseweg 67
Postbus 20061
2500 EB Den Haag
Datum
30 november 2004
Behandeld
G.J. Bijl de Vroe
Kenmerk
DIE-626/04
Telefoon
070-348 5005
Blad
1/1
Fax
070-348 6381
Bijlage(n)
2
Betreft
Verslag van de Raad Algemene Zaken en Externe Betrekkingen van 22-23
november 2004
Graag bieden wij u hierbij het verslag aan van de Raad Algemene Zaken
en Externe Betrekkingen van 22-23 november 2004.
De Minister De
Minister
van Buitenlandse Zaken, voor
Ontwikkelingssamenwerking,
Dr. B. Bot
A.M.A. van Ardenne-van der Hoeven
De Staatssecretaris
voor Europese Zaken
Mr. Drs. A. Nicolaï
Verslag van de Raad Algemene Zaken en Externe Betrekkingen (RAZEB) van
22-23 november 2004
Algemene zaken
Voorbereiding Europese Raad 16-17 december
De Raad wijdde een bespreking aan een eerste versie van de
ontwerp-geannoteerde agenda voor de Europese Raad van 16/17 december.
Daarbij werd kort stilgestaan bij de onderwerpen uitbreiding,
Financiële Perspectieven en terrorisme. Het Voorzitterschap nam goede
nota van de diverse opmerkingen van de lidstaten over deze
onderwerpen en gaf aan dat bij de bespreking van de ontwerp-conclusies
deze onderwerpen meer inhoudelijk aan de orde zouden komen. Enkele
lidstaten stelden nieuwe agenda-onderwerpen voor, waarop het
voorzitterschap toezegde deze in overweging te nemen.
Financiële Perspectieven 2007-2013
Op aandringen van het Voorzitterschap werd de discussie gericht op de
Commissievoorstellen voor het extern beleid. Deze discussie werd
gestructureerd aan de hand van een viertal vragen inzake de
voorgestelde vereenvoudiging van de instrumenten voor het extern
beleid, de reikwijdte en inhoud van de voorgestelde instrumenten, de
voorgestelde beheersstructuur en de relatie tussen het voorgestelde
crisisinstrumentarium en de doelstellingen van het Gemeenschappelijk
Buitenlands- en Veiligheidsbeleid (GBVB). Deze eerste discussie op
politiek niveau gaf duidelijk aan dat er brede steun bestond voor de
voorgestelde vereenvoudiging (van de huidige 100 naar 6 instrumenten),
dat over het algemeen er instemming bestond met richting en invulling
van de 6 instrumenten en dat de voorgestelde beheersstructuur een
goede basis voor verdere besprekingen vormde. Ten aanzien van deze
beheersstructuren (de zgn. comitologie procedure) en de afbakening
tussen het crisisinstrumentarium van de Commissie en het GBVB, meende
een overgrote meerderheid van de lidstaten daarbij wel dat er een goed
evenwicht gevonden moest worden tussen de betrokkenheid van de
Commissie en die van de Raad. Sommige lidstaten gaven aan dat een
positieve waardering van de voorstellen van de Commissie niet
betekende dat men ook instemde met bijbehorende financiële enveloppe.
De meeste lidstaten hebben zich tijdens dit eerste debat niet
uitgelaten over de financiële gevolgen van de voorstellen van de
Commissie.
Externe betrekkingen
Europees Veiligheids- en Defensiebeleid
De Raad bekrachtigde de resultaten van de civiele
capaciteitenconferentie die op 22 november jl. en marge van de Raad
plaatsvond. Hierbij bevestigden lidstaten hun toezeggingen met
betrekking tot civiele capaciteiten op het gebied van politie,
rechtsstaat, openbaar bestuur en civiele protectie; tevens werden
aanvullende toezeggingen gedaan inzake de nieuwe capaciteitsgebieden
`monitoring' en algemene ondersteuning. Ook de nieuwe lidstaten zegden
civiele capaciteiten toe. De Raad riep op tot spoedige en adequate
actie van het Raadssecretariaat en Commissie respectievelijk op het
gebied van planning en ondersteuningscapaciteit voor civiele missies
en aanpassing van de regels met betrekking tot aankoop voor
crisisbeheersingsoperaties.
Voorts besloot de Raad tot lancering van de EU-geleide operatie
`Althea' in Bosnië-Herzegovina (overname van NAVO-operatie SFOR). Op
dezelfde dag als de RAZEB aanvaardde de VN-Veiligheidsraad resolutie
1575 die onder meer ingaat op het mandaat voor `Althea'. Conform de
toezegging tijdens het Algemeen Overleg over `Althea' op 17 november
jl. ontvangt u bij dit verslag de tekst van deze resolutie (zie
bijlage).
De Raad sprak tevens over de financiering van militaire
EVDB-operaties. Het Voorzitterschap had hierbij ingezet op de
instelling van een zogenaamd opstartfonds en de gemeenschappelijke
financiering van de transportkosten van militaire snelle
reactie-missies. Hierover werd echter geen consensus bereikt en de
kwestie werd terugverwezen naar de relevante Raadswerkgroepen voor
nadere bestudering.
Ter ondersteuning van capaciteitopbouw van Afrikaanse organisaties
voor vredesoperaties keurde de Raad het `Actieplan voor EVDB-steun aan
vrede en veiligheid in Afrika' goed, dat is gericht op het steunen van
Afrikaanse organisaties om eigen capaciteiten voor vredesoperaties op
te bouwen.
Van de eveneens op 22 november gehouden bijeenkomst van de Raad in
samenstelling van de ministers van Defensie ontvangt u separaat
verslag.
Midden-Oosten
De Hoge Vertegenwoordiger Solana deed verslag van zijn eerste ronde
van consultaties met Kwartetleden, Arabische landen en de twee
partijen in het Midden-Oosten vredesproces. De vooruitzichten voor een
hervatting van het politieke proces waren sinds lange tijd niet zo
gunstig geweest. Zowel de Palestijnen als Israël stellen zich
constructief op. Het Voorzitterschap werkt in nauw overleg met Solana
aan een pakket van directe maatregelen ter ondersteuning van de
Palestijnen bij de voorbereiding van presidentsverkiezingen, de
verbetering van de veiligheidssituatie in de Palestijnse Gebieden en
ter versterking van de financiële positie van de Palestijnse
Autoriteit (PA). De EU zal de verkiezingen ondersteunen in financiële
en technische zin. De Commissie kondigde aan een waarnemersmissie op
te zetten. De EU - verreweg de grootste donor van de PA - zal haar
financiële steun voortzetten en waar mogelijk verhogen. Naast de
aangekondigde steun van de Verenigde Staten en Saoedi Arabië is het
van belang dat ook andere landen, en in het bijzonder de Golfstaten,
hun financiële toezeggingen aan de PA nakomen. Voorts verwelkomde de
Raad de maatregelen die de PA en Israël hadden genomen om de
veiligheidssituatie te verbeteren. Hervatting van het gezamenlijke
Israëlisch-Palestijnse veiligheidsoverleg, beëindiging van aanslagen
en geweld en terugtrekking van het leger uit Palestijnse centra zijn
nodig voor een ordelijk verloop van de verkiezingen. Het
Voorzitterschap benadrukte o.a. het belang van eensgezind optreden
door de EU in nauw overleg met de overige Kwartet-leden, eerlijke en
vrije Palestijnse presidentsverkiezingen en eerbiediging van de vijf
parameters van de Unie bij de voorziene Israëlische terugtrekking uit
de Gaza-strook.
Oekraïne
De Raad besprak het resultaat van de tweede ronde van de
presidentsverkiezingen in Oekraïne van 21 november jl. In de Raad
bestond grote zorg en teleurstelling over het verloop van deze ronde,
die evenals de eerste ronde niet aan internationale normen heeft
voldaan. Tegen deze achtergrond en na ontvangst van de kritische
preliminaire bevindingen van de internationale
verkiezingswaarnemingsmissie onder leiding van OVSE/ODIHR - waaronder
25 Nederlandse waarnemers - heeft het Voorzitterschap nog tijdens de
Raad een kritische verklaring uitgegeven. Gelet op de door de
waarnemers gerapporteerde onregelmatigheden sprak de EU hierin
serieuze twijfel uit of het verkiezingsresultaat wel een juiste
weergave van de wil van het electoraat is. De EU riep de Oekraïense
autoriteiten op in overleg met OVSE/ODHIR het verkiezingsproces en de
uitslagen nader te bezien. Tevens werd besloten de Oekraïense
ambassadeurs in alle EU-hoofdsteden te ontbieden; dit laatste heeft in
Den Haag nog diezelfde dag plaatsgevonden. Voorts riep de EU de
Oekraïense autoriteiten op zich terughoudend op te stellen en werden
alle partijen opgeroepen zich alleen op niet-gewelddadige wijze te
uiten. Het Voorzitterschap zou ook zo snel mogelijk in contact treden
met het OVSE-voorzitterschap om verdere stappen te bespreken.
EU - China
De Raad besprak de betrekkingen tussen de EU en China met het oog op
de EU-China Top van 8 december a.s. Tijdens deze Top zal gesproken
worden over een breed scala van onderwerpen als mensenrechten,
HIV/AIDS, non-proliferatie, handelsaangelegenheden, sectorale dialogen
en regionale ontwikkelingen (bv. in Iran, Afghanistan, Birma en
Korea). Er zullen concrete nadere afspraken worden gemaakt op
terreinen als douane-samenwerking, non-proliferatie, sociale zekerheid
en wetenschap en technologie. Tevens zal een eerste bespreking
plaatsvinden van de mogelijkheid van het sluiten van een nieuwe
kaderovereenkomst tussen de EU en China.
Het Voorzitterschap heeft de vraag opgeworpen hoe bij deze Top moest
worden omgegaan met de kwestie van het EU-wapenembargo tegen China.
Besluitvorming hierover was, net als bij de Raad in oktober, niet aan
orde. Het Voorzitterschap constateerde consensus onder de lidstaten om
tijdens de Top richting China een positief signaal af te geven over
verdere besluitvorming omtrent het embargo. Tegelijkertijd waren de
lidstaten het eens dat alvorens besluitvorming aan de orde kon zijn
sprake moest zijn van aanscherping van de toepassing van de
EU-gedragscode betreffende Wapenuitvoer (inclusief afronding van een
set maatregelen die in aanvulling op de Gedragscode van toepassing
zullen zijn op wapenexporten naar post-embargo-landen). Bovendien
dienden voor besluitvorming eerst de zorgen van de Unie t.a.v. de
mensenrechtensituatie en de regionale stabiliteit (relatie met Taiwan)
adequaat geadresseerd te worden.
Iran
De Raad verwelkomde de uitkomst van de onderhandelingen die het VK,
Duitsland, Frankrijk en het Raadssecretariaat - met steun van de Raad
- de afgelopen weken met Iran hebben gevoerd over diens nucleaire
programma. Ingevolge de op 14 november jl bereikte overeenkomst heeft
Iran ingestemd met volledige opschorting van alle verrijkings- en
opwerkingsgerelateerde activiteiten voor de duur van onderhandelingen
over een wederzijds acceptabele lange termijnovereenkomst. Ook zal
Iran het Additioneel Protocol vrijwillig blijven toepassen in
afwachting van ratificatie door het Iraanse parlement. De Raad
beschouwde handhaving van de opschorting, zoals in de overeenkomst
vastgelegd, essentieel voor de voortgang van het algehele
onderhandelingsproces. Van Iran werd verwacht dat het de noodzakelijke
stappen zou ondernemen die Directeur-Generaal van het Internationale
Atoomenergieagentschap (IAEA) El Baradei tijdens de IAEA Bestuursraad
op 25 november a.s. in de gelegenheid zou stellen volledige
opschorting te rapporteren. Tevens onderstreepte de Raad het belang
van de onderhandelingen over een lange termijn-akkoord. Een dergelijk
akkoord zal objectieve garanties moeten bieden dat het nucleaire
programma van Iran uitsluitend vreedzame doeleinden nastreeft. De Raad
bevestigde de bereidheid van de EU om te bestuderen op welke wijze
politieke en economische samenwerking met Iran gestalte zou kunnen
krijgen. Iran diende daartoe evenwel meer aandacht te schenken aan de
overige zorgpunten van de Unie. De onderhandelingen over een Handels-
en Samenwerkingsakkoord met Iran konden worden hervat zodra
opschorting van Iran's nucleaire verrijkingsactiviteiten door het IAEA
was geverifieerd.
Voorbereiding EU-RF top
Het Voorzitterschap deed kort verslag van de stand van zaken bij de
voorbereiding van de EU-Rusland Top op 25 november a.s. Daarbij werd
het belang benadrukt van het verder ontwikkelen van het strategische
partnerschap met dit land in brede zin en derhalve van het bereiken
van overeenstemming over alle vier de Gemeenschappelijke Ruimten als
een samenhangend pakket. Tegelijkertijd zal worden bezien in hoeverre
op eenmaal overeengekomen deelterreinen een begin kan worden gemaakt
met uitvoering van de gemaakte afspraken. Het Voorzitterschap kreeg
brede steun voor deze aanpak.
Wit-Rusland
In verband met het uitblijven van verbeteringen op de terreinen van
democratisering, rechtsstaat en mensenrechten in Wit-Rusland besloot
de Raad tot verschillende maatregelen die zijn gericht op het verhogen
van de druk op de Wit-Russische autoriteiten en het versterken van de
democratische krachten in Wit-Rusland. Zo zal de EU een
visumrestricties instellen tegen een aantal Wit-Russische autoriteiten
die o.a. verantwoordelijk worden gehouden voor de vervalsing van de
resultaten van de parlementsverkiezingen en het referendum van 17
oktober jl. Ook verzocht de Raad de Commissie een bijeenkomst te
organiseren met als doel het coördineren van de steun aan
democratisering en het maatschappelijk middenveld in Wit-Rusland. Het
Voorzitterschap drong erop aan hierbij aandacht te besteden aan de
zichtbaarheid van het EU-beleid bij de Wit-Russische bevolking.
Afrika
Ivoorkust
De Franse minister van Buitenlandse Zaken omschreef de situatie als
zeer instabiel en wees op de gevaren voor de gehele regio. Hij prees
de goede Europese samenwerking tijdens de evacuatie van buitenlanders
uit Ivoorkust. De Raad verwelkomde resolutie 1572 van de
VN-Veiligheidsraad, waarin de Akkoorden van Linas-Marcoussis en Accra
III zijn bekrachtigd. Tevens ondersteunde de Raad de inzet van de
Afrikaanse staten in het kader van de Afrikaanse Unie (AU) en ECOWAS
gericht op een politieke oplossing van de crisis. De EU zal hun
initiatieven ten behoeve van vrede in Ivoorkust en voorkoming van
verdergaande destabilisering van de regio blijven steunen. De Unie zal
eveneens alle noodzakelijke maatregelen nemen om bij te dragen aan een
volledige en succesvolle implementatie en monitoring van het
wapenembargo tegen Ivoorkust. De Unie riep alle relevante Ivoriaanse
partijen en personen op om onmiddellijk alles te doen waarvoor zij
onder Linas-Marcoussis en Accra III verplicht zijn. Indien zij dit
nalaten, zal de EU vanaf 15 december de sancties tegen hen toepassen
die worden genoemd in de Veiligheidsraadresolutie.
Grote Meren
Het Voorzitterschap deed verslag van de EU-trojka reis naar de eerste
Top voor staatshoofden van de AU-VN internationale conferentie voor
vrede en veiligheid in de Grote Meren. Deze vond plaats op 19 en 20
november jl. te Dar es Salaam. De Conferentie heeft de basis gelegd
voor wat een keerpunt in de conflicten in de regio van de Grote Meren
kan worden. De EU-trojka had en marge van de Conferentie gesprekken
met de presidenten van Burundi, de Democratische Republiek Congo
(DRC), Rwanda en Oeganda. Daarnaast vond een gesprek plaats met de
SGVN en AU-voorzitter Obasanjo. Deze ontmoetingen hebben duidelijk
gemaakt dat de kansen op toenadering tussen de vier Grote Merenlanden
lijken toe te nemen. De Raad verwelkomde de uitkomsten van de Top die
resulteerde in een verklaring van principes die werd ondertekend door
de elf kernlanden binnen de Conferentie. De verklaring wordt gezien
als een belangrijke gebeurtenis en als duidelijk bewijs dat de landen
in de regio bereid zijn tot consultatie en samenwerking in plaats van
confrontatie. De Raad herbevestigde de bereidheid van de EU om via de
groep van vrienden van de Grote Meren het vervolgtraject van de
Conferentie te ondersteunen tot aan de tweede en laatste top voor
staatshoofden in 2005.
Soedan
De Raad sprak zijn grote zorg uit over de bevindingen van de SGVN ten
aanzien van de verslechterende veiligheids- en humanitaire situatie in
de provincie Darfur, als gevolg van schendingen van het
staakt-het-vuren door alle partijen. De Soedanese regering heeft geen
overtuigende stappen genomen om de Janjaweed-militias te neutraliseren
en te ontwapenen. De Raad riep alle partijen op om samen met de AU de
humanitaire en veiligheidsprotocollen uit te voeren en om hoge
prioriteit te geven aan het vinden van een politieke oplossing in het
kader van de vredesbesprekingen in Abuja. De Raad zou de druk op alle
partijen handhaven en sloot daarbij het gebruik van sancties niet uit.
Voorts verwelkomde de Raad de start van de werkzaamheden van de
internationale commissie die onderzoek doet naar de schendingen van de
mensenrechten en het internationale humanitaire recht met inbegrip van
genocide in Darfur en riep alle partijen op om hiermee volledig samen
te werken.
Tevens werd de ontplooiing van de militaire elementen van de
uitgebreide waarnemersmissie van de AU in Darfur (AMIS II) verwelkomd
en sprak de Raad steun uit voor de leidende rol van de AU. De Raad
bevestigde zijn voortgezette steun aan de AU en zal overwegen, in
overleg met de AU, om eventueel steun te geven ten bate van de
uitvoering van de politiecomponent van AMIS II.
De Raad verwelkomde resolutie 1574 die de VN-Veiligheidsraad op 20
november jl. unaniem in Nairobi aanvaardde en drong erop aan dat de
Soedanese regering en de SPLM zonder vertraging een alomvattend
vredesakkoord tussen noord en zuid tekenen. Een dergelijk akkoord kan
dienen als een politiek platform voor een vreedzame oplossing van de
crisis in Darfur.
De Raad toonde zich bezorgd over de afhankelijkheid van éénderde van
de bevolking van Darfur van humanitaire assistentie en het nog steeds
toenemende aantal ontheemden. De EU heeft reeds meer dan 325 miljoen
Euro aan humanitaire hulp bijgedragen. De Raad zal overwegen om meer
humanitaire hulp te geven en riep andere donoren op tot het geven van
additionele bijdragen.
Somalië
De Raad was van mening dat de bescherming van mensenrechten en het
herstel van rechtsstaat, democratie en goed bestuur in Somalië de
enige effectieve manier is om sociaal en economisch herstel te
bevorderen en de terrorismedreiging tegen te gaan. Steun van de
internationale gemeenschap is essentieel om de situatie in Somalië te
stabiliseren. De rol van de `Intergovernmental Authority on
Development' (IGAD) en omringende landen is van bijzonder belang, mede
met het oog op het bereiken van regionale stabiliteit. De Raad
bevestigde bereid te zijn mogelijkheden te onderzoeken om een
waarnemingsmissie van de AU te steunen, indien de AU daarom vraagt. De
Raad benadrukte dat een veilig Somalië alleen kan worden bereikt door
middel van het instellen van een effectief en internationaal
verifieerbaar staakt-het-vuren. In dit kader verwelkomde de Raad de
openbare verklaring van alle kandidaatpresidenten om hun wapens te
overhandigen. De Raad vroeg de Commissie en de Hoge Vertegenwoordiger
actief betrokken te blijven in het steunen van Somalië tijdens de
transitieperiode en te voorzien in alle mogelijke middelen om het
instellen van de `Transitional Federal Institutions' te
bewerkstelligen. De EU zal steun blijven bieden in rustige gebieden.
Hierbij zal nauw worden samengewerkt met andere donoren en instituties
om maximale impact van de EU-hulpmiddelen tijdens de wederopbouw te
bewerkstelligen.
Guinee Bissau
De Raad stond kort stil bij de recente ontwikkelingen in
Guinee-Bissau, in het bijzonder bij de bedreiging van de stabiliteit
in het land door de politieke inmenging van de strijdkrachten. De
Portugese minister van Buitenlandse Zaken bracht de Raad op de hoogte
van het recente besluit van de ministers van Buitenlandse Zaken van de
Gemeenschap van Portugeessprekende landen (CPLP) om een missie naar
het land te sturen. De Commissie informeerde de Raad over de stand van
zaken met betrekking tot de steun van de Europese Gemeenschap aan
Guinee-Bissau.
Westelijke Balkan Forum
En marge van de Raad vond de tweede ministeriële ontmoeting plaats in
het kader van het Westelijke Balkan Forum. Hierbij werd door de
ministers van de lidstaten en de Westelijke Balkan de voortgang
besproken die de landen uit de regio maken in het proces van verdere
toenadering tot de EU. De deelnemers onderschreven hierbij dat verdere
vooruitgang tot de Unie afhangt van het tempo waarin de noodzakelijke
hervormingen worden doorgevoerd, waaronder volledige samenwerking met
het Joegoslavië-Tribunaal (ICTY). Tijdens de bijeenkomst werden
overeenkomsten ondertekend waarmee de landen in de regio toegang
krijgen tot gemeenschapsprogramma's op diverse terreinen, waaronder
onderwijs, technologie en consumentenbescherming.
Effectiviteit EU extern beleid
Tijdens het jaarlijkse Oriëntatiedebat besprak de Raad de
effectiviteit van het externe beleid van de EU. Het was de eerste keer
dat dit debat in het najaar plaatsvond, als onderdeel van een
jaarlijkse planningscyclus waarin budgetmanagement, programmering,
uitvoering, verslaglegging en evaluatie met betrekking tot de
buitenlandse hulp beter op elkaar aansluiten.
In lijn met het debat dat onder Iers voorzitterschap werd gehouden,
lag het accent van het Oriëntatiedebat op de effectiviteit van de
Europese hulpinspanningen. In de Raadsconclusies die werden
aangenomen, wordt ingegaan op de thema's Millennium Development Goals
(MDG's), effectief multilateralisme en de effectiviteit van de EG-hulp
(beleid, uitvoering, middelen).
De Raad besloot dat de EU extra inspanningen zal leveren om de MDG's
te realiseren, onder andere op het terrein van coherentie. Na een
intensief debat bereikte de Raad overeenstemming over het voornemen om
in april 2005, ter voorbereiding van de VN High Level Event in
september 2005, een besluit te nemen over nieuwe interim
ODA-doelstellingen voor 2009/2010 op basis van voorstellen die de
Commissie hiertoe zal doen.
Op het gebied van effectief multilateralisme wordt in de
Raadsconclusies met name ingegaan op de samenhang tussen vrede en
veiligheid enerzijds en ontwikkeling anderzijds. Ook wordt het belang
benadrukt van een pro actieve EU-aanpak van internationale dreigingen,
zoals massavernietigingswapens, terrorisme, armoede, HIV/aids en
milieudegradatie.
Ten aanzien van de effectiviteit van de hulp verklaarde de Raad zich
voorstander van een herziening van de Algemene Beleidsverklaring
Ontwikkelingssamenwerking uit 2000, waarbij armoedebestrijding en
ownership van partnerlanden als uitgangspunten gehandhaafd dienen te
blijven. De Raad sprak zich positief uit over de verbeteringen met
betrekking tot het beheer van de hulp (betere planning en
programmering, simpelere procedures en snellere uitvoering). De
Commissie werd verzocht om voor juli 2005 een kwalitatieve evaluatie
uit te voeren van het hervormingsproces van het beheer van de hulp,
dat in 2000 werd opgestart en inmiddels vrijwel geheel is doorgevoerd,
en aanbevelingen te doen voor consolidatie en verdere verbeteringen.
De Raad verwelkomde de voorstellen die de Commissie in het kader van
de nieuwe Financiële Perspectieven heeft gedaan voor een stroomlijning
van de begrotingsstructuur voor het extern beleid. Het belang van een
coherent ontwikkelingsbeleid van de EG, met als centrale doelstelling
armoedebestrijding, werd door de Raad benadrukt. Na een lang debat
onderstreepte de Raad tevens de noodzaak de EG-inspanningen ten
aanzien van de armste landen, in het bijzonder in Afrika, te
vergroten.
Millennium Development Goals
De Raad besprak de voortgang ten aanzien van de MDG's, waarbij tevens
vooruitgeblikt werd naar het VN High Level Event in het najaar van
2005 en de bijdrage die de EU hieraan zal leveren. Over de EU bijdrage
aan de VN top werden korte, procedurele conclusies aangenomen. In de
interventies werd veelal zorg uitgesproken over de beperkte
vooruitgang die tot nu toe is geboekt en werd onderstreept dat de EU
in september 2005 beslagen ten ijs dient te komen. Het EU-synthese
rapport, dat de Commissie opstelt op basis van bijdragen van de
lidstaten en dat ter bespreking zal voorliggen in de Raad van april,
zal hierbij een belangrijke rol spelen. Het voorstel van de Commissie
om in dit rapport bij de uitwerking van verdere maatregelen met name
aandacht te besteden aan de financiering van ontwikkeling,
OS-beleidscoherentie en de situatie in Afrika, werd breed door de
lidstaten onderschreven. Verschillende lidstaten gingen daarnaast in
op innovatieve financieringsmechanismen en de noodzaak tot nieuwe
initiatieven op het gebied van schuldverlichting. Ook werd aandacht
gevraagd voor het belang van gender-mainstreaming en van
democratisering, respect voor mensenrechten en goed bestuur. De
relatie tussen de MDG's en een succesvolle uitkomt van de WTO Doha
ronde werd door diverse delegaties onderstreept.
De Commissie gaf aan dat inmiddels reeds 21 lidstaten hun nationale
rapportages hebben ingediend. Ten aanzien van de maatregelen ter
intensivering van de hulpinspanningen, zal de Commissie een coherente
Roadmap opstellen, die als onderdeel van het synthese rapport in april
ter bespreking in de Raad zal voorliggen.
Follow-up International Conference on Population and Development
De Raad nam conclusies aan waarin het commitment van de EU aan de
afspraken gemaakt tijdens de International Conference for Population
and Development (ICPD) in Caïro in 1994 wordt hernieuwd. De
Raadsconclusies borduren voort op de Voorzitterschapsconclusies van de
Informele Bijeenkomst van OS-ministers in St. Gerlach (26/27 oktober).
Ze bevestigen het internationale acquis ten aanzien van seksuele en
reproductieve rechten in het licht van MDG's en gaan daarnaast in op
nieuwe uitdagingen. Zo wordt opgeroepen tot groter politiek en
financieel commitment van de Commissie en de lidstaten en meer
aandacht voor de kwaliteit van de implementatie in het licht van
nieuwe hulpinstrumenten. Ook wordt ingegaan op de noodzaak van
preventie en informatie voor jongeren, empowerment van vrouwen, de
koppeling van de Caïro-agenda aan aidsbestrijding (80% van HIV/Aids
besmetting wordt seksueel overgedragen) en reproductieve gezondheid en
rechten in conflictsituaties. Daarnaast wordt de Commissie opgeroepen
om in de context van het MDG synthese rapport aandacht te besteden aan
de voortgang ten aanzien van reproductieve gezondheid en rechten. In
het debat werd het belang onderstreept van de Raadsconclusies en van
de continuering van een progressief EU beleid op dit terrein. De
Commissie pleitte daarnaast voor grotere betrokkenheid van het
maatschappelijk middenveld bij de uitvoering van de Caïro-agenda.
EU actieplan inzake HIV/Aids, malaria en tuberculose
De Raad aanvaardde conclusies over de Mededeling van de Commissie
inzake een coherent Europees beleidskader ten aanzien van HIV/Aids,
malaria en tuberculose. De Mededeling vormt een herziening en
aanscherping van de in 2000 gepubliceerde Mededeling voor versnelde
actie ter bestrijding van de belangrijkste infectieziekten in het
kader van armoedebestrijding en het daarmee samenhangende
Actieprogramma. De nieuwe Mededeling evalueert de implementatie van
het Actieprogramma. De inzet op de bestaande terreinen (o.a. toegang
tot en onderzoek naar vaccins en geneesmiddelen) dient te worden
voortgezet en waar nodig geïntensiveerd. Daarnaast wordt aangegeven
dat additionele aandacht nodig is voor de veiligheidsaspecten van de
Aids-epidemie (variërend van individuele veiligheid en veiligheid op
gemeenschapsniveau tot internationale veiligheid en stabiliteit) en
voor de snel toenemende epidemieën van Aids en tuberculose in Europa
en de nabuurlanden.
In de Raadsconclusies wordt de Commissie verzocht op basis van de
Mededeling in april 2005 een nieuw Actieprogramma te presenten, waarin
ook aandacht besteed wordt aan de benodigde financiële middelen.
Daarnaast worden de lidstaten en de Commissie opgeroepen samenwerking
en coördinatie ter bestrijding van HIV/Aids, malaria en tuberculose te
versterken en hiervoor voldoende financiële middelen ter beschikking
te stellen.
Follow-up Monterrey: harmonisatie en coördinatie
De Raad aanvaardde het rapport van de Ad Hoc Working Party on
Harmonisation, die tijdens de RAZEB van 26 en 27 april jl. werd
ingesteld om vooruitgang te boeken op het gebied van coördinatie en
harmonisatie van de ontwikkelingsactiviteiten van de lidstaten en de
Commissie. In het rapport van de werkgroep wordt voorgesteld om per
land een zogenaamde Roadmap op te stellen. Een dergelijke Roadmap
bestaat uit een menu van mogelijkheden, die afhankelijk van de
situatie in een land kunnen worden ingezet, zoals gezamenlijke
meerjaren programmering, monitoring en evaluatie, gezamenlijke
financiële arrangementen, nadere werkverdeling tussen donoren
(complementariteit) en gezamenlijke beleidsformulering. Het is de taak
van EU vertegenwoordigers in een specifiek land om te bepalen of en
hoe de Roadmap zal moeten worden uitgewerkt. Naast de introductie van
de Roadmap worden in het rapport algemene voorstellen gepresenteerd
ten aanzien van gezamenlijke uitvoeringsmodaliteiten, gezamenlijke
meerjaren planning en programmering, en een verdergaande afstemming
van beleidsuitgangspunten.
Het rapport werd door diverse lidstaten verwelkomd, waarbij het belang
werd benadrukt van implementatie op landenniveau, aansluiting bij
systemen en instanties van het ontvangende land (zogenaamde alignment)
en versterking van het ownership van de overheden van de
partnerlanden. Ook werd onderstreept dat waar mogelijk aansluiting
gezocht dient te worden bij reeds bestaande initiatieven (zoals
momenteel gaande binnen de DAC).
Het onderwerp coördinatie en harmonisatie is een van de prioriteiten
van de EU voorzitterschappen van 2004-2006 (Ierland, Nederland,
Luxemburg, VK, Oostenrijk en Finland) en de inkomende
voorzitterschappen zullen monitoring van de gemaakte afspraken ter
hand moeten nemen.
Jaarverslag 2004 van de Commissie over het OS-beleid en de
buitenlandse hulp in 2003
De Raad nam conclusies aan over het Jaarverslag dat de Commissie eind
juli uitbracht over het OS-beleid en de externe hulp in het jaar 2003.
In de Raadsconclusies worden de verbeteringen ten aanzien van eerdere
Jaarverslagen verwelkomd (een meer resultaat gerichte aanpak, meer
nadruk op monitoring en evaluatie en op de effectiviteit van de
hulpinspanningen van de EG). Ook wordt met instemming geconstateerd
dat het hervormingsproces van het beheer van de hulp vruchten af
begint te werpen. Het Jaarverslag is echter beschrijvend van aard en
zou gebaat zijn met een uitgebreidere analyse van vooruitgang ten
aanzien van strategische beleidsdoelstellingen van het OS-beleid van
de EG (armoedebestrijding, de MDG's en de Algemene Beleidsverklaring
uit 2000). De Commissie wordt verzocht hieraan in het Jaarverslag 2005
meer aandacht te besteden. Ook wordt de Commissie uitgenodigd het
Jaarverslag publiekvriendelijker te maken, selectiever te zijn in de
presentatie van kerngegevens en financiële informatie te stroomlijnen
en dusdanig te presenteren dat een meerjarig overzicht verkregen
wordt. Tijdens het debat onderstreepten diverse lidstaten het belang
van een uitgebreidere analyse van de geboekte vooruitgang, met name
ten aanzien van de MDG's. Op basis hiervan zou ook bekeken kunnen
worden welke partnerlanden `overbedeeld' zijn en welke buiten de boot
dreigen te vallen. Een aantal sprekers pleitte voor het uitbrengen van
separate Jaarverslagen gericht op beschrijving (met kwantitatieve
informatie) en analyse (met trends, ontwikkelingen en conclusies). De
Commissie zegde toe de suggesties van de Raad ter harte te zullen
nemen en te streven naar een verdere stroomlijning van het Jaarverslag
en verbetering van de publieksvriendelijkheid.
Ministerie van Buitenlandse Zaken