en
De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA Den Haag
ons kenmerk: TRCJZ/2004/6201
datum: 29-11-2004
onderwerp: Voorhang Besluit tot wijziging van het Fokkerijbesluit
Bijlagen: 1
Geachte Voorzitter,
Hierbij doe ik u, overeenkomstig artikel 110, eerste lid, van de
Gezondheids- en welzijnswet voor dieren (hierna: de wet), een algemene
maatregel van bestuur ter wijziging van het Fokkerijbesluit toekomen.
Mede op grond van artikel 108 van de wet is in artikel 11 van het
Fokkerijbesluit met betrekking tot een aantal bevoegdheden van de
minister de medewerking gevorderd van het Productschap Vee en Vlees
(hierna: PVV). Sinds de inwerkingtreding van het besluit werd de tekst
van artikel 11 aldus uitgelegd, dat tot de taken waarbij de
medewerking was gevorderd tevens behoorden de verlening van de
erkenningen als stamboekhouder en als fokkerijorganisatie, alsmede de
intrekking van deze erkenningen.
Deze uitleg is niet gevolgd door het College van Beroep voor het
bedrijfsleven (hierna: CBb) in zijn uitspraak in de zaak Nederlands
Europees Stamboek/PVV van 30 januari 2004 (nr. AWB 03/374). In deze
uitspraak concludeerde het CBb dat de voorzitter van het productschap
niet bevoegd is om in medebewind erkenningen als stamboekorganisaties
te verlenen, te weigeren of in te trekken.
De uitspraak van het CBb, die in eerste en laatste instantie is
gedaan, noopt tot herstel van het geconstateerde gebrek in de
regelgeving. Daartoe is artikel 11 van het Fokkerijbesluit gewijzigd.
In het derde lid is bepaald dat tot de taken die in medewerking worden
gevorderd de ministeriële bevoegdheden tot het verlenen en intrekken
van de erkenningen als stamboekhouders en fokkerijorganisaties
behoren.
De minister van Landbouw, Natuur
en Voedselkwaliteit,
dr. C.P. Veerman
Bijlagen
Besluit van 30 september 2004 tot wijziging van het Fokkerijbesluit
(medebewind)
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit