Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer

Persbericht

29 november 2004

EU-ministers akkoord met agenda voor ruimte

De EU-ministers van ruimtelijk beleid gaan meer samenwerken omdat Europese regelgeving een toenemende invloed heeft op de ontwikkeling van onze leefomgeving. Op voorstel van minister Dekker van VROM als voorzitter van de ruimteconferentie is vandaag de Ruimtelijke Agenda Rotterdam vastgesteld met actiepunten om uit te werken. De ruimteministers streven naar meer ruimtelijke samenhang tussen de lidstaten ten behoeve van een Europa met een sterk concurrerende economie.

Op de Ruimtelijke Agenda Rotterdam staan afspraken die de komende tijd worden uitgewerkt. Het gaat onder meer om het inventariseren van kansen en knelpunten voor de ontwikkeling van de ruimte in Europa, het versterken van de concurrentiepositie en de benodigde samenwerking daarvoor. Ook pakken de ruimteministers de nieuwe EU-doelstelling op om de Europese 'territoriale cohesie' te versterken. Territoriale cohesie staat voor een evenwichtig en duurzame ruimtelijke ontwikkeling van Europa. De invulling hiervan valt ook onder de uit te werken actiepunten.

Met de Ruimtelijk Agenda Rotterdam heeft minister Dekker als voorzitter vandaag de eerste stap gezet op weg naar een politiek document. Met als resultaat dat ruimtelijk beleid in Europees verband nu ook op ministersniveau wordt besproken. Op basis van de agenda moeten begin 2007 de uitgewerkte afspraken zijn opgenomen in één document. Een eerste concept wordt besproken tijdens de volgende ministersconferentie onder Luxemburgs voorzitterschap.

Samenwerking

Minister Dekker vindt een actieve samenwerking met haar Europese collega's van groot belang, ook al stelt de EU geen regels op voor ruimtelijk beleid. Allerlei regels uit Brussel hebben namelijk steeds meer impact op de ruimtelijke ontwikkeling zoals regels op het gebied van transport, landbouw, milieu en water. Reden voor de ruimteministers om de gevolgen daarvan, bijvoorbeeld het verlies aan efficiency van investeringen en concurrentiekracht, in de toekomst voor te willen zijn.

Bij de ruimtelijke inrichting van de lidstaten en Europa moeten Europese regels worden meegewogen. 'Wij willen beter inspelen op de gevolgen voor onze leefomgeving met het huidige maar ook nieuw EU-beleid', aldus Dekker na afloop van de ruimteconferentie in Rotterdam. De bewindslieden gaan de komende tijd na welke EU dossiers mogelijk ruimtelijke gevolgen hebben en hoe ervoor is te zorgen dat ze goed aansluiten op het ruimtelijk beleid en de ruimtelijke ontwikkelingen in de lidstaten van de EU.

Kracht

Dekker is tevreden met het vaststellen van de Ruimte Agenda Rotterdam, maar streeft niet naar één Europees ruimtelijk beleid. 'Ik en mijn collega's willen geen eenheidsworst van Europa maken. Juist de grote diversiteit van de landen en ontwikkelingskansen nemen we als uitgangspunt voor een actieve samenwerking. Dat is de kracht van Europa.'

Onder het motto 'diversiteit als kracht' moet de actieve samenwerking zorgen voor betere afstemming van uiteenlopende activiteiten en de al aanwezige structuren (bijvoorbeeld water, transport, natuur, stedelijke netwerken). Dat kan bijvoorbeeld leiden tot grensoverschrijdende samenwerking tussen steden. Voor Nederland zet minister Dekker met de Nota Ruimte onder meer in op de ontwikkeling van 'brainports'. Een voorbeeld daarvan is de samenwerking tussen de steden Eindhoven, Leuven en Aken om te komen tot één Europese high-tech regio. Samen met haar collega's wil minister Dekker dergelijke netwerken voor zover mogelijk faciliteren. Ook zet zij in op versterking van de mainports Schiphol en de Rotterdamse haven, die ook Europees gezien van belang zijn als het gaat om economische concurrentiekracht.

Lissabon-strategie

De lidstaten gaan de komende tijd ook na waar de kansen en knelpunten liggen voor de ontwikkeling van de ruimte in Europa. Dekker sluit daarbij aan bij de afspraken van de EU-top van 2000 in Lissabon. Volgens de Lissabon-strategie moet de EU in 2010 de meest concurrerende economie ter wereld worden met meer werkgelegenheid en behoud van sociale cohesie. Steden spelen daarbij een centrale rol als motoren van kennis, innovatie en ontwikkeling. Dekker: 'Ieder land en iedere regio heeft zijn eigen profiel en moet de kans krijgen dat optimaal te benutten. Dat betekent wel dat de ministers van ruimte een actievere rol moeten spelen om ruimtelijke vraagstukken en uitdagingen op de agenda te zetten in Brussel.'

Meer informatie:

Dossier EU-voorzitterschap ( http://www.vrom.nl/pagina.html?id=17040 , achtergrondinformatie over het Nederlandse voorzitterschap) Dossier Nota Ruimte ( http://www.vrom.nl/notaruimte , achtergrondinformatie over de visie van het kabinet op de ruimtelijke ontwikkeling van Nederland)

( bron: http://www.vrom.nl/pagina.html?id=18949 )