Mengteelt maïs met bonen werkt maar levert nog niets extra
Een mengteelt van snijmaïs met stokbonen blijkt mogelijk maar het
effect op de voederwaarde is nog beperkt. Dit zijn de belangrijkste
conclusies uit een experiment dat afgelopen seizoen op Praktijkcentrum
Aver Heino is uitgevoerd. De proef bood voldoende perspectief om het
komende seizoen verder uitgebreider te onderzoeken.
In Latijns Amerika worden mengteelten van maïs met bonen toegepast, de
bonenplant slingert langs de maïsplant omhoog. Onderzoekers van de ASG
bedachten dat mengteelt van zetmeelrijke maïs met eiwitrijke bonen
interessant koeienvoer kon opleveren. Zomer 2004 is op Aver Heino
verkennend gekeken naar drie verschillende varianten van maïs met
bonen: tegelijk zaaien van maïs en bonen, bonen zaaien bij opkomst van
de maïs en een variant waarbij de bonen vier weken na de maïs de grond
in gingen. De maïs was van het ras Rosalie. Op het oog leek het
laatste zaaitijdstip het gunstigst. Hier was bij de oogst het
bonengewas nog redelijk groen terwijl in de andere varianten de bonen
al verdroogd waren. De ontwikkeling van de maïs had, op het oog, van
de bonen weinig te lijden.
Uit analyses van Blgg Oosterbeek, zie tabel, blijkt dat de bonen
nauwelijks invloed hadden op de gehaltes van het gewas. Tussen de
zaaitijdstippen zat weinig verschil. Het bonengewas bij 1e twee
zaaitijdstippen leek hoogstens een wat hoger aandeel ruwe celstof en
daarmee een lagere verteringscoëfficiënt van de organische stof te
hebben.
Een verklaring voor het uitblijven van een eiwiteffect kan liggen in
het beperkte aandeel bonen in de totale drogestofproductie. Per
maïsplant was een boon geplant en het aandeel bonen in de geoogste
drogestof was minder dan vijf procent. Daarnaast kunnen raskeuze en
een nog iets later zaaitijdstip van invloed zijn. Volgend jaar krijgt
de proef een vervolg waarbij meerder bonen per maïsplant worden
gezaaid en ook latere tijdstippen van zaaien worden meegenomen.
Tabel 1 Voederwaarde van maïs met bonen (bron: Blgg Oosterbeek)
Maïs Maïs en bonen (gem)
Drogestof 324 328
VC OS 78,4 77,9
Ruwe celstof 167 174
VEM 1017 1005
Ruw eiwit 74 76
DVE 64 65
OEB -48 -47
---
---
© Praktijkonderzoek - Animal Sciences Group - Wageningen UR. Laatst
bijgewerkt: 29-11-2004 16:34.
Mail vragen en opmerkingen over de Praktijkonderzoek Website naar:
webmaster.po.asg@wur.nl
Praktijkonderzoek Veehouderij