Ministerie van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer Postbus 90801
2509 LV Den Haag
der Staten-Generaal Anna van Hannoverstraat 4
Binnenhof 1a Telefoon (070) 333 44 44
2513 AA `s-GRAVENHAGE Telefax (070) 333 40 33
Uw brief Ons kenmerk
5 november 2004 UB/K/04/77952
nr. 2040502840
Onderwerp Datum
Kamervragen van het lid Van Oerle-van der 29 november 2004
Horst
Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het lid Van Oerle-van der Horst (CDA) over
de verrekening partnertoeslag AOW door de Sociale Verzekeringsbank..
De Staatssecretaris van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,
(H.A.L. van Hoof))
2
Vragen van het lid Van Oerle-van der Horst (CDA) aan de staatssecretaris van Sociale
Zaken en Werkgelegenheid over de verrekening partnertoeslag AOW door de Sociale
Verzekeringsbank. (ingezonden 4 november 2004)
Vraag 1
Kloppen de berichten dat de Sociale Verzekeringsbank (SVB) lange tijd nodig heeft voor het
verwerken van inkomensmutaties, zodat terugvorderingen van de partnertoeslag ingevolge artikel
10, tweede lid, van de Algemene Ouderdomswet (AOW) oplopen tot meer dan twee jaar?
Vraag 2
Kunt u nadere gegevens verstrekken over het door de SVB gehanteerde tijdspad inzake de
bevoorschotting en terugvordering van de partnertoeslag AOW? Worden de in de wet gestelde
termijnen door de SVB gehaald?
Antwoord 1 en 2
Het recht op een AOW-toeslag wordt vastgesteld op basis van het actuele inkomen. Dit gegeven
is alleen bij de klant bekend. Op basis hiervan wordt de hoogte van het recht vastgesteld. Klanten
hebben een meldingsplicht voor het doorgeven van wijzigingen in hun inkomsten.
Via het herhalingsonderzoek inkomen wordt jaarlijks aan de klanten gevraagd hun actuele inkomen
op te geven, indien zij recent geen inkomensmutaties hebben gemeld. Uit deze
herhalingsonderzoeken kunnen herzieningen met terugwerkende kracht en eventueel een
terugvordering ontstaan indien de klant verzuimd heeft eerder het juiste actuele inkomen en
mutaties daarop te melden aan de SVB.
Daarnaast worden jaarlijks gegevens met de Belastingdienst uitgewisseld over door de
Belastingdienst vastgestelde inkomens. Aangezien de Belastingdienst niet beschikt over actuele
inkomensgegevens, maar slechts over inkomensgegevens met betrekking tot verstreken
belastingjaren, worden inkomensgevens uitgewisseld die betrekking hebben op gemiddeld 1,5 tot 2
jaar voor het moment van de uitwisseling. Ook uit deze uitwisseling kan blijken dat de klant niet
tijdig de juiste inkomensgegevens heeft gemeld en kunnen herzieningen met terugwerkende kracht
en eventueel een terugvordering ontstaan.
Als gevolg van deze werkwijze komt het voor dat herzieningen en terugvorderingen meer dan 2
jaar teruggaan. Aangezien gegevens voor de verificatie van de inkomensopgave door de klant niet
eerder beschikbaar zijn, is dit niet te voorkomen.
Voor iedere gevalsbehandeling gelden de termijnen uit de Algemene Wet Bestuursrecht. In het
recente verleden heeft de SVB te kampen gehad met hoge werkvoorraden, waardoor ook dit
soort gevalsbehandelingen niet altijd tijdig kon worden afgehandeld. Inmiddels is door de SVB
hierop de nodige actie ondernomen en is de tijdigheid van deze gevalsbehandelingen toegenomen.
3
Percentage tijdigheid afhandeling meldingen en onderzoek inkomen
2004-4 2004-3 2004-2 2004-1 2003-4 2003-3 2003-2 2003-1
(per 7-
nov.)
AOW 91% 87% 85% 86% 82% 84% 76% 82%
Vraag 3
Wat gaat u ondernemen om wijzigingen sneller te doen verwerken, zodat het voorschot tijdig kan
worden aangepast en er geen grote vorderingen ontstaan?
Vraag 5
Kan de SVB deze gegevens niet rechtstreeks via de polisadministratie van het Uitvoeringsinstituut
Werknemersverzekeringen (UWV) en/of de Belastingdienst ontvangen?
Antwoord 3 en 5
Na de constatering van de te hoge werkvoorraden heb ik de SVB gevraagd maatregelen te treffen
met betrekking tot de uitvoering van de Anw. De SVB heeft een plan van aanpak opgesteld ter
verbetering van de tijdigheid Anw. De getroffen maatregelen hebben ook doorgewerkt in de
AOW. In haar Jaarplan 2004 heeft de SVB ook al aangegeven de tijdigheid van de AOW te
verbeteren. Eén en ander heeft geleid tot het sterk terugdringen van de werkvoorraden. De SVB
heeft de inschatting gemaakt dat het overgrote deel van de terugvorderingen met een lange
terugwerkingsperiode het gevolg is van de gehanteerde werkwijze. Aangezien deze werkwijze
volgt uit de huidige regelgeving, zijn op korte termijn geen verbeteringen te verwachten. Structurele
aanpassingen op het terrein van regelgeving en de komst van de polisadministratie bieden meer
mogelijkheden voor toekomstige verbeteringen.
Onderzocht zal worden of de polisadministratie mogelijkheden biedt voor een intensievere
gegevensuitvraag bij het UWV.
Vraag 4
Waarom dienen betrokkenen steeds schriftelijk wijzigingen in hun inkomen door te geven?
Antwoord 4
De SVB wil mutaties altijd schriftelijk om vast te kunnen stellen dat het bericht van de klant
afkomstig is. Dat is geregeld in art 4 (2a) van de Controlevoorschriften AOW (Stcrt. 1996, 141,
laatstelijk gewijzigd bij besluit van 22 december 2000, Stcrt. 2001,7). Bij inkomens wordt
bovendien om bewijsstukken gevraagd om het voor de regeling relevante inkomen juist vast te
kunnen stellen. Zolang gegevens met betrekking tot actuele inkomens niet elders dan rechtstreeks
bij de klant kunnen worden geverifieerd, is deze werkwijze om redenen van rechtmatigheid
noodzakelijk.
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid