GroenLinks


GroenLinks: Schaf het milieuministerie maar af

28 november 2004

Staatssecretaris Van Geel heeft een eenzame positie binnen het kabinet. Hij moet steeds in zijn eentje op de rem staan waar zijn collegas collectief gas geven. Het milieuministerie mag de rommel opruimen die andere ministers maken. Dat probleem deelt hij met al zijn voorgangers in de laatste 15 jaar. De bewindspersoon van milieu heeft een beklagenswaardige positie die daarom het best kan worden afgeschaft.

Van Geel wekt de indruk dat vooral híj met deze moeilijke omstandigheden te maken heeft. Een trendanalyse van 15 jaar milieuministers laat zien dat zijn voorgangers met precies dezelfde problemen worstelden. De context waarbinnen ze hun werk moesten doen, beschreven zij op precies dezelfde wijze. Vaak in letterlijk dezelfde woorden. Allemáál voelden ze zich eenzaam in het kabinet, allemaal vertellen ze over bakzeil halen tegenover hun collega-ministers, allemaal moesten ze de economie (tijdelijk) voor laten gaan en allemaal schoven ze oplossingen door naar een volgend kabinet. En allemáál zeiden ze te maken hebben met een verslappend milieubesef bij het publiek. En allemaal dachten ze in moeilijker omstandigheden te moeten werken dan hun voorgangers.

Deze analyse laat zien dat de huidige crisis in het milieubeleid niet alleen te maken heeft met de (gebrekkige) politieke wil van de Kamer en kabinet om een goed milieubeleid te voeren. Het heeft ook te maken heeft met de wijze waarop milieu in het Nederlandse staatsbestel is ondergebracht. Milieu is geparkeerd op een apart ministerie met een aparte bewindspersoon. Hij of zij is eindverantwoordelijk voor het milieubeleid, maar heeft als het erop aan komt weinig te zeggen. De ministers van Financiën, Economische Zaken, Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, Verkeer en Waterstaat hebben het eerste en het laatste woord. Het milieuministerie is het afvalputje van het kabinet. Zij mogen een brochuretekst bedenken bij het beleid van anderen.

Er dienen andere, betere, voorwaarden te komen voor een succesvol milieubeleid. De belangrijkste waarborgen daarvoor zijn natuurlijk de verkiezingsuitslag en het regeerakkoord. Maar een tweede succesfactor ligt in de institutionele inbedding van het milieubeleid. Want binnen de huidige institutionele context zou zelfs GroenLinks liever geen milieuminister willen leveren. De milieuminister is een geboren verliezer. Daarom kan het milieuministerie maar beter worden opgeheven, vindt GroenLinks. Er dient in plaats daarvan een Ministerie voor Duurzame Ontwikkeling te komen. Ook de ministeries van Economische Zaken en van Landbouw, Natuur en Visserij gaan op in het ministerie van Duurzame Ontwikkeling.

De analyse, inclusief een overzicht van kenmerkende uitspraken van de milieuministers van de afgelopen 15 jaar, is te vinden op: Zie het origineel

Wijnand Duyvendak