Ingezonden persbericht
Nee tegen de WMO: mensen met verstandelijke beperkingen in de AWBZ
Op donderdag 9 december is er in de Tweede Kamer een belangrijk debat over de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO). Daarom vraag ik uw aandacht voor het standpunt van de FvO.
De Federatie van Ouderverenigingen (FvO) zegt nee tegen de WMO. De bestaande plannen voor de WMO zullen zeer ernstige gevolgen hebben voor kwetsbare groepen in de samenleving. Mensen met verstandelijke beperkingen vormen één van deze groepen. De organisaties van ouders en verwanten van verstandelijk gehandicapten vinden dan ook dat deze groep buiten de WMO moet blijven.
De ouderverenigingen strijden samen voor een goed bestaan van mensen met verstandelijke beperkingen. Dat veronderstelt goede zorg en ondersteuning, zeggenschap, gelijke kansen en sociale inclusie. Wij zullen de Tweede Kamer daarom met klem vragen om niet in te stemmen met de WMO die het kabinet voor ogen staat.
In bijlage vindt u de dagboeken van Anouk, Douwe, Patricia en Piet. Hierin schetsen wij in begrijpelijke taal de gevolgen die de WMO kan hebben voor het dagelijkse leven van mensen met verstandelijke beperkingen. De portretten zijn gebaseerd op het leven van echte mensen; de toekomstscenario's zijn natuurlijk fictief. Daarnaast ontvangt u een notitie waarin de wettelijke fundamenten van drie voorgenomen wetswijzigingen worden getoetst op hun effecten voor de kwaliteit van bestaan van mensen met beperkingen.
Een goed bestaan
Mensen met verstandelijke beperkingen hebben door de aard van hun handicaps levenslang zorg en ondersteuning nodig. De kern van volwaardig burgerschap is dat mensen met ernstiger beperkingen aanspraak kunnen maken op meer zorg en meer ondersteuning. Een fatsoenlijke samenleving voorziet daarin door landelijke wetgeving. De overheid is daartoe ook verplicht op grond van internationale verdragen. Een goed bestaan van mensen met verstandelijke beperkingen mag niet afhankelijk worden van een toevallige woonplaats of van gunsten en liefdadigheid.
De zorg en ondersteuning hoort van goede kwaliteit te zijn en gebaseerd op de vraag van de persoon. De zorg wordt gewoon in de lokale samenleving geboden en als dat nodig is in een beschermde omgeving. Ook in die beschermde omgeving dient op alle levensterreinen zorg en ondersteuning beschikbaar te zijn.
Volwaardig burgerschap betekent dat mensen met verstandelijke beperkingen zelf kunnen kiezen hoe ze hun leven inrichten. En dus ook hoe zij hun zorg en ondersteuning regelen. Het persoonsgebonden budget (PGB) is een onmisbaar middel om zeggenschap en keuzevrijheid te vergroten.
Sluipende stelselwijziging
Onder het mom van houdbaarheid van de AWBZ, eigen verantwoordelijkheid en leven in de lokale samenleving stelt het kabinet met de WMO een sluipende stelselwijziging voor. De WMO wordt voorgesteld als nieuwe Welzijnswet, terwijl in feite de wettelijke basis voor voorzieningen en zorg voor mensen met beperkingen wankel en onzeker wordt. Landelijke verantwoordelijkheid wordt afgeschoven naar lokaal beleid.
* Het recht op een belangrijk deel van zorg wordt afgeschaft. 'Eigen verantwoordelijkheid' is daarbij een eufemisme voor eigen betalingen en zelf zorgen. Voorzieningen en ondersteuning worden niet concreet beschreven. Het vage begrip 'civil society' is een deus ex machina voor alle problemen.
* Extramuralisering voor groepen met zware zorgvragen wordt afgeschaft, terwijl extramuralisering voor lichtere vragen onvoldoende gepaard gaat met intensivering van gemeentelijke taken op gebied van wonen en welzijn
* Zeggenschap en vraagsturing worden afgeschaft. Keuzevrijheid en PGB zijn niet gegarandeerd.
* De verworvenheden op het gebied van kwaliteit en toezicht worden afgeschaft.
In het licht van de modernisering AWBZ is de WMO bovendien een ongeloofwaardige stelselwijziging. Er is geen aandacht voor de versterking van de positie van de cliënt, voor zeggenschap en vraagsturing. De WMO is niet solidair en biedt geen garantie voor een goed bestaan van de zwakste groepen in de samenleving. In de 'WMO-dagboeken' laat de FvO voor vier mensen met verstandelijke beperkingen zien welke gevolgen de WMO kan hebben.
Verantwoordelijkheid landelijke overheid
Een goed bestaan van mensen met verstandelijke beperkingen, in de lokale samenleving of in een beschermde omgeving, vereist een landelijke overheid die zijn verantwoordelijkheid neemt en zorgt voor wettelijke verankering van rechten van mensen met beperkingen en van taken van de lokale overheid. De FvO dringt daarom aan op wetgeving die voorziet in:
* Het recht op zorg en ondersteuning.
* Het recht op gelijke kansen en op de voorzieningen om dat mogelijk te maken: onderwijs, werk, inkomen, wonen, vervoer en welzijn.
De FvO zal een dezer dagen samen met CG-raad en CSO een advies uitbrengen over een juridische vormgeving van een WMO waarmee de landelijke overheid wel haar verantwoordelijkheid neemt voor een goed bestaan van mensen met beperkingen.
De FvO doet daarom een dringend beroep op de Tweede Kamer om niet in te stemmen met de huidige WMO-plannen van het kabinet en mensen met verstandelijke beperkingen binnen de AWBZ te houden.
Mocht u meer informatie willen, dan ben natuurlijk altijd bereid u te woord te staan. U kunt ook contact opnemen Pauline de Graaf, beleidsmedewerker, T 030 2363767 of met Aartjan ter Haar, voorlichter T 030 2363750 of 06 06 2512-4494.
Met vriendelijke groet,
Wim van Minnen
Directeur FvO
Federatie van Ouderverenigingen
Postbus 85276
3508 AG Utrecht
T 030 2363767
utrecht@fvo.nl
www.fvo.nl