Den Haag, 25 november 2004
Vragen van de leden Timmermans en Depla (beiden PvdA) aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
over het optreden van burgemeester Som van Kerkrade inzake Roda JC
1. Herinnert u zich onze vragen van 3 februari en 8 april 2004, alsmede uw antwoorden van 27 april 2004 over mogelijke belangenverstrengeling bij een adviescommissie bij Roda JC?
2. Kent u de bemoeienissen van burgemeester Som van Kerkrade met het herfinancieringsvoorstel voor het stadion van Roda JC, conform de aanbevelingen van de Raad van Advies van Roda JC waar de burgemeester lid van is geweest?
3. Kent u de uitspraken van de burgemeester waarbij hij aangaf dat het college van B&W onderzoekt wat de risico s zijn van het herfinancieringsvoorstel en dat, aangezien de gemeente een belangrijke aandeelhouder is, indien er geld kan worden bespaard, het voorstel in het algemeen belang is? Kent u tevens de uitspraken van de burgemeester dat naar zijn oordeel het voorstel in de gemeenteraad een goede kans maakt en dat er een probleem ontstaat als het besluit negatief is, uitspraken die zijn gedaan nog voordat de gemeenteraad zich over het voorstel kon buigen?
4. Hoe verhouden deze uitspraken van de burgemeester zich met uw eerdere antwoorden waarin u aangeeft dat: mocht in de toekomst door het college van B & W moeten worden geoordeeld over eventuele aanvullende financiële ondersteuning van Roda J.C. of Stadion Kerkrade N.V., dan is op zijn minst een zeer terughoudende opstelling door de betrokken bestuurders het meest passend ? Acht u het passend dat een burgemeester positief oordeelt over een herfinancieringsvoorstel dat door hemzelf in hoedanigheid van adviseur mede is opgesteld?
5. Hoe verhoudt het gedrag van de burgemeester zich met door u aangestipte zorgplicht, naar aanleiding van de Winsum uitspraak ? Kan van de burgemeester, gelet op de twee petten die hij in deze zaak draagt, worden verwacht dat hij onbevangen staat ten opzichte van alle af te wegen belangen?
6. Is hiermee in voldoende mate geborgd dat in deze situatie de schijn kan worden vermeden dat verschillende belangen met elkaar worden vermengd? Zo ja, waaruit blijkt dit? Zo nee, hoe beoordeelt u dan het gedrag van de burgemeester in het licht van het feit dat u de gemeente Kerkrade had laten weten dat niet vanzelfsprekend geborgd is dat in een dergelijke situatie de schijn kan worden vermeden dat verschillende belangen met elkaar worden vermengd?
7. Is er, gelet op bovenstaande, aanleiding voor vervolgstappen uwerzijds jegens de burgemeester van Kerkrade? Zo ja, waaruit bestaan deze stappen? Zo nee, waarom niet?
Limburgs Dagblad van 23 november 2004
idem
L1 teletekst van 25 november 2004
Partij van de Arbeid