parlementaire stukken - Antwoorden op kamervragen over een publiek
draagvlak voor terrorismebestrijding
Antwoorden op kamervragen over een publiek draagvlak voor
terrorismebestrijding
25 november 2004
Antwoorden van de minister van Justitie, mede namens de minister van
Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, op de vragen van het lid
Externe link Van der Laan over een publiek draagvlak voor
terrorismebestrijding (ingezonden op 1 oktober 2004, nr. 2040500940).
Toelichting:
Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van de
leden Externe link Azough en Externe link Vos (beiden GroenLinks),
ingezonden 30 september 2004 (vraagnummer 2040500790).
---
1. Vraag
Deelt u de mening dat het ontbreken van een publiek draagvlak voor
terrorismebestrijding een groot gevaar zou kunnen vormen voor een
effectieve bestrijding van terrorisme?
1. Antwoord
Ja.
2. Vraag
Bent u bereid tot een evaluatie van de inval in een woning in Utrecht
(de Volkskrant, 28 september jl.) door de nationale recherche op de
volgende punten:
Rechtvaardigde de tevoren beschikbare informatie deze inval? Is de
informatie-uitwisseling tussen de AIVD en de betrokken diensten in
deze zaak goed verlopen? Geeft het feit dat de inval niets heeft
opgelost aanleiding om de voorbereiding anders aan te pakken en de
informatievoorziening te verbeteren?
Is de inval proportioneel uitgevoerd? Zijn de wettelijke bevoegdheden
niet overschreden? Was het bijvoorbeeld proportioneel om de deur te
forceren en om de verdachten geblinddoekt of op blote voeten af te
voeren?
Is de afwikkeling van de geleden schade door de gedupeerden goed
verlopen? Is de familie bijvoorbeeld op de hoogte gebracht van het
feit dat materiele schade alsmede schade door onrechtmatige detentie
vergoed zullen worden? Is er bijvoorbeeld advies gegeven hoe de nacht
door te brengen zonder sloten op de deur?
2. Antwoord
De informatie van de zijde van de AIVD rechtvaardigde het
politieoptreden in Utrecht. De informatie-uitwisseling, die
plaatsvindt van de AIVD via de Landelijk Terreurofficier naar het OM,
is naar tevredenheid verlopen. Nog afgezien van het feit dat ik
pertinent afstand neem van de opmerking "dat de inval niets heeft
opgelost" kan hierop niet nader worden ingegaan aangezien het een
lopend strafrechtelijk onderzoek betreft.
De punten die bij het tweede gedachtestreepje worden genoemd zullen
-indien de zaak voor de rechter wordt gebracht - ter beoordeling aan
de rechter worden voorgelegd. Thans heb ik echter geen aanwijzingen
dat bij de inval disproportioneel is opgetreden of dat de wettelijke
bevoegdheden zijn overschreden.
Ten aanzien van de doorzoeking geldt dat deze is getoetst door de
rechter-commissaris. Verdachten die door de bijzondere bijstand
eenheid-politie worden aangehouden worden altijd door de
politieambtenaren geblinddoekt teneinde herkenning van de
desbetreffende leden van die eenheid door de verdachte(n) te
voorkomen. Deze standaardprocedure is ingegeven door
veiligheidsoverwegingen.
De afwikkeling van de schade van betrokkenen is nog niet voltooid.
Betrokkenen worden in dat kader bijgestaan door een advocaat. Zoals ik
hiervoor reeds opmerkte is er geen sprake geweest van het ontbreken
van sloten op de deur.
3. Vraag
Deelt u de mening dat het - mede voor het publiek draagvlak voor de
bestrijding van terrorisme - van groot belang is dat onschuldige
gedupeerden vervolgens behoorlijk worden behandeld? Zo ja, valt
volgens u onder een behoorlijke behandeling, naast het worden gewezen
op de standaardvergoedingen voor geleden materiële schade en
onrechtmatige detentie, ook het maken van excuses?
3. Antwoord
Zoals ik reeds opmerkte was het politie-optreden vanwege de aard en
soort van informatie gerechtvaardigd. Het aanbieden van excuses is in
een dergelijk geval niet aan de orde. Uiteraard zullen de
daadwerkelijke kosten op adequate wijze worden vergoed.
4. Vraag
Bent u van mening dat de gedupeerden van de inval in Utrecht
behoorlijk zijn behandeld? Zo ja, hoe verklaart u de publieke onrust
in de Utrechtse wijk over de inval? Zo neen, wat bent u voornemens te
doen om te bewerkstelligen dat de gedupeerden alsnog behoorlijk worden
behandeld?
4. Antwoord
Er is geen sprake van onbehoorlijke behandeling van de aangehouden
personen De inboedel van het doorzochte pand is op nette wijze
achtergelaten. De in de media verschenen foto's die een rommelige
inboedel laat zien van het doorzochte pand, zijn niet in
overeenstemming met de situatie op het moment dat de politie na de
zoeking onder leiding van de rechter-commissaris het pand heeft
verlaten.
5. Vraag
Dient er een richtsnoer te komen voor de afwikkeling van de geleden
schade door gedupeerden van de bestrijding van terrorisme?
5. Antwoord
Ten aanzien van afwikkeling van schade bestaat een richtlijn die ook
in het onderhavige geval wordt gehanteerd. Ik zie geen aanleiding om
met betrekking tot de bestrijding van terrorisme een aparte richtlijn
te creëren.
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties