Nederlandse Politiebond


Prepensioen & levensloop - hoe zit het nu precies?

Gepubliceerd: woensdag 24 november 2004.

Er zijn nogal wat leden ontdaan over het ontbreken van een helder (positief of negatief) NPB-stemadvies ten aanzien van het sociaal akkoord. Hoe zit dat? Waarom zijn de onderhandelingen over de uitwerking van een nieuwe regeling voor de politiesector nog niet begonnen? Wat zijn de gevolgen van het sociaal akkoord voor mij, ik ben 53 jaar? En voor mij, ik ben 46 jaar? Wie kunnen er nog gebruikmaken van de TOR en wie niet?

Velen denken dat het onderhandelaarsakkoord vooral nadelig uitpakt voor de politie- ambtenaren tussen de 50 en de 55 jaar. Dat is echter een misverstand, in het leven geroepen doordat in veel kranten heeft gestaan dat het wel een aardige regeling is, maar dat de ouderen onvoldoende tijd hebben om voldoende geld bij elkaar te sparen. Dat soort teksten zijn geschreven door lieden die in ieder geval van de stand van zaken in de politiesector geen kaas gegeten hebben. Wij hebben tenslotte al een goede rege- ling, waarin zowel gespaard kapitaal zit als een afgesproken financiering via omslag. Verkeerde conclusies zijn dus gauw getrokken.

Hoe de nieuwe regeling er precies uit gaat zien, dat is op dit moment nog niet te zeggen. En dus ook niet wat in individuele gevallen (afhankelijk bijvoorbeeld van leeftijd) de gevolgen zullen zijn. Wel is voor ons duidelijk dat er een hoop gaat veranderen en dat we in de onderhandelingen met minister Remkes alle zeilen zullen moeten bijzetten om de huidige prepensioenmogelijkheden zo veel mogelijk te behouden, op een manier die ook nog eens voor iedereen betaalbaar is.

AFUP en TOR
Door het sociaal akkoord verdwijnt het prepensioen zoals we dat nu kennen. Ook de TOR dus, hoewel dat in feite geen pensioen- maar een verlofregeling is. Deze Tijdelijke Ouderen Regeling zou in 2011 sowieso aflopen. Wij hadden haar ook daarna graag overeindgehouden, maar de eerlijkheid gebiedt te zeggen dat die kans nu zeer klein geworden is. Door de overgangsregeling voor degenen die op 1 januari aanstaande 55 jaar of ouder zijn, kan de grootste groep collega's die uitzicht had op het gebruikmaken van de AFUP (al dan niet onder de polisvoorwaarden FLO) en de TOR opgelucht adem- halen. Voor hen verandert er niets.

Nieuwe regeling
Voor de collega's die op 1 januari aanstaande nog geen 55 jaar oud zijn, verandert er wel het nodige. Voor de NPB en de andere politiebonden wordt het de kunst om zodanig gebruik te maken van de mogelijkheden van het onderhandelaarsakkoord in combinatie met de financiering en de uitgangspunten van de huidige regelingen, dat voor alle collega's een aanvaardbare en betaalbare mogelijkheid ontstaat om voor hun 65-ste te stoppen met werken. Het resultaat zal dicht bij de kernpunten van de bestaande regeling moeten liggen, zeker omdat daarin ook een belangrijk element als 'slijtendheid' van functies zit verwerkt. In het onderhandelaarsakkoord staat in vage bewoordingen iets over dit aspect te lezen, maar we zullen daar vooral aan de eigen overlegtafel met minister Remkes concrete beleidsafspraken over moeten maken.

Tijdrovende operatie
Onze huidige regeling is nogal complex. Zij staat bekend als de AFUP en is opgebouwd uit een algemeen FPU- en een specifiek politiedeel, dat op zijn beurt ook weer uit meer- dere uitkeringselementen bestaat. Bovendien geldt over de periode tot 2001 nog een overgangsrecht met zogenaamde polisvoorwaarden FLO. Al deze uitkeringselementen hebben zelfstandige financieringsbronnen van uiteenlopende aard. Daarnaast kent ook het onderhandelaarsakkoord verschillende onderdelen, die in combinatie met elkaar en rekening houdend met onze sector en wat wij inmiddels hebben opgebouwd moeten leiden tot iets nieuws waarvan iedereen in redelijkheid kan zeggen: dat is niet echt verkeerd!

Hoewel er technisch gezien veel mogelijk lijkt, hangt de uitkomst ook af van de bereid- heid van de minister om tot goede oplossingen te komen. Bovendien moeten de uitein- delijke regelingen ook op verantwoorde wijze bij het ABP of Loyalis ondergebracht kunnen worden. Dat vergt alles bij elkaar nog heel veel onderhandelen en uitzoeken.

Geen NPB-stemadvies
Daardoor zal pas in een later stadium duidelijkheid ontstaan over de gevolgen voor de verschillende leeftijds- en functiecategorieën binnen de politie. Veel collega's zouden daarover nu al meer willen weten, al was het maar om de vraag te beantwoorden hoe ze moeten stemmen bij het FNV-referendum. Helaas zit dat er dus niet in. Daar komt nog bij dat we gelijktijdig over een pakket van zaken moeten onderhandelen, ook over bijvoorbeeld de WAO en het tweede ziektejaar. Dat maakt het spel er niet eenvoudiger op. Juist omdat we de uitkomst voor onze eigen sector niet goed kunnen voorspellen, heeft het NPB-bestuur gemeend zijn leden geen onderbouwd advies te kunnen geven over het al dan niet instemmen met het bereikte onderhandelaarsakkoord.

Hieronder de elementen uit het onderhandelaarakkoord die van betekenis zullen zijn bij de onderhandelingen met minister Remkes over een nieuwe regeling op basis waarvan politieambtenaren vóór hun 65-ste kunnen stoppen met werken.

Levensloop
De levensloopregeling biedt de gelegenheid om drie jaar eerder te stoppen met werken. Terecht wordt opgemerkt dat het slechts voor weinigen zal zijn weggelegd om 210 procent van het salaris bij elkaar te sparen. De zaak wordt rooskleuriger als je de volgende twee elementen in beschouwing neemt. A). Het akkoord voorziet in een collectieve levensloopregeling. Door het verdwijnen van VUT en prepensioen vallen middelen vrij (werknemerspremies en werkgeversbijdragen). Deze kunnen worden aangewend voor de levensloopregeling. Daarnaast bestaat de mogelijkheid om de werkgeversbijdrage te laten variëren per leeftijdscategorie.
B). Redelijk veel mensen tussen de 50 en 55 jaar hebben al een prepensioenpotje opge- bouwd. Het saldo daarvan kan worden aangewend voor de levensloopregeling. Naast dat overigens niet zo heel erg grote potje is destijds voorzien in omslagfinanciering. De NPB vindt dat die gelden ook bij de levensloopregeling betrokken dienen te worden.

Verhogen ouderdomspensioen Het akkoord voorziet in de mogelijkheid om het ouderdomspensioen te verhogen tot 100 procent van het laatstverdiende loon. Dit betekent dat de huidige prepensioenpremies en opgebouwde rechten kunnen worden aangewend voor het verhogen van het ouder- domspensioen zonder dat de fiscale grenzen worden overschreden. Het deel van het ouderdomspensioen dat boven de Witteveen-norm van 70 procent uitstijgt, kan worden aangewend voor het vervroegen van de ingangsdatum van het ouderdomspensioen.

Repareren van pensioengaten In het sociaal akkoord is een bepaling opgenomen om het repareren van pensioengaten makkelijker en vooral betaalbaar te maken. In een overeenkomst kunnen werkgever en werknemers besluiten om de 'gaten' van deelnemers te repareren. Dat gebeurt dan in de vorm van een arbeidsvoorwaardelijke toezegging die in een periode van maximaal 15 jaar, al dan niet tijdsevenredig, mag worden afgefinancierd. Hierbij gelden alleen de feitelijk afgefinancierde jaren als een onvoorwaardelijke pensioentoezegging. Dit bete- kent namelijk dat de kosten die de financiering met zich meebrengt via een omslag- stelsel kunnen worden geïnd en dat de daadwerkelijke financiering (binnen de termijn van 15 jaar) pas hoeft plaats te vinden op het moment dat een individuele medewerker in aanmerking komt voor (vervroegde) uittreding. Zo'n regeling zit ook in de huidige FPU en AFUP. De mogelijkheid om pensioengaten te repareren in combinatie met het ver- hogen van het ouderdomspensioen is een mix die bruikbaar lijkt om de aanspraken of verwachtingen van met name de collega's die nog net geen 55 jaar zijn op te lossen.

Actiecomités
De onderhandelingen moeten uiteindelijk leiden tot regelingen die voldoen aan de verlangens van alle leeftijds- en functiecategoriën. Garanties daarover kunnen op dit moment echter niet worden gegeven en evenmin kan nu al worden aangegeven wat de nieuwe regeling per leeftijdscategorie eventueel meer gaat kosten. Zonodig zullen we ook nog acties moeten voeren om een redelijke uitkomst in onze sector te bewerk- stelligen. Om die reden worden de regionale actiecomités vooralsnog dan ook niet ontbonden.

Tot slot: de onderhandelingen over een nieuwe prepensioenregeling voor de politiesector kunnen pas beginnen als het sociaal akkoord door (de leden van) de vakbonden (in meerderheid) is geaccepteerd.

Overname van deze informatie is toegestaan mits met bronvermelding. © 24 11 2004 NPB