Bijna 4,5 miljoen Nederlanders volgden een reanimatiecursus
Tien procent van hen heeft de reanimatie al eens in de praktijk toegepast
Den Haag, 25 november 2004. Uit onderzoek van het TNS NIPO (n=1163) is
gebleken dat Nederlanders over het algemeen goed weten wat een hart-
of circulatiestilstand is en wat ze moeten doen in die situatie. Een
ruime meerderheid, 88%, belt het alarmnummer 112. 50% zegt direct te
beginnen met rean imeren,35%gaathulphalen.Vandebevolkingvan18
jaar en ouder heeft 35% - bijna 4,5 miljoen Nederlanders - een
reanimatiecursus gevolgd. Opvallend is dat de 55-plussers
ondervertegenwoordigd zijn, terwijl zij de grootste kans hebben in hun
directe omgeving met een hartstilstand geconfronteerd te worden.
Elke week worden zo' n 230 Nederlanders buiten het ziekenhuis door een
plotselinge hart- of circulatiestilstand getroffen. Meestal is het
slachtoffer ouder dan 60 jaar en is binnenshuis. Een hartstilstand
leidt na 4-6 minuten tot hersenbeschadiging en na ongeveer 10 minuten
tot de dood. Door direct hartmassages en mond-op-mondbeademingen
(basale reanimatie) afwisselend toe te passen wordt zuurstofrijk bloed
rondgepompt, zodat deze gevolgen worden voorkomen. Behalve directe
reanimatie zijn snelle defibrillatie, dit is het hart met een
krachtige stroomstoot van een defibrillator weer in een goed ritme
brengen, en specialistische reanimatie door ambulancepersoneel
cruciaal voor de overlevingskansen.
Positieve houding tegenover reanimatie
De Nederlander acht directe reanimatie belangrijk om zuurstoftekort te
voorkomen (39%), het hart weer op gang brengen (23%), bloed rond te
pompen (20%) en hersenbeschadiging tegen te gaan (18%). Eenderde geeft
aan een reanimatiecursus gevolgd te hebben om mensen te kunnen helpen.
Jonge landgenoten (18-34 jaar) geven dit motief minder vaak aan (21%).
Zij maken eerder gebruik van de gelegenheid een cursus te volgen zodra
deze op school of op de werkplek wordt georganiseerd. Eenderde van
degenen die (nog) geen cursus volgden, geeft aan het wel van plan te
zijn, maar het is er nog niet van gekomen. Een ander motief is als een
familielid, vriendin, collega of sportmaatje hartpatiënt zou worden
(41%).
Hartstichting besteedt ruim aandacht aan reanimatie en AED
De Hartstichting stimuleert al ruim dertig jaar reanimatieonderwijs.
Zij zal in de komende jaren een extra beroep doen op de 55-plussers om
een cursus te volgen, omdat zij vaak de getuige en hulpverlener bij
een plotselinge hartstilstand in de eigen woonomgeving kunnen zijn.
De AED, de automatische externe defibrillator, is nu nog onbekend, zo
blijkt uit het onderzoek. Leren defibrilleren met een AED is een
vervolgopleiding op een reanimatiecursus. Een cursus reanimatie duurt
4-6 uur, leren defibrilleren met een AED een paar uur extra.
Momenteel zendt Nederland 1 elke dinsdagavond om 23.40 uur de
dramaserie 'Zes Minuten' uit, over de zes beslissende minuten na een
hartstilstand en het belang van de AED.
Doelstelling ruimschoots gehaald
Een der doelstellingen van de Hartstichting was dat in 2005 30% een
cursus reanimatie heeft gevolgd. Daarom gaf zij TNS NIPO opdracht
onder de bevolking vanaf 18 jaar onderzoek te verrichten naar kennis
en gedrag bij een hartstilstand en het percentage reanimisten. Het
onderzoek vond eind augustus 2004 plaats. Deze doelstelling is mede
door de bijdragen van andere cursusaanbieders ruim gehaald.