Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Directie Voorlichting en Communicatie

Speech voor de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, H. Hoogervorst, bij het congres van GGZ Nederland in Amersfoort, 24 november 2004

Wijzigingen voorbehouden. Alleen de uitgesproken tekst geldt.

Dames en heren,

Om te beginnen wens ik GGZ Nederland veel geluk met het fraaie pand dat u hier in Amersfoort heeft betrokken. Een vaak gehoorde klacht over de GGZ is dat dit deel van de gezondheidszorg net een "black box" is, maar als uw werk zo transparant wordt als deze zaal zal niemand daar ooit nog over klagen.

Als bewindspersoon verantwoordelijk voor de geestelijke volksgezondheid voel ik mij vandaag in een traditie staan. Begin jaren negentig vroeg staatssecretaris Simons zich bezorgd af, waar de snel stijgende vraag naar geestelijke gezondheidszorg vandaan kwam.

Toespraak Parnassusplein 5 Doorkiesnummer Hebt u 's avonds of in het weekend dringend Postbus 20350 (070) 340 60 00 een voorlichter nodig, belt u dan met het 2500 EJ DEN HAAG Fax (070) 340.62.92 ministerie, telefoon (070) 340 79 11. Daar Telefoon (070) 340 79 11 regelt men dat u wordt teruggebeld.

Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 2 -

Zes jaar later deed minister Borst hetzelfde ­ zij stelde een commissie in die moest uitzoeken wat de oorzaken zouden kunnen zijn van de groeiende vraag naar geestelijke gezondheidszorg.
En nu sta ik hier en ik vraag mij hetzelfde af.

Angst en depressie behoren tot de ziektebeelden die de afgelopen jaren een spectaculaire stijging hebben gekend. Een op de vier volwassenen heeft een of andere vorm van psychische stoornis.
Het gebruik van antidepressiva stijgt, net als het ziekteverzuim als gevolg van psychische klachten. En volgens de Volksgezondheid Toekomstverkenningen staat ons nog een forse toename van het aantal mensen met depressies of angststoornissen te wachten. Alle reden dus om na te denken over de vraag hoe we hier een antwoord op vinden.

Ook voor een minister van Volksgezondheid is dat antwoord nog niet zo gemakkelijk. Toespraak
---

Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 3 -

Ik geloof niet dat de overheid er verantwoordelijk voor is dat mensen gelukkig worden. Ik kan me dan ook niets voorstellen bij de uitspraak waarmee psychiater Weijel begin jaren zeventig bekendheid kreeg: "Geluk is een politieke zaak" .
Dat was typisch een gedachte uit de tijd dat Welzijn een stuk belangrijker was dan Volksgezondheid, dat de overheid grote verwachtingen had van het Welzijnsbeleid. Ik denk dat we daar de laatste jaren wat realistischer in zijn geworden.
De overheid heeft minder hoge ambities op het gebied van de geestelijke volksgezondheid.
De zorg voor mensen die tijdelijk dan wel blijvend in psychische problemen zijn laten we over aan de professionals, onder andere van de GGZ.
De taak van de overheid is het om er op toe te zien dat de GGZ die taak goed uitvoert.
Dat is al moeilijk genoeg.
Toespraak
---

Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 4 -

Ik zeg het eerlijk: traditioneel is de geestelijke gezondheidszorg niet bij voorbaat verzekerd van een vanzelfsprekende maatschappelijke en politieke steun. In de ogen van velen straalt de sector nog steeds het beeld uit van strijdende therapeutische stromingen en onduidelijkheid over de wetenschappelijke grondslagen. Ook daarom ben ik blij dat GGZ Nederland nu het initiatief heeft genomen voor dit visiedocument.
In een poging om helder te maken waar de GGZ voor staat.
Bovendien plaatst GGZ Nederland zich in dit document duidelijk binnen het geheel van de gezondheidszorg, zonder de traditionele claim dat geestelijke zorg toch echt iets héél anders is.

Misschien is dat wel de kern van de ontwikkeling van de GGZ op dit moment, zoals die ook blijkt uit dit document: dat u steeds meer een "gewoon" onderdeel wordt van de zorg.
Toespraak
---

Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 5 -

Dat een groot deel van de psychische problemen goed en snel te genezen is en dus thuishoort bij de
zorgverzekering in plaats van de AWBZ.
Dat de therapie geen mysterieuze tovenarij van de psychiater is, maar een helder omschreven geheel van acties die je ook in een DBC kunt vastleggen.

Ik zie in dit visiedocument veel terug van de uitgangspunten die de kern vormen van mijn visie op de gezondheidszorg.
Ten eerste, ik noemde het al, de overheveling van AWBZ naar zorgverzekering, die aangeeft dat veel psychische zorg helemaal niet langdurig is.

Ten tweede het idee van "vermaatschappelijking". Dat past bij het huidige kabinetsbeleid, bij het uitgangspunt dat het goed is als mensen zo lang mogelijk thuis blijven wonen.

Ten derde: de nauwere samenwerking binnen de Eerste Toespraak Lijn. Ook dat wil ik graag.

---

Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 6 -

Wel denk ik dat deze keuze consequenties moet hebben. Als de GGZ eerste lijnszorg wil bieden, dan moet dat ook onder eerstelijns-condities. Dus snel, kortdurend en voor eerstelijnstarieven. Daarover doet u in uw visiedocument geen uitspraken.

U ziet, er zijn veel aspecten waarop wij het met elkaar eens zijn.
Toch heb ik natuurlijk ook nog wel wat opmerkingen.

De afgelopen jaren was de kritiek op de GGZ dat ze veel naar zich toetrekt. Dat ze geneigd is verantwoordelijkheid te nemen voor een te breed terrein. Eerlijk gezegd vind ik dat na lezing van dit document nog steeds.
Zeker, er is een heldere indeling gemaakt in vier domeinen waarvoor de GGZ verantwoordelijk is. Maar als je die vier domeinen bij elkaar optelt, beslaan ze in feite nog steeds alles wat maar enigszins met geestelijke zorg te maken heeft. Echte keuzes worden niet gemaakt; de GGZ blijft álles doen. Toespraak
---

Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 7 -

Ik vind het een uitdaging voor GGZ Nederland om als volgende stap ook eens te zeggen: wat is onze "core business" en wat zouden anderen ook best kunnen doen.

Dat speelt bij voorbeeld op de domeinen preventie en vermaatschappelijking.
Het is goed om aandacht te vragen voor preventie. Ook voor mijn ministerie is preventie van psychische stoornissen een van de speerpunten. Maar ik denk dat hier vooral ook een taak ligt voor scholen, thuiszorg, bedrijfsgezondheidszorg en eerste lijnszorg en níet in eerste instantie voor de GGZ.

Datzelfde geldt voor "vermaatschappelijking". Ook het kabinet vindt dat mensen als het enigszins kan zelfstandig moeten blijven wonen ­ dat geldt voor ouderen net zo goed als voor patiënten met een psychische stoornis. De Wet op de Maatschappelijke Ondersteuning is juist daarvoor ontworpen.
Het zou goed zijn als u daar voor deze groep aansluiting Toespraak bij zocht.

---

Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 8 -

U schrijft in uw document: "GGZ-instellingen helpen de samenleving ontvankelijk te maken voor patiënten met een psychische handicap". Ik vraag mij af of dat een taak voor u is. Mijn voorstel zou zijn: leg de regie bij de gemeente en probeer niet alles zelf te doen.

Ik wil terug naar de onderdelen van uw beleidsvisie waar ik enthousiast over ben.
Ik zei in het begin al: de GGZ wordt steeds meer een "normaal" onderdeel van de gezondheidszorg.
Daar horen in mijn visie tegenwoordig vooral termen bij als "vraaggericht", "verantwoording afleggen", "kwaliteitsbeleid" en "evidence based handelen".

Het doet mij genoegen dat u zich daar in dit document ook op richt.
Voor de op genezing gerichte GGZ schrijft U over "de kwaliteit van maatwerk" en over "specialistische profielen." Ook spreekt u van "wedijver tussen aanbieders" en "kwaliteitsstandaard". Het is, dat zal u Toespraak niet verbazen, een weg die mij zeer aanspreekt.
---

Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 9 -

Ik ben er van overtuigd dat het ook in de GGZ mogelijk is strakker en helderder te werken: volgens protocollen, standaard-therapieën en evidence-based handelen. Vergelijkende informatie moet de patiënt duidelijk maken waar hij het best terecht kan voor een behandeling die kort, effectief en op hem toegesneden is. Dat geldt voor de hele gezondheidszorg.

Ik rond af.
Ik heb het visiedocument van GGZ Nederland met veel interesse gelezen en zoals u uit het voorgaande kunt afleiden: ik ben er overwegend positief over. Het document is inhoudelijk, gericht op het bieden van helderheid over de vraag waar u voor staat. U trekt zich de twijfels vanuit de samenleving aan en dat is goed.

Ik denk dat u na dit document nog een tweede stap moet zetten, die niet alleen naar de sector zelf kijkt, maar ook naar de politieke omgeving. Toespraak
---

Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 10 -

Ik heb begrepen dat u daarvoor nu een beleidsplan zult opstellen, dat wel concrete antwoorden wil geven op de politieke uitgangspunten van mijn ministerie. Dit document maakt mij daar erg nieuwsgierig naar. Ik dank u voor uw aandacht.

0 ­ 0 ­ 0 ­ 0 ­ 0 ­ 0 ­ 0 - 0

Toespraak 10


---- --