Nieuws
24 nov 2004 - Vragen over positieve signalen
opheffing EU-wapenembargo tegen China
Schriftelijke vragen van de leden Van Baalen (VVD) en Van Bommel (SP) aan
de minister van Buitenlandse Zaken over positieve signalen opheffing
EU-wapenembargo tegen China
1. Heeft U kennis genomen van het het bericht in de internetkrant van
EU-observer van 22 november jl., dat U, afgelopen maandag, tegen
journalisten zou hebben gezegd dat de EU klaar is om volgende maand op de
EU-China-top een positief signaal aan de Volksrepubliek China af te geven
over het opheffen van het EU-wapenembargo tegen China? Heeft U deze
uitspraak gedaan. Zo niet, in welke bewoordingen heeft U zich wel
uitgelaten?
2. Heeft U kennisgenomen van de uitkomsten van het Algemeen Overleg RAZEB
van 18 november jl, waarin VVD, CDA, PvdA en SP, zijnde een ruime
Kamermeerderheid, stelden dat nu Denemarken en Zweden zich tegen
opheffing van het wapenembargo blijven verzetten (brief van 1 november
jl. van de Zweedse Ambassadeur Skala in Den Haag aan het lid Van Bommel,
welke inmiddels in Uw bezit is), Nederland in de EU niet alleen staat en
dus de met algemene stemmen aanvaarde motie-Van Bommel cs (21 501-20, nr
230) van 18 december 2003 naar letter en geest dient uit te voeren?
3. Heeft U kennisgenomen van het feit, dat de regering tijdens voornoemd
Algemeen Overleg met de in punt 2 door de Kamer geformuleerde uitleg van
de motie-Van Bommel cs heeft ingestemd, waarbij van de opheffing van het
EU-wapenembargo tegen China, naast aanscherping van de
EU-wapenexportcode, eerst sprake kan zijn indien de
mensen-rechtensituatie in de Volksrepubliek en de algehele toestand in
Tibet wezenlijk verbeteren en er sprake is van detente in de Straat van
Taiwan?
4. Hoe verhouden Uw opmerkingen, zoals in punt 1 genoemd, zich met het
regeringsstandpunt, zoals in punt 2 verwoord?
5. Bent U bereid deze vragen vóór 1 december a.s. te beantwoorden?
Ingediend 23 november 2004
VVD