Europese discussie over DRM
Digital Rights Management (DRM) systemen zijn er in verschillende
soorten en maten en dienen om materiaal dat vaak beschermd wordt door
intellectuele eigendomsrechten, zoals het auteursrecht, te voorzien
van een technische beschermingslaag. In Copyright Notice 2002, nummer
3 is al eens uitgebreid stilgestaan bij de invloed van DRM op de
uitgeverij. Toen werd geconcludeerd, dat DRM nog geen rol van
betekenis speelt in de uitgeverijsector, en dat de gebruiksvoorwaarden
voor informatie in digitale vorm in de meeste gevallen langs
contractuele weg worden bepaald.
Sindsdien is er nog niet zo heel veel veranderd. Er is nog steeds geen
eensluidende definitie van DRM en DRM wordt nog steeds niet op grote
schaal toegepast in de markt. Het juridische kader voor DRM is te
vinden in de Auteursrechtrichtlijn. De richtlijn ondersteunt het
gebruik van DRM door technische voorzieningen van juridische
bescherming te voorzien en door te bepalen dat door lidstaten
getroffen maatregelen om een privé-kopie mogelijk te maken,
rechthebbenden niet mogen beletten om technische voorzieningen te
treffen, die verenigbaar zijn met de beperkingen inzake het kopiëren
voor privé-gebruik. De richtlijn roept ook op tot vrijwillige
maatregelen vanuit de industrie om auteursrechtelijk materiaal te
beschermen en tegelijkertijd de interoperabiliteit en compatibiliteit
van de verschillende DRM systemen te verzekeren. In Nederland zijn de
relevante artikelen uit de richtlijn terug te vinden in de artikelen
29a en 29b van de sinds 1 september 2004 geldende Auteurswet.
DRM heeft al geruime tijd de aandacht van de Europese Commissie. De
Commissie heeft onder meer workshops voor belanghebbenden gehouden
over DRM in 2002 en 2003 en zal dat ook dit jaar nog doen. Naar
aanleiding van de gehouden workshops zijn vier werkgroepen ingesteld,
waarin DRM vanuit verschillende perspectieven (namelijk die van
gebruikers, technologiebedrijven, producenten en uitgevers en
collectiefbeheersorganisaties) is besproken. In maart 2004 heeft de
Europese Commissie een speciale groep van belanghebbenden samengesteld
om de problematiek rondom DRM-systemen verder te bespreken en zo nodig
aan te pakken. Deze zogenaamde High Level Group is samengesteld uit
onder meer vertegenwoordigers van contentproviders,
auteursorganisaties, uitgevers (de Europese boekenuitgeverorganisatie
FEP), omroeporganisaties, ICT-bedrijven en consumenten. Op 8 juli 2004
heeft de groep een eindrapport gepresenteerd (zie voor de tekst van
het volledige rapport
http://europa.eu.int/information_society/activities/consultations/inde
x_en.htm). Dit rapport geeft enkele uitgangspunten en aanbevelingen
voor het opstellen van Europees beleid op het gebied van DRM. Het
rapport beslaat drie aspecten: DRM en interoperabiliteit (1),
thuiskopieheffingen en DRM (2) en overgang van illegale naar legale
internetdiensten (3). Over deze laatste twee onderwerpen kon overigens
nog geen overeenstemming worden bereikt met de Europese
vertegenwoordiging van de consumenten, die vindt dat de Commissie te
veel rekening houdt met de belangen van technologie- en mediabedrijven
bij de beveiliging van hun producten.
Over DRM en interoperabiliteit wordt in het rapport opgemerkt dat DRM
nieuwe diensten mogelijk maakt, maar dat de technologische
ontwikkeling sneller gaat dan de marktontwikkeling. Veel
consumentenproducten zijn nog niet ingesteld en/of geschikt voor DRM.
Standaardisering heeft een fundamentele rol te spelen bij het plaatsen
van DRM in de markt. Open standaarden kunnen interoperabiliteit
bevorderen en bijdragen aan acceptatie door de massamarkt van diensten
die door middel van DRM toegankelijk zijn. Interoperabiliteit betekent
dat de consument verschillende producten kan kiezen en ze kan
gebruiken voor verschillende diensten. Informatie kan door middel van
interoperabiliteit langs verschillende distributiekanalen en via
verschillende platforms (PC, mobiele telefoon, etc.) worden verspreid.
Wat betreft thuiskopieheffingen en DRM wordt gesteld dat het mogen
maken van een privé-kopie een beperking is op het exclusieve
reproductierecht en daarom getoetst dient te worden aan de
drie-stappen-toets. Heffingen moeten niet worden aangemerkt als
compensatie voor piraterij. De Europese Commissie heeft benadrukt een
systeem gebaseerd op exclusieve rechten, ondersteund door
technologieën die een veilige omgeving verzekeren waar zulke rechten
kunnen worden gelicentieerd en bekrachtigd, dat de juiste weg is.
Dubbele betaling (betaling van heffingen en betaling voor
gelicentieerd gebruik) moet worden voorkomen.
Verder wordt in het rapport de overgang van illegale naar legale
internetdiensten behandeld.
De ontwikkeling van het leveren van content via online diensten is
vertraagd door de opkomst van illegale diensten. De laatste tijd lijkt
echter het aanbod van legale online diensten in Europa toe te nemen.
Dit is een teken, dat de consumentenvraag naar legale content op
internet sterk is. De belanghebbenden roepen in het eindrapport de
instellingen van de EU en de lidstaten op, om in hun beleid tot uiting
te brengen dat misbruik van auteursrecht en het illegaal uitwisselen
van auteursrechtelijk beschermde bestanden onaanvaardbaar is en niet
zal worden getolereerd.
De Europese Commissie gaat nu verder nadenken over het eindrapport en
onderzoeken, of er behoefte is aan actie op Europees niveau en als dit
nodig mocht blijken beleidsinitiatieven ontplooien. De Commissie heeft
het eindrapport online gezet en is een brede consultatie van alle
belanghebbenden begonnen. Belanghebbenden konden tot 15 september 2004
hun reactie geven.
De meeste reacties zullen worden geplaatst op de website van de
Europese Commissie:
http://europa.eu.int/information_society/eeurope/2005/all_about/digita
l_rights_man/index_en.htm. Onder meer de European Newspaper Publishers
Association (ENPA) heeft een reactie op het rapport gegeven. De
Europese Commissie zal later dit jaar nog een workshop houden, waarin
de punten die als obstakel worden gezien voor de ontwikkeling van DRM
zullen worden behandeld.
De digitale omgeving biedt nieuwe mogelijkheden voor uitgevers. DRM
kan op zich, bijdragen aan een betere bescherming van digitale
content. De markt voor DRM moet zich zoals gezegd, nog grotendeels
ontwikkelen. Voor uitgevers is het van belang dat het gebruik van DRM
vrijwillig blijft en dat er geen regelgeving komt, die het gebruik van
DRM verplicht stelt. Als een uitgever kiest voor DRM, is het van
belang dat hij vrij is om het type systeem en de functionaliteiten te
kiezen. DRM zou moeten voldoen aan de behoefte van uitgevers en passen
binnen bestaande business models; Standaarden moeten open zijn,
vrijwillig en geleid door de industrie. Het is van belang dat de markt
zich kan blijven ontwikkelen in de digitale omgeving. Ook moeten
uitgevers vrij blijven om te kiezen voor collectief of individueel
rechtenbeheer. Verder moet DRM niet te veel als wondermiddel voor
piraterij worden gezien, omdat DRM niet noodzakelijk is voor elke
sector en elke situatie en DRM de nodige kosten met zich brengt.
Daarom zal DRM niet automatisch gelijk door iedereen worden gebruikt
in de uitgeverijsector.
Het zou interessant zijn te weten op welke manier Nederlandse
uitgevers reeds gebruikmaken van DRM. Uitgevers die ervaring hebben
met DRM in hun bedrijf, worden van harte uitgenodigd om het
vaksecretariaat Juridische Zaken hierover te informeren
(f.vening@nuv.nl).
Meer algemene informatie over DRM en de bescherming van digitale
content is te vinden op www.europe4drm.com, een informatieve website
van de Europese technologie industrie, waar ook voorbeelden van DRM
worden gegeven.
Nederlands Uitgeversverbond