Ministerie van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer Postbus 90801
2509 LV Den Haag
der Staten Generaal Anna van Hannoverstraat 4
Binnenhof 1a Telefoon (070) 333 44 44
Telefax (070) 333 40 33
2513 AA Den Haag
Uw brief Ons kenmerk
W&B/URP/04/81747
Onderwerp Datum
Wijziging van de Wet werk en bijstand in 23 november 2004
verband met het verlenen van een financiële
tegemoetkoming aan personen die een
ouderdomspensioen op grond van de AOW
ontvangen, alsmede in verband met enige
aspecten van de financieringssystematiek
(kamerstuk 29 850)
Bij brief d.d. 15 november 2004, kenmerk W&B/SFI/04/78733, heb ik u de nota naar
aanleiding van het verslag inzake het bovenvermelde wetsvoorstel doen toekomen.
In de nota naar aanleiding van het verslag wordt (onder meer) ingegaan op vragen over de
uitvoering door de gemeenten van de financiële tegemoetkoming aan personen die een
onvolledig ouderdomspensioen op grond van de AOW ontvangen. In die vragen komt ook
de rol van de Sociale verzekeringsbank (SVB) aan de orde en wordt verwezen naar de
uitspraken van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) met betrekking tot de
uitvoerbaarheid. Inzake de uitvoering is in de memorie van toelichting en de nota naar
aanleiding van het verslag aangegeven dat in overleg met de VNG nader zal worden bezien
hoe die op de meest eenvoudige wijze vorm kan krijgen.
Vorenbedoelde vragen zijn aanleiding geweest voor nader overleg met SVB over de
uitvoering van de financiële tegemoetkoming. Dit heeft erin geresulteerd dat SVB alsnog de
volledige tegemoetkoming zal gaan verstrekken aan alle personen met een
ouderdomspensioen op grond van de AOW, dus ook aan degenen die een gekort
ouderdomspensioen ontvangen.
Nu SVB aan alle personen met een ouderdomspensioen op grond van de AOW de volledige
tegemoetkoming zal gaan verstrekken, is het niet langer noodzakelijk om een aanvullende
financiële tegemoetkoming te verstrekken in het kader van de Wet werk en bijstand.
2
Bijgevoegd treft u een nota van wijziging aan, waarin het desbetreffende bepalingen wordt
vervangen door een bepaling die inhoudt dat meergenoemde tegemoetkoming in het kader
van de Wet werk en bijstand niet tot de middelen van de belanghebbende wordt gerekend.
De Staatssecretaris van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,
(H.A.L. van Hoof)
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid