Perifere zenuwchirurgie opnieuw belicht
Unieke 'promotie trilogie' van de afdelingen Plastische Chirurgie en
Revalidatie van Erasmus MC
Op woensdag 24 november 2004 promoveren aan de Erasmus Universiteit
Rotterdam drie promovendi op drie aspecten van hetzelfde onderwerp:
herstel van perifeer zenuwletsel. Zo passeert op een dag bijna het
gehele spectrum van de perifere zenuwregeneratie en -chirurgie de
revue.
Perifere zenuwen vormen de verbindingen tussen het ruggenmerg en de
spieren en met de gevoelsorgaantjes. Beschadigingen van perifere
zenuwen naar de hand zijn een belangrijke oorzaak van ernstig en
langdurig functieverlies. Daarom worden de twee uiteinden van de
doorgesneden zenuw microchirurgisch gehecht. Het herstel van functie
is frustrerend omdat de uitkomst onvoorspelbaar en vaak teleurstellend
is, zowel voor patiënt als plastisch chirurg.
E.T. Walbeehm (afdeling Plastische Chirurgie): De rol van het
proximale segment in perifere zenuwregeneratie
Op experimenteel niveau trachtte de promovendus om de
onvoorspelbaarheid te verklaren Met speciaal ontwikkelde apparatuur,
magnetische neurografie wordt de zenuw letterlijk doorgemeten. Het
onderzoek richtte zich met name op de veranderingen in het segment
tussen ruggenmerg en het niveau van het letsel. Een van de
interessante conclusies lijkt te zijn dat het uitstellen van het
chirurgische herstel van het zenuwletsel, gedurende 24 uur, een beter
resultaat lijkt te geven. Anderzijds is er een experimenteel model
ontwikkeld hoe een zenuw met rek omgaat. Dit opent nieuwe
mogelijkheden voor het hechten van zenuwen als er gedeeltes ontbreken
en de zenuwen onder spanning zouden moeten worden ingehecht.
Het onderzoek blijft een van de speerpunten voor de afdelingen
Revalidatie en Plastische Chirurgie. De kennis omtrent de doorgesneden
zenuw en het herstelproces is continu in ontwikkeling.
Promotor: prof.dr. S.E.R. Hovius, Plastische en reconstructieve
chirurgie
Aanvang promotie: 9.45 uur
J.B. Jaquet (afdeling Plastische Chirurgie): Medianus en ulnaris
zenuwletsels: prognose en voorspellende waarden voor de klinische
uitkomst.
De promovendus richtte zijn onderzoek op het beloop van het letsel van
de nervus medianus en ulnaris in de onderarm. Deze zenuwen zijn twee
van de drie zenuwen in de arm, die zorgen voor gevoel en spierkracht
van de hand. Bij doorsnijding van deze twee zenuwen is het totale
gevoel uitgeschakeld van de palmzijde van de hand. Afhankelijk van de
hoogte van doorsnijding is er een totale dan wel gedeeltelijk
verlamming van de hand.
Er bleek dat gemiddeld vijf en half jaar na de operatie slechts 21
procent van de onderzoekspopulatie een 'goed' gevoelsherstel
verkregen. 'Goed' spierherstel werd bereikt in 49 procent. Het
functionele herstel stabiliseert gedurende het derde jaar na de
operatie. De activiteiten van het dagelijks leven bleken vijf en half
jaar na de operatie nog aanzienlijk beperkt. Binnen het eerste jaar na
het zenuwletsel was 59 procent van de onderzochte groep in staat terug
te keren naar het werk. Gemiddeld aantal ziektewetweken was 31,3
weken. Terugkeer naar werk, binnen een jaar bij een gecombineerd
medianus-ulnaris zenuwletsel was 24 procent, versus 80 procent voor
een medianus letsel en 59 procent voor een ulnaris letsel. Opleiding,
soort werk en therapietrouw aan de handtherapie bleken voorspellende
waarden voor de terugkeer naar het werk. Van de studiepopulatie liet
36 procent genoeg symptomen van psychologische stress zien om daarvoor
een behandeling nodig te hebben. Verder bleek dat de mate van
psychologische stress van invloed was op de uiteindelijke functionele
uitkomst.
Promotoren: prof.dr. S.E.R. Hovius, Plastische en reconstructieve
chirurgie, en prof.dr. H.J. Stam, Revalidatiegeneeskunde
Aanvang promotie 11.45 uur
A.R. Schreuders (afdeling Revalidatie): Spierkrachtmetingen van de
hand
In deze dissertatie draait het om herstel van spierkracht van de hand
na zenuwletsel. Bij zenuwletsels van de pols en onderarm zijn de
kleine spieren in de hand verlamd. Als de zenuw chirurgisch gehecht
is, zal de zenuw vanaf die plaats ingroeien. Dit ingroeien is een
langzaam proces waardoor pas na verloop van maanden herstel van de
spierkracht zal optreden. Er bestaat een aantal methodes om de
spierkracht te meten, maar deze bleken niet specifiek genoeg. In een
samenwerking met de Haagse Hogeschool werd de 'Rotterdam Intrinsic
Hand Myometer' (RIHM) ontwikkeld
Een aantal patiënten, die ook aan het prognostische onderzoek
meededen, werd gemeten met de RIHM om de betrouwbaarheid te meten. In
een groep van patiënten met een zenuwletsel werd ook het herstel van
de spierkracht gemeten. De knijpkrachtmetingen gaven een goed herstel
aan terwijl de metingen met de RIHM lieten zien dat wanneer de kleine
handspieren geïsoleerd werden gemeten er maar een matig herstel van
spierkracht is. De conclusie was dat de evaluatie van perifeer zenuw
functie, door middel van manueel spierkrachttesten en
knijpkrachtmetingen herzien moet worden.
Promotoren: prof.dr. S.E.R. Hovius, Plastische en reconstructieve
chirurgie, en prof.dr. H.J. Stam, Revalidatiegeneeskunde
Aanvang promotie 13.45 uur
Promoties 24 november 2004 om 9.45 uur, 11.45 uur en 13.45 uur
Plaats: Erasmus MC, faculteitsgebouw, Collegezaal 7
Info: Interne en externe betrekkingen, tel. (010) 408 1216/1777
e-mail: persberichten@daz.eur.nl
gewijzigd op 18 nov 2004 10:30
Erasmus Universiteit Rotterdam