Persbericht
Bedenkingen tegen ontwerp-reconstructieplan toegelicht door boeren en
burgers
12-11-2004
Gisteren vond de commissievergadering over het statenvoorstel
Reconstructieplan, de Nota van beantwoording en de Nota van wijziging
plaats. Mensen die een bedenking hadden ingediend tegen het plan en
andere gegadigden konden een mondelinge toelichting op hun bezwaar
geven. De statencommissie neemt deze informatie mee in haar advies
richting Provinciale Staten. Deze vergadering is bijgewoond door een
zestal leden van Provinciale Staten van Gelderland. Op 6 december a.s.
beslissen Provinciale Staten over het Reconstructieplan. In Gelderland
zal de statencommissie Landelijkgebied op 24 november a.s. mensen de
gelegenheid geven om in te spreken. Op 15 december komt het
Reconstructieplan dan in Provinciale Staten van Gelderland.
Iets meer dan de helft van het reconstructiegebied Gelderse Vallei /
Utrecht-Oost ligt in de provincie Utrecht, de rest in Gelderland. Het
plan is tot stand gekomen samen met provincie Gelderland en alle
belangenorganisaties die hier actief zijn. Het is dus een plan vanaf
de werkvloer, gemaakt met de afweging van alle verschillende belangen.
Het reconstructieplan is niet zomaar een plan. Het heeft op een aantal
onderdelen de status van streekplan voor het oosten van onze provincie
en werkt voor de intensieve veehouderij in enkele gevallen direct door
in gemeentelijke bestemmingsplannen.
Reconstructiewet
Aanleiding voor de reconstructieplannen was dat er een oplossing moest
komen voor de problematiek dat in (intensieve) landbouwgebieden de
functies wonen, werken, recreatie, natuur en landschap elkaar te vaak
in de weg zitten. Met als gevolg dat economisch belangrijke sectoren
als landbouw en recreatie zich onvoldoende kunnen ontwikkelen, terwijl
ook de kwaliteit van natuur, landschap, waterbeheer en waterkwaliteit,
cultuurhistorie, milieukwaliteit en leefbaarheid onvoldoende
verbetert. Om deze gestapelde problematiek op een samenhangende manier
aan te pakken heeft het rijk na de varkenspestepidemie van 1997 de
Reconstructiewet in het leven geroepen met als doel niet alleen een
oplossing te zoeken voor de intensieve veehouderij door concentratie
van intensieve veeteelt in aparte gebieden, maar ook het realiseren
van een vitaal platteland. De wet geldt voor alle gebieden in zuid en
oost Nederland met een vergelijkbare problematiek, de zogenaamde
concentratiegebieden. In de komende 12 jaar zal het reconstructieplan
worden uitgevoerd.
Belangrijkste opmerkingen van de Statencommissie REG/WEM
Niet wachten op de landelijk Wav-discussie
De leden van de commissie willen niet wachten op de landelijke
discussie over de Wet ammoniak en veehouderij (Wav) met de aanwijzing
van voor verzuringgevoeligegebieden. Zes van deze gebieden die deel
uitmaken van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) veroorzaken
onevenredige beperkingen voor nabij gelegen agrarische bedrijven.
De Reconstructiecommissie had in het reconstructieplan voorgesteld
deze zes voor verzuringgevoeligegebieden uit de EHS te halen en elders
te compenseren. Gedeputeerde Staten namen dit advies echter niet over
en hebben het voornemen deze zes voor verzuring gevoelige gebieden
niet meer als zodanig aan te wijzen bij het vaststellen van de
zogenaamde zuurkaart op grond van de Wav.
Omdat alles nog geruime tijd kan duren en dit al die tijd onzekerheid
geeft voor de desbetreffende agrarische ondernemers overweegt de
Statencommissie nu om bij de vaststelling van de EHS toch deze zes
gebieden niet langer onderdeel van de EHS te laten zijn en zodoende de
zuurgevoelige status ervan af te halen. De zes gebieden zijn de
bestaande natuurgebieden Rumelaar, Broekerbos, Lambalgen, Voormalig
werk aan de Daatselaar, Grand Canal bij kasteel Renswoude en het bosje
ten zuiden daarvan aan de Veenweg.
Hardheidsclausule voor beperkte uitbreidingsmogelijkheden van
intensieve veehouderij bedrijven
In het reconstructieplan is op genomen dat in de aangewezen
verwervingsgebieden de agrarische bedrijven het bouwperceel ten
behoeve van de intensieve veehouderijtak nog slechts eenmalig met
maximaal dertig procent kunnen vergroten. Omdat deze regeling voor
bedrijven met kleine bouwpercelen en ondernemende agrariërs een
onevenredige beperking inhoudt dringt de Statencommissie aan op een
meer ruimte voor maatwerk of een hardheidsclausule.
Laatst gewijzigd op 11/12/2004 12:24:29 PM.
Provincie Utrecht