Nieuwe samenwerkingsafspraken over warenmarkt
De Centrale Vereniging voor de Ambulante Handel (CVAH) gaat met ingang
van 1 december 2004 het college van burgemeester en wethouders
adviseren over de inrichting van de Hilversumse warenmarkt. De dienst
Gemeentewerken trekt zich terug uit deze adviesrol en gaat zich
primair richten op haar faciliterende en toetsende taak, zoals het
beschikbaar stellen van het terrein, de vergunningverlening en het
toezicht houden/handhaven. Dit hebben de gemeente Hilversum en de CVAH
met elkaar afgesproken. De afspraken zijn vastgelegd in de nota
'Samenwerkingsafspraken over inrichting warenmarkt', die vandaag door
burgemeester en wethouders is goedgekeurd.
Sluitstuk
De samenwerkingsafspraken vormen het sluitstuk van het overleg tussen
de gemeente en de CVAH dat sinds de herinrichting van de markt, twee
jaar geleden, is ingezet. Vorig jaar is er nog een enquête gehouden op
de markt, waaruit bleek dat zowel de marktkooplieden als de bezoekers
over het algemeen tevreden waren. Ze waardeerden de markt gemiddeld
met een zeven. Toch bleef er over bepaalde zaken rond de inrichting
van de markt nog onvrede bij de marktkooplieden. Om de kwaliteit van
de markt verder te verhogen en een duidelijkere scheiding aan te
brengen tussen de advisering over de inrichting en de
faciliterende/toetsende rol zijn nu nieuwe samenwerkingsafspraken
gemaakt.
Draagvlak
De CVAH gaat nu adviseren over zaken als de opstelling van de
marktkramen, de indeling van de markt en branches (artikelen).
Voorwaarde aan de adviesrol van de CVAH is dat zij zorgt voor
voldoende draagvlak voor de adviezen, dat wil zeggen minimaal een 2/3
meerderheid van de marktkooplieden.
De CVAH is verheugd dat de adviserende taak bij de belangenbehartigers
van de marktkooplieden komt te liggen. In de recente vergadering van
de standplaatshouders hebben de kooplieden positief gereageerd op de
nieuwe samenwerking. Dit geeft volgens de CVAH een nieuwe motivatie om
samen de schouders onder de markt te zetten.
De gemeente en de CVAH hebben de afspraken vastgelegd voor een
proefperiode van 1 jaar. Daarna zal een evaluatie plaatsvinden.