SP Tilburg


Tilburg, 23 november 2004

Nog veel open vragen over RIO-lening

Gisteren behandelde de raadscommissie Maatschappij in een sfeer van chaos de lening die het college had verstrekt aan het Regionaal Indicatie Orgaan (RIO) Midden Brabant. Omdat bleek dat het debat volkomen 'mosterd na de maaltijd' was werd niet meer ingegaan op de ins en outs van de financiële problemen van het RIO. Vandaar dat de SP vandaag in een aantal schriftelijke vragen alsnog opheldering van het college vraagt.

Uit navraag is bovendien gebleken dat het verstrekken van de lening aan het RIO niet tot de bevoegdheden van het college behoort. Instemming van de raad was hiervoor nodig, maar werd door wethouder Aarts niet afgewacht.

Omdat de wethouder zó laat heeft gereageerd op de financiële problemen bij het RIO, die al stammen uit 2003, zag zij zich genoodzaakt op 16 november een brief naar de raad te sturen waarin zij vroeg om toestemming voor de lening. Op 17 november zouden eventuele bedenkingen hiertegen kenbaar gemaakt moeten worden, anders zou het alsnog niet doorgaan. Veel fracties hadden grote vraagtekens bij de lening en de hele gang van zaken, en maakten dan ook bezwaar tegen deze schriftelijke procedure. Ondanks dat besloot wethouder Aarts de lening van ruim drie ton tóch toe te kennen.

De SP fractie heeft deze gang van zaken, waarbij het college de raad confronteert met voldongen feiten, in een brief aangekaart bij burgemeester Vreeman. Vandaag stelt de fractie de volgende vragen aan het college:

Citaat uit het najaarsbericht Beleidsontwikkeling 2004, pagina 29: "De indicatiestelling voor de AWBZ wordt per 1 januari 2005 gecentraliseerd in één instantie. De gemeenten raken hun verantwoordelijkheid voor indicatiestelling kwijt. De indicatiestelling AWBZ komt vanaf dat moment niet meer ten laste van de gemeenten. Hiertoe is bij de beleidsbegroting 2005 een herijkingsvoorstel aangeleverd. Inmiddels is bekend dat de gemeente de kosten dient de dragen voor de ontvlechting en de reorganisatie (o.a. de wachtgelden). Daarom is een risico PM geraamd voor ontvlechtingskosten of kosten voor bijvoorbeeld een sociaal plan. Niet uit te sluiten valt dat de onvlechtings- en reorganisatiekosten ook al in 2004 tot een negatief exploitatieresultaat voor het RIO kunnen leiden."

Vraag 1: Wanneer werd duidelijk dat de indicatiestelling per 1 januari 2005 mogelijk zou worden gecentraliseerd in één instantie?

Vraag 2: Wanneer werd bekend dat het RIO Midden Brabant de liquidatiekosten op 550.000,- schatte?

Vraag 3: Waarom was deze schatting - blijkbaar - niet mogelijk ten tijde van het opmaken van dit najaarsbericht 2004?

Citaat uit de Beleidsbegroting 2005, bijlage pagina 239 (toelichting herijkingen): "De indicatiestelling voor de AWBZ wordt per 1 januari 2005 gecentraliseerd in één instantie. De gemeenten raken hun verantwoordelijkheid voor indicatiestelling kwijt. De indicatiestelling AWBZ komt vanaf dat moment niet meer ten laste van de gemeenten. Om de centrale organisatie te financieren kort het Rijk het gemeentefonds. Uit de junicirculaire blijkt dat Tilburg voor een bedrag van E 931.000,- gekort wordt. In de gemeentelijke begroting is voor betreffende indicatiestelling meerjarig een budget van E 1.375.000,- beschikbaar. Dit budget valt vrij. De korting vanuit het gemeentefonds van E 931.000,- wordt door Concernmiddelen geraamd, zodat gemeentebreed een structureel voordeel resisteert van E 440.000,-."

Vraag 4a: Was ten tijde van de actualisering van de beleidsbegroting bekend dat het RIO Midden Brabant de liquidatiekosten op E 550.000,- schatte? Vraag 4b: Waarom heeft het college hiervoor geen concrete reservering in de begroting opgenomen in plaats van slechts een PM risico? Vraag 4c: Is het structurele voordeel van E 440.000,- in het financieel beeld (pagina 15 van de beleidsbegroting 2005) opgenomen onder het kopje 'herijkingen', en daarmee 'verdwenen' in de uitgaven van de sluitende begroting 2005?

Citaten uit de Raadsnotitie liquiditeitsproblemen RIO Midden-Brabant, 16 november 2004:

p. 2 "Deze zaak heeft een spoedeisend karakter in verband met het acute liquiditeitstekort dat is ontstaan bij het RIO. Reeds in 2003 had het RIO een liquiditeitstekort. Dat tekort was ontstaan doordat investeringen in activa (zoals ICT-toepassingen) door een gebrek aan financieringsmiddelen waren gefinancieerd vanuit exploitatiemiddelen."

Vraag 5a: Wanneer werd u duidelijk dat het vooruitschuiven van het liquiditeitstekort door bevoorschotting van de kwartaalsubsidies zou eindigen in het laatste kwartaal van het bestaan van het RIO Midden Brabant? Vraag 5b: Welke maatregelen heeft u toen genomen?

p.s ". Uiteindelijk zou het liquiditeitstekort worden opgelost door overdracht van de activa aan het CIZ. Dit zal ook gebeuren. Die afrekening vindt echter pas na maart 2005 plaats."

Vraag 6: Hoe zeker is het nu dat het liquiditeitstekort wordt opgelost door overdracht van de activa aan het CIZ? Waaruit blijkt dat?

p.2 "Wij hebben spoedshalve besloten ons ontwerpbesluit om te zetten in een definitief besluit, indien morgen geen wensen of bedenkingen aan ons kenbaar zijn gemaakt. "

Vraag 7a: Klopt het dat het ontwerpbesluit niet in een definitief besluit zou worden omgezet indien wensen of bedenkingen aan u kenbaar zouden worden gemaakt? Vraag 7b: Gezien het feit dát er wensen en bedenkingen zijn kenbaar gemaakt: waarom is het ontwerpbesluit dan tóch omgezet in een definitief besluit? Vraag 7c: Wie heeft dat ontwerpbesluit omgezet in een definitief besluit? Vraag 7d: Is het omzetten van het ontwerpbesluit in een definitief besluit in het college aan de orde geweest op of ná 17 november? Vraag 7e : Wanneer is naar het RIO en/of de overige aangesloten gemeenten uitgesproken dat Tilburg de lening definitief zou verstrekken? Vraag 7f: Is, en zo ja wanneer en door wie, de leningovereenkomst (bijlage 4) ondertekend door de gemeente Tilburg en RIO Midden Brabant? Vraag 7g: Is, en zo ja wanneer, het geld inmiddels overgemaakt naar het RIO Midden Brabant?

Citaten uit het stuk 041116-A14A-BO Liquiditeitsprobleem RIO van de Raadsnotitie:

p.1 "Het liquiditeitstekort is voor E 500.000,- terug te voeren op de financiering van de activa (+/- E 400.000 vaste activa, +/- E 100.000 onderhanden werk) en E 168.000,- vanwege een buitengewone last in 2004, welke overigens betrokken wordt in de nog af te rekenen liquidatiekosten."

Vraag 8: Waaruit bestaat die 'buitengewone last'. Waarom wordt die betrokken bij de liquidatiekosten en niet bij overname door het CIZ?

Vraag 9: Waaruit bestaan de vaste activa?

Vraag 10a: Waaruit bestaat de post 'onderhanden werk' en hoezo heeft dit in 2004 geleid tot een financieringstekort? Vraag 10b: Waarom wordt deze post 'om niet' aan CIZ overgedragen (volgens de concept liquidatiebegroting)? Vraag 10c: Is de post 'kosten CIZ iz afronding indicatiestellingen 2004' in bijlage 3 (de afrekening met CIZ) dezelfde als deze post 'onderhanden werk'?

p.1 "RIO Midden Brabant beschikt nauwelijks over eigen vermogen en heeft de activa in de loop van de tijd gefinancierd door de gemeenten te verzoeken de kwartaalbevoorschottingen te vervroegen. Om de krappe liquiditeitspositie te versterken was het de bedoeling om in de tarieven een opslag voor de vorming van een risicoreserve op te nemen. Aangezien toen bekend werd dat per 1 januari 2005 de activiteiten over zouden gaan naar CIZ is hiervan afgezien. Doordat de gemeenten in 2005 geen subsidierelatie meer met het RIO hebben is het niet meer mogelijk om het financieringsprobleem d.m.v. vervroegde subsidiebevoorschotting op te lossen."

Vraag 11: Wanneer en van wie 'was het de bedoeling' om in de tarieven een opslag voor de vorming van een risicoreserve op te nemen?

Vraag 12a: Wanneer en bij wie werd 'toen' bekend dat per 1 januari 2005 de activiteiten over zouden gaan naar CIZ? Vraag 12b: Welke maatregelen zijn toen genomen om te voorkomen dat het RIO aan het einde van 2004 een liquiditeitstekort zou hebben dat niet meer zou kunnen worden opgelost door het bevoorschotten van kwartaalsubsidies?

p.2 "Het RIO Midden Brabant schat de liquidatiekosten op E 550.000,- (zie bijlage 2). Hierin is ook de eerder genoemde buitengewone last van E 168.000,- opgenomen."

Vraag 13: Wie heeft deze conceptbegroting opgesteld, wanneer precies, en is deze ter controle voorgelegd aan een accountant?

p.2 "RIO Midden Brabant heeft aangegeven dat wanneer de liquidatiekosten door de gemeenten gesubsidieerd worden, uiteindelijk, na afrekening met het CIZ, de afwikkeling van het voor te financieren liquiditeitstekort nagenoeg glad loopt (zie bijlage 3). Uiteraard onder de voorwaarde dat de begrote liquididatieskosten niet overschreden worden".

Vraag 14a: Wie heeft het rekensommetje in bijlage 3 opgesteld? Is die berekening door een accountant gecontroleerd? Vraag 14b: Weet het CIZ al van deze rekening? Zo nee, waarom niet? Zo ja, wat vond ze daar van?

Vraag 15: In bijlage 3, de afrekening met het CIZ, wordt geen verband gelegd met de liquidatiekosten. Betekent dat dan dat de opmerking dat 'de afwikkeling van het financieringstekort nagenoeg glad verloopt, onder de voorwaarde dat de begrote liquidatiekosten niet worden overschreven' alleen geldt voor de E 168.000,- uit het liquiditeitstekort die zijn opgenomen in de liquidatiebegroting?

p.2 "In de bestuurscommissie van het RIO is aangekondigd dat de liquidatie van het RIO hoogstwaarschijnlijk kosten met zich mee zal brengen, maar de huidige concept-liquidatiebegroting (zie bijlage 2) is daar nog niet aan de orde geweest."

Vraag 17: Wanneer is in de bestuurscommissie door wie aangekondigd dat de liquidatie kosten met zich mee zou brengen? Wanneer is de concept-liquidatiebegroting voor het eerst in de bestuurscommissie aan de orde geweest?


---- --