Antwoorden op kamervragen van het Kamerlid Arib over het rapport `Kanker in Nederland',
(2040502740).
1
Bent u op de hoogte van het bericht over de toename van kanker door vergrijzing, en dat
ons gezondheidszorgsysteem hier niet op is voorbereid? 1)
1
Ja.
2
Wat is uw mening over het rapport "Kanker in Nederland" 2), waaruit blijkt dat het aantal
mensen dat kanker heeft in 2015 ten opzichte van 2000 bijna zal zijn verdubbeld, van 366
duizend naar 692 duizend?
2
Ik vind het goed dat het KWF de ontwikkelingen rond de prevalentie van kanker in kaart
heeft gebracht. Hiermee wordt nog duidelijker dat kanker een groot deel van onze bevolking
zal gaan treffen. Vergrijzing en leefgewoontes kunnen als belangrijke oorzaken worden
aangemerkt. De toenemende vergrijzing leidt in het algemeen tot een sterk toenemende
zorgvraag. Steeds duidelijker wordt de invloed van leefgewoontes op het ontstaan van
ziekten, zoals kanker. Ik zie het als een verantwoordelijkheid van een ieder om op zo gezond
mogelijke wijze te leven. Een goede voorlichting kan hieraan bijdragen.
Vroegtijdige opsporing van kanker kan de overlevingskans sterk doen vergroten. Sinds enige
jaren vindt daarom bevolkingsonderzoek plaats naar borstkanker en baarmoederhalskanker.
De mogelijkheden voor bevolkingsonderzoek naar darmkanker worden momenteel
onderzocht.
Ook bij betere leefgewoontes en vroegtijdige opsporing van kanker mag er vanuit worden
gegaan dat de aanspraak op de behandeling van kanker de komende tijd sterk toeneemt. Om
de vraag naar zorg in de nabije toekomst te kunnen blijven beantwoorden, zullen allen die
verantwoordelijk zijn voor de te leveren zorg zich hier goed op moeten voorbereiden.
Zorgaanbieders, zorgverleners, zorgverzekeraars en de overheid hebben hier een taak in. De
beperkte capaciteit in middelen en medische professionals die beschikbaar zijn voor de te
verlenen zorg, maken dat keuzes binnen het totale aanbod van zorg onvermijdelijk zijn.
3
Deelt u de vrees van het Koningin Wilhelmina Fonds voor de Nederlandse Kankerbestrijding,
namelijk dat de zorg niet voldoende is voorbereid om deze stroom patiënten op te vangen,
en dat de kwaliteit van de zorg voor kankerpatiënten in de komende jaren ernstig dreigt
tekort te schieten?
3
Ik ben mij bewust van de toenemende vraag naar zorg in het algemeen die mede als gevolg
van de vergrijzing ontstaat. Om ook in de toekomst aan de vraag naar zorg te kunnen
voldoen, wordt door alle zorgpartijen momenteel hard gewerkt aan de invoer van een nieuw
zorgstelsel. De invoering van marktprikkels en deregulatie moeten bijdragen aan een
efficiëntere meer vraaggerichte zorg. Transparantie in de kwaliteit van geleverde zorg moet
eraan bijdragen dat de kwaliteit van geleverde zorg gehandhaafd blijft ook bij een
toenemende vraag naar zorg.
Specifiek ten aanzien van kanker zijn verschillende acties ondernomen om een kwalitatief
hoogstaand aanbod van zorg verder te bevorderen. Een voorbeeld hiervan zijn de door het
CBO begeleide doorbraakprojecten voor borstkankerpatiënten om mammapoliklinieken op te
zetten.
Recent hebben partijen1 het initiatief genomen tot de ontwikkeling van het Nationaal
Programma Kankerbestrijding. Het programma heeft tot doel meer samenhang te brengen
tussen de activiteiten van de vele partijen die zich met kankerbestrijding en de zorg voor
kankerpatiënten bezighouden. Binnenkort zal ik mijn reactie op dit programma geven.
4
Wat vindt u van de verwachting dat in 2015 ongeveer 100 ex-kankerpatiënten tot de
patiëntenpopulatie van de huisarts zullen behoren tegen 55 patiënten nu? Vormt het
zorgproces ten behoeve van kankerpatiënten een onderdeel van het toekomstige beleid
betreffende de eerstelijnszorg? Zo ja, welk?
4
Mijn beleid is erop gericht om veranderende zorgvragen, dus ook de toename van het aantal
voormalige kankerpatiënten, in de eerste lijn adequaat te kunnen opvangen. Dit is mede te
bereiken door betere samenwerking tussen eerstelijns zorgaanbieders onderling en goede
communicatie met medisch specialisten te stimuleren. Door taakherschikking kunnen
bepaalde taken van de huisarts in de behandeling en follow-up, overgedragen worden aan
verpleegkundigen. Ook ketenzorg kan uitkomst bieden bij de zorg voor specifieke
patiëntpopulaties.
5
Deelt u de stelling dat, nu duidelijk is wat de toekomstverwachting is met betrekking tot het
aantal kankerpatiënten, de overheid hierop dient te anticiperen en tijdig de nodige
maatregelen dient te nemen, zodat kankerpatiënten straks de juiste zorg krijgen?
5
Zoals aangegeven in mijn antwoord op vraag 3. ben ik mij bewust van de toenemende vraag
naar zorg in het algemeen. Mijn beleid is erop gericht om zo goed mogelijk aan deze vraag te
kunnen voldoen. Dit is een van de belangrijkste redenen waarom de huidige stelselwijziging
wordt doorgevoerd.
6
Deelt u de mening van de commissie die het rapport 3) heeft opgesteld dat toenemende
screening op kanker en de bewustwording van de ziekte ertoe bijdragen dat er meer
gevallen worden opgespoord? Zo ja, welke stappen gaat u in het kader van preventie
ondernemen?
6
Screening op kanker kan leiden tot vroegtijdige opsporing van de ziekte. Screening is alleen
dan zinvol wanneer een goede screeningsmethodiek voorhanden is en het verloop van de
ziekte een vroegtijdig stadium kent dat opgespoord en behandeld kan worden. Momenteel
wordt onderzocht of dit het geval is voor darmkanker. Ook voor andere vormen van kanker
wordt nauwlettend in de gaten gehouden of bevolkingsonderzoek zinvol en mogelijk is.
Om mensen bewust te maken van de gevolgen van leefgewoontes lopen er verschillende
publiekscampagnes, bijvoorbeeld met betrekking tot roken, eetgewoontes en bewegen.
1 De Vereniging van Integrale Kankercentra, KWF Kankerbestrijding, de Nederlandse
Federatie van Kankerpatiëntenorganisaties, Zorgverzekeraars Nederland en het Ministerie
van VWS
1) de Volkskrant, 29 oktober jl.
2) Rapport "Kanker in Nederland", oktober 2004, van de Signaleringscommissie Kanker,
www.kwfkankerbestrijding.nl
3) zie noot 2
---- --
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport