23/11/2004
PDV stelt protocol voor monitoring Duitse bietenpulp
Naar aanleiding van de verontreiniging van Duits bietenpulp met
botfragementen heeft het Productschap Diervoeder in het kader van de
GMP-regeling diervoedersector twee voorzorgsmaatregelen getroffen.
Zo geldt voor Duits bietenpulp een geïntensiveerd controleregime. Uit
een dubbele monstername en analyse van de pulp moeten leveranciers
verontreiniging met beendermeel kunnen uitsluiten. Verder heeft het
Productschap Diervoeder heeft vijf bedrijfslocaties in Duitsland
aangewezen, waar GMP+-gecertificeerde bedrijven voorlopig geen
bietenpulp van kunnen afnemen. Het gaat om vestigingen van Südsucker
in Gross Gerau, Offstein, Ochsenfurt, Offenau en van Pfeiffer und
Langen in Koenern.
De verontreiniging van de bietenpulp met botfragmenten is aan het
licht gekomen tijdens een routinecontrole in Ierland begin november.
Deze vondst heeft geleid tot een EWS-melding (Early Warning System)
aan alle aangesloten diervoederproducenten. Inmiddels hebben overheid
en bedrijfsleven in Duitsland maatregelen getroffen om verdere
verspreiding van de pulp tegen te gaan. Desondanks neemt het
Productschap Diervoeder de voorzorgsmaatregelen, gezien het feit dat
het beendermeel in Duitsland gebruikt is als bemesting van akkers.
De maatregelen duren tot nader order. Het Productschap Diervoeder
heeft de voorzorgsmaatregelen afgestemd met het bedrijfsleven, het
Ministerie van LNV en de Voedsel- en Warenautoriteit. Zie voor meer
informatie bijgevoegd document.
Protocol monitoring Duitse bietenpulp (PDF, 26 kB)
Productschap Diervoeder