Socialistische Partij
Brinkhorst blijft Nederlanders lui noemen
23-11-2004 * Gisteren kwam minister Brinkhorst (EZ) met een notitie
over het aantal gewerkte uren en de arbeidsparticipatie in Nederland,
meldden diverse dagbladen. Dit naar aanleiding van een heftige
discussie tijdens de begroting van Economische Zaken tussen
SP-Kamerlid Agnes Kant en de betreffende minister over dit onderwerp.
Centrale vraag van het debat en de notitie is of er iets mankeert aan
het economisch draagvlak in Nederland.
Volgens de minister is dat het geval en zijn Nederlanders liever lui
dan moe. De nu verschenen notitie lijkt hem hierin gelijk te geven.
Het probleem is echter dat de minister steeds maar de halve waarheid
vertelt. Als alle `ingrediënten' van het economisch draagvlak in
ogenschouw worden genomen, zoals de netto arbeidsparticipatie, het
aantal jaarlijks gewerkte uren en de arbeidsproductiviteit, zien we
dat Nederland verre van slecht scoort.
Als we daarbij bedenken dat de Nederlandse loonontwikkeling sinds 1982
alleen maar dalende is en zelfs onder het Europese gemiddelde ligt,
dan kan ik niet anders dan concluderen dat het onzin is dat we in
Nederland - in de woorden van de minister- een 10.000 kilometerbeurt
nodig hebben.
De minister heeft hiervoor de afgelopen maanden een ware campagne
gevoerd. Zo heeft hij meermaals verkondigd dat er geen land is in
Europa waar minder wordt gewerkt dan in Nederland. Nu blijkt echter
uit zijn eigen notitie dat dit niet het geval is. Ook zijn oproep dat
we met z'n allen meer moeten gaan werken is overbodig: de Nederlander
is de laatste 50 jaar namelijk al steeds meer gaan werken. Het aantal
gewerkte uren per persoon in de productieve levensfase ligt door de
vervroegde pensionering, met gemiddeld 61,4 jaar, in 2001 met 1094
immers hoger dan de 1056 uur in 1950, blijkt uit een onlangs
verschenen CBS-rapport.
Daarnaast is het op zijn minst merkwaardig te noemen dat de minister
maar gebruik blijft maken van cijfers die nadrukkelijk niet geschikt
zijn voor internationale vergelijkingen. Bijvoorbeeld de OESO-cijfers,
waarbij in de handleiding nadrukkelijk staat dat vergelijken van
landen niet mogelijk is omdat die verschillende definities hanteren.
Alle voorgestelde maatregelen van de minister zijn bezweringsformules
als rechtvaardiging voor sociale verslechteringen, ten bate van het
bedrijfsleven en ten koste van de werknemer. De nieuwe notitie Van
Brinkhorst heeft hier niets aan veranderd.