Novem

favorieten
22-11-2004

Nederland staat positief tegenover gebruik van waterstof in vervoer

Uit een onderzoek onder de Nederlandse bevolking van 18 jaar en ouder blijkt dat Nederlanders positief staan tegenover het gebruik van waterstof in vervoer. Om een indruk te krijgen in hoeverre een toekomstige introductie van waterstof als alternatieve brandstof op mogelijke weerstanden zal stuiten, is onder meer nagegaan waarmee waterstof geassocieerd wordt, wat de kennis is over deze alternatieve brandstof, welke voordelen en risico's men ziet en hoe het vertrouwen is in diverse organisaties die een rol spelen bij de introductie van de nieuwe energievorm. Het onderzoek is uitgevoerd door bureau ResCon in samenwerking met de Technische Universiteit Eindhoven in opdracht van SenterNovem.

Vergelijking waterstof met huidige brandstoffen
In vergelijking met de huidige brandstoffen die in het vervoer gebruikt worden (diesel, benzine en LPG) acht men waterstof milieuvriendelijker, veiliger en ook schrijft men er een hoger economisch belang aan toe. Met name dit laatste wijst op de publieke ondersteuning van de verhoogde politieke aandacht voor de energietransitie en met name de rol die waterstof hierin speelt.

Kortom, over de toepassing van waterstof in auto's en bussen staan de respondenten positief. Ook als het gaat om de aanvaardbaarheid van tankstations voor waterstof op verschillende locaties. Deze wijkt nauwelijks af van de aanvaardbaarheid van de nu gangbare diesel-, benzine- en LPG-tankstations.

Waterstof: associaties en kennis
Een belangrijke conclusie uit het onderzoek is dat bij de associatie met waterstof een tweeledig beeld naar voren komt: in ongeveer dezelfde mate hebben mensen positieve associaties zoals met duurzaam, schoon en energievoorziening als negatieve associaties zoals met een bom en explosie. Dit laatste wil echter niet zeggen dat er een negatieve houding ten opzichte van waterstof bestaat.

Overigens blijkt de kennis over waterstof relatief laag te zijn. Hieruit kan geconcludeerd worden dat oordelen over
waterstoftoepassingen niet gebaseerd zijn op feitelijke kennis over dit onderwerp. Dit maakt dat oordelen over waterstof gemakkelijk kunnen veranderen onder invloed van nieuwe kennis, informatie uit de media, nieuwe gebeurtenissen en ervaringen. Dit kan in positieve zin leiden tot een grotere acceptatie en in negatieve zin tot sterkere waarneming van risico's.

Partijen die betrokken zijn bij de implementatie van de waterstoftechnologie, zoals de overheid, de automobielindustrie en oliemaatschappijen dienen rekening te houden met een laag vertrouwen van het Nederlandse publiek. Dit geldt voor de veronderstelde competenties als de mate waarin burgers verwachten dat bij de introductie van waterstof rekening gehouden wordt met consumentenbelangen.

Amsterdam als proeftuin
Amsterdammers zijn extra ondervraagd over waterstof vanwege het pilotproject met drie waterstofbussen in Amsterdam-Noord. De veronderstelling was dat de pilot wellicht het kennisniveau, de risicoperceptie en de houding van Amsterdammers zou beïnvloeden. Wat blijkt? Het kennisniveau van Amsterdammers is niet hoger, zij zijn enkel beter op de hoogte van het bestaan van het pilotproject met de waterstofbussen in Amsterdam. Duidelijk is dat confrontatie met het gebruik van waterstof in de buurt niet extra invloed heeft op de acceptatie van waterstof in verkeer en vervoer.

Downloads:
Derde Nederlandse Waterstofconferentie, 23 november 2004 ( Site )
Onderzoek in opdracht van SenterNovem naar de acceptatie van waterstof als alternatieve energiedrager in Nederland ( PDF bestand 2024k )