Ministerie van Economische Zaken

Berichtnaam: Kamervragen van het kamerlid Van der Vlies over Kerkfilternet
Datum: 22-11-2004


22 november 2004

De minister van Economische Zaken mr. L.J. Brinkhorst, heeft deze vragen mede
namens de Staatsecretaris van Onderwijs Cultuur en Wetenschap mr. M.C. van der
Laan als volgt beantwoord.


1. Hebt u kennisgenomen van berichten in de media dat de Evangelische Omroep
moet stoppen met Kerkfilternet?1

Ja hiervan heb ik kennis genomen.

2 . Wat zijn de argumenten van het Commissariaat voor de Media om geen toestemming
te verlenen om deze dienst aan te bieden?

Het Commissariaat voor de Media beschouwt het aanbieden van Kerkfilternet door
de EO als een niet toegestane nevenactiviteit. Volgens het Commissariaat wordt
niet voldaan aan het vereiste van artikel 57a, eerste lid, aanhef en onder b,
van de Mediawet .

'Naar het oordeel van het Commissariaat houdt Kerkfilternet onvoldoende verband
met de hoofdtaak van de EO en staat Kerkfilternet evenmin ten dienste van die
taak nu het daarbij uitsluitend althans hoofdzakelijk gaat om het verbinden van
kerkgebouwen met luisteraars elders voor het overbrengen van kerkdiensten, zonder
inhoudelijke bewerking van de getransporteerde inhoud door de EO, & Al met al
gaat het in feite om het & verzorgen van een telecommunicatiedienst.


Het verzorgen van een dergelijke dienst is te ver verwijderd van de taakstelling
van de EO en dient de EO dan ook volledig aan derden over te laten.'Voor de verdere
overwegingen van het Commissariaat verwijs ik naar het bijgevoegde besluit.
3. Deelt u de mening dat er geen onnodige belemmeringen mogen zijn voor innovatieve
initiatieven op het gebied van de kerktelefonie?

Ja, onnodige belemmeringen zijn ongewenst.

4. Is het afwijzen van dit initiatief niet vooral gebaseerd op een langzamerhand
vervagend onderscheid tussen telefoniediensten, internetdiensten en andere activiteiten?
Nee, de beslissing van het Commissariaat voor de Media is gebaseerd op de voorwaarden
die de Mediawet stelt aan activiteiten die door publieke omroeporganisaties ter
hand mogen worden genomen.

5. Wat zijn de concrete belemmeringen in de Telecommunicatiewet en de Mediawet
om deze toestemming te onthouden?

De Telecommunicatiewet werpt geen concrete belemmeringen op. Zie voor de Mediawet
het antwoord op vraag 2.

6 Bent u bereid de wettelijke of andere belemmeringen voor dergelijke initiatieven
op korte termijn op te heffen? Zo ja, welke maatregelen gaat u nemen? Zo neen,
wat zijn daarvoor uw argumenten?

Nee, het uitgangspunt van de Mediawet dat een publieke omroeporganisatie alleen
activiteiten mag verrichten die verband houden met de publieke taak wil de Staatsecretaris
van OCenW niet los laten. Het staat anderen vrij een dergelijke dienst aan te
bieden.

Meer informatie

Voor meer informatie over dit onderwerp kunt u terecht bij Postbus 51, telefoon
0800 - 6463951, e-mail: ezinfo@postbus51.nl.

Voor journalisten: Dhr. Gerard Westerhof, persvoorlichter, telefoon (070) 379
61 17, e-mail: g.p.m.westerhof@minez.nl

Het is instellingen die zendtijd hebben verkregen, uitsluitend toegestaan
nevenactiviteiten te verrichten, indien:

a. &

b. de nevenactiviteit verband houdt of ten dienste staat van de taak,
bedoeld in artikel 13c, met uitzondering van de activiteiten, bedoeld in artikel
13c, derde lid; en

c. &