VNG
VNG: gekozen wijze van uitkeren AOW-reparatie geldverspilling
Staatssecretaris van Hoof wil dat gemeenten aan mensen die een gekorte
AOW-uitkering ontvangen, de eveneens gekorte extra tegemoetkoming tot
het volledige bedrag van bruto euro 60 aanvullen. Gemeenten dienen
deze extra tegemoetkoming in maandelijkse termijnen uit te keren. De
door staatssecretaris Van Hoof gekozen uitvoering brengt onevenredig
veel werk met zich mee, zodat gesproken kan worden van
geldverspilling.
Een gemeente moet iemand die 20% op zijn AOW-uitkering gekort wordt,
deze persoon een bruto bedrag van één euro per maand uitkeren (20% van
euro 60 gedeeld door 12 maanden, is euro 1). Bij iemand die 40% wordt
gekort is het uit te keren brutobedrag twee euro, bij 60% korting drie
euro.
Bij gemeenten is slechts 30% van alle AOW-ers bekend, namelijk alleen
de groep die een aanvullende bijstandsuitkering ontvangt. Bij de
gemeente Den Haag zijn de gegevens van 2.286 van de 8.260 personen met
een gekorte AOW-uitkering bekend, bij de gemeente Rotterdam 3.000 van
de 10.000. Gemeenten moeten dus actief op zoek naar de overige 70% van
de AOW-ers. Deze AOW-ers moeten zich melden bij de gemeente. De
gemeente moet toetsen of zij in aanmerking komen voor de aanvullende
uitkering en achterhalen op welk maandelijks bedrag de persoon recht
heeft. Vervolgens moeten gemeenten overgaan tot de maandelijkse
uitkering. Gemeenten moeten om deze taak uit te kunnen voeren per
persoon een aparte administratie opzetten. De kosten die hiermee zijn
gemoeid, staan in geen verhouding tot het uit te keren bedrag. De VNG
vindt dit een verspilling van geld in voor gemeenten toch al
financieel moeilijke tijden.
Volgens de VNG zouden alle AOW-ers volgend jaar eenmalig euro 60 boven
op hun AOW-uitkering moeten ontvangen. Deze eenmalige uitkering kan
door de Sociale Verzekeringsbank (SVB) worden uitgekeerd. Tenslotte
heeft de SVB als enige organisatie een compleet overzicht van alle
AOW-ers. Dus ook van de AOW-ers met een gekorte uitkering.
Het uitvoeringsvoorstel zoals het nu aan de Tweede Kamer voorligt is
onuitvoerbaar, brengt onnodige kosten met zich mee en is strijdig met
afspraken over vermindering van administratieve regels. Het is voor de
VNG onbegrijpelijk waarom staatssecretaris Van Hoof niet voor een
betere oplossing heeft gekozen.