ACP-EU JPA
Beantwoording kv over de ACP-EU JPA
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Binnenhof 4
Den Haag
Directie Sub Sahara Afrika
Afdeling Zuidelijk Afrika
Bezuidenhoutseweg 67
Postbus 20061
2500 EB Den Haag
Datum
november 2004
Behandeld
Floor Nuiten
Kenmerk
DAF/1215/04
Telefoon
070 3485016
Blad
1/1
Fax
070 3486607
Bijlage(n)
1
E-Mail
floor.nuiten@minbuza.nl
Betreft
Beantwoording vragen van lid Koenders (PvdA) over een visumverlening
aan de heer Kangai in het kader van zijn bezoek aan de ACP-EU Joint
Parliamentary Assembly in Den Haag van 22 tot en met 25 november 2004.
Graag bied ik hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen
gesteld door lid Koenders (PvdA) over een visumverlening aan de heer
Kangai in het kader van zijn bezoek aan de ACP-EU Joint Parliamentary
Assembly in Den Haag van 22 tot en met 25 november 2004. Deze vragen
werden ingezonden op 16 november 2004 met kenmerk 20400503360.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
Dr. B.R. Bot
Antwoorden van de heer Bot, minister van Buitenlandse Zaken, op vragen
van lid Koenders (PvdA) over een visumverlening aan de heer Kangai in
het kader van zijn bezoek aan de ACP-EU Joint Parliamentary Assembly
in Den Haag van 22 tot en met 25 november 2004. (Ingezonden 16
november 2004)
Vraag 1
Is het waar dat de ACP-EU Joint Parliamentary Assembly wordt geopend
door Prins Willem Alexander in aanwezigheid van de heer Kumbirai
Kangai, oud-minister van Landbouw van Zimbabwe en in die hoedanigheid
verantwoordelijk voor landonteigeningen en mensenrechtenschendingen en
voorkomend op de sanctielijst van de Europese Unie?
Vraag 2
Wat is exact de officiële titel waarop de heer Kangai naar Nederland
reist? Heeft deze een titel gespeeld in uw beslissing de heer Kangai
een visum te verlenen in het kader van zijn bezoek aan de Joint
Parliamentary Assembly? Is bij deze visumverlening tevens betrokken
dat de heer Kangai lid is van het Politbureau van de ZANU-PF?
Vraag 3
Is de Raad van Ministers van Buitenlandse Zaken van de EU over deze
visumverlening geïnformeerd, zoals vereist is? Heeft de Raad met de
visumverlening ingestemd?
Vraag 4
Is voorafgaand aan het besluit om een visum te verlenen aan de heer
Kangai contact opgenomen met de Europese parlementariërs die bij de
Assembly aanwezig zullen zijn over de wenselijkheid of morele
aanvaardbaarheid van zijn aanwezigheid? Zo ja, wat waren de
wederzijdse argumenten?
Vraag 5
Acht u het juridisch en politiek mogelijk het visum alsnog in te
trekken?
Vraag 7
Op welke wijze verdedigt u internationaal rechtelijk dat aan de heer
Kangai een visum is verleend? Hoe verhoudt zich dit met de
zwaarwegende politieke doelstellingen van het sanctiebeleid ten
aanzien van Zimbabwe?
Antwoord
De EU-ACP Joint Parliamentary Assembly (JPA) zal worden geopend door
de Prins van Oranje, na een welkomstwoord van Burgemeester Deetman.
De heer Kangai zal niet aanwezig zijn bij de JPA. De heer Kangai heeft
bij de Nederlandse ambassade in Harare geen visumaanvraag gedaan. Het
Zimbabwaanse parlement heeft vier andere, niet op de sanctielijst
vermelde parlementariërs afgevaardigd. Deze parlementariërs hebben
visumaanvragen gedaan en de Nederlandse ambassade heeft aan hen visa
verstrekt.
Vraag 6
Is het waar dat de heer Kangai recentelijk ook is geweerd bij een
EU-ACP-bijeenkomst in Brussel? Zo ja, in hoeverre bent u van mening
dat deze slepende kwestie een structurele oplossing behoeft?
Antwoord
De heer Kangai heeft de recente voorbereidende bespreking voor de
EU-ACP JPA in Brussel niet bijgewoond. Zimbabwe werd vertegenwoordigd
door de Zimbabwaanse ambassadeur in Brussel, wiens naam niet op de
sanctielijst voorkomt.
Nu het Zimbabwaanse parlement heeft besloten de heer Kangai niet af te
vaardigen naar de EU-ACP JPA is het zoeken naar een eventuele
structurele oplossing niet (meer) aan de orde. Overigens is de
Nederlandse regering niet direct betrokken bij de EU-ACP JPA.
Vraag 8
Kunt u deze vragen per ommegaande beantwoorden in verband met het feit
dat de ACP-EU Joint Parliamentary Assembly op 22 november 2004
aanvangt?
Antwoord
Ja
Toelichting:
Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van de
leden Brinkel, Ferrier en Ormel (allen CDA), ingezonden 12 november
2004, (vraagnummer 2040503260).
Ministerie van Buitenlandse Zaken