over Falluja
Beantwoording kamervragen over Falluja
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Binnenhof 4
Den Haag
Directie Noord-Afrika en Midden-Oosten
Bezuidenhoutseweg 67
Postbus 20061
2500 EB Den Haag
Datum
19 november 2004
Behandeld
Tessa Terpstra
Kenmerk
DAM-669/04
Telefoon
070-3485808
Blad
1/9
Fax
070-3485684
Bijlage(n)
2
Betreft
Beantwoording vragen van de ledenKoenders en Van Bommel over de aanval
op Falluja
Graag bied ik u hierbij, mede namens de minister van Defensie, de
antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door de
leden Koenders en Van Bommel over de aanval op Falluja. Deze vragen
werden ingezonden op 12 november respectievelijk met
kenmerk 2040503240 en 2040503250. Met de beantwoording van de vragen
is tevens voldaan aan het verzoek van het lid Timmermans om een
beoordeling van de recente ontwikkelingen in Falluja te geven.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
Dr. B.R. Bot
Antwoord van de heer Bot, minister van Buitenlandse Zaken, mede namens
de heer Kamp, minister van Defensie, op vragen van het kamerlid
Koenders (PvdA) over de aanval op Falluja.
Vraag 1
Wat is uw reactie op de brief van VN-secretaris-generaal Kofi Annan
aan de regeringsleiders van de Verenigde Staten, het Verenigd
Koninkrijk en Irak waarin hij waarschuwt voor escalatie van geweld
naar aanleiding van de aanval op Falluja, de mogelijk ernstige
gevolgen voor burgers en de invloed op de beoogde verkiezingen in
januari 2005?
Vraag 2
Wat is de positie van de Nederlandse regering met betrekking tot de
oproep van Kofi Annan? Deelt u zijn zienswijze? Zo neen, waarom niet?
Antwoord
De Nederlandse regering deelt de mening van de Secretaris-Generaal van
de VN, Kofi Annan, dat zo snel mogelijk stabiliteit en legitimiteit in
Irak tot stand moet worden gebracht en onderschrijft het belang dat
Annan hecht aan deelname van alle segmenten van de Iraakse samenleving
aan het politieke proces. De Nederlandse regering geeft volledige
steun aan het politieke proces in Irak, zowel bilateraal als in
EU-verband. Onder Nederlands EU-voorzitterschap heeft de Europese Raad
premier Allawi op 5 november een pakket maatregelen ter bevordering
van de stabiliteit in Irak en ter ondersteuning van het politieke
proces aangeboden. Tegelijkertijd is de Nederlandse regering van
mening dat het politieke proces in Irak - waaronder de geplande
verkiezingen eind januari 2005 - zich niet volledig kan voltrekken
indien sprake blijft van geweldplegingen door extremistische
groeperingen die proberen het wederopbouwproces te ondermijnen. De
militaire operaties van het Iraakse leger in samenwerking met de
multinationale troepenmacht (MNF) hebben als doel op te treden tegen
dergelijke groeperingen teneinde de verkiezingen in januari 2005
mogelijk te maken.
Vraag 3
Wordt deze brief op enigerlei wijze besproken in de
VN-Veiligheidsraad?
Antwoord
Het ligt niet voor de hand dat de brief zal worden besproken in de
VN-Veiligheidsraad aangezien het een document betreft dat is gericht
aan de regeringen van de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk en
Irak.
Vraag 4
Op welke wijze is over de aanval op Falluja overleg gevoerd binnen het
overleg tussen troepenleveranciers? Hebben de Amerikanen (en Britten)
op enigerlei wijze inzicht gegeven in hun middellangetermijnstrategie
in de aanloop naar de in januari plaats te vinden verkiezingen?
Antwoord
De Iraakse premier Allawi heeft voorafgaand aan de militaire operatie
namens de Iraakse interim-regering het groene licht gegeven voor de
door het Iraakse leger en de multinationale troepenmacht gezamenlijk
uit te voeren operatie in de Soennitische driehoek en met name in
Falluja, om zo vóór de verkiezingen in januari 2005 het gebied aan de
controle van hogergenoemde gewelddadige groeperingen te onttrekken.
Premier Allawi heeft hiertoe besloten nadat andere pogingen om de
situatie in Falluja tot een oplossing te brengen niet het gewenste
resultaat hadden. Zo had Allawi de opstandelingen amnestie aangeboden
als zij hun wapens zouden neerleggen.
De veiligheidssituatie in de Soennitische driehoek is in het overleg
van troepenleverende landen in Bagdad aan de orde geweest. Ook tijdens
de laatste bijeenkomst van het comité van troepenleverende landen in
Londen van 19 oktober jl. is de veiligheidssituatie in de Soennitische
driehoek in verband met de verkiezingen in januari 2005 besproken.
Vraag 5
Is in het kader van deze besprekingen ook aandacht besteed aan de
positie van burgers in Falluja en zijn er concrete
voorzorgsmaatregelen genomen om, volgens het oorlogsrecht, al het
mogelijke te doen om burgerslachtoffers te voorkomen?
Antwoord
De regering acht het uiteraard van groot belang dat er alles aan
gedaan wordt om het aantal burgerslachtoffers zoveel mogelijk te
beperken. Er is aandacht besteed aan de situatie van de burgers in
Falluja, en er is uitdrukkelijk via pamfletten en radioberichten
gewaarschuwd voor het op handen zijnde offensief. Ongeveer 80 procent
van de bevolking heeft de stad voor de aanvang van het offensief
verlaten.
Vraag 6
Hoe schat u de veiligheidsrisico's en de mogelijke gevolgen van deze
aanval in? Is er uws inziens een reëel risico dat de terroristische
opstandelingen vervolgens in andere steden in Irak onderduiken?
Antwoord
Aangezien een deel van de opstandelingen Falluja verlaten heeft, dient
rekening te worden gehouden met de aanwezigheid van terroristische
opstandelingen in andere steden. Het Iraakse leger en de
multinationale troepenmacht voeren in combinatie met de militaire
operatie in Falluja derhalve ook elders in de Soennitische driehoek
acties uit.
Vraag 7
Hoe kan deze aanval op korte en middellange termijn het verloop van de
verkiezingen positief of negatief beïnvloeden?
Antwoord
Verbetering van de veiligheidssituatie in de Soennitische driehoek en
met name in Falluja zal een positieve bijdrage leveren aan het
politieke proces gericht op het houden van verkiezingen in januari
2005.
Vraag 8
Wat is uw inschatting van de eventuele gevolgen van de aanval op
Falluja voor de situatie in Al Muthanna en de taakuitvoering van de
Nederlandse militairen aldaar?
Antwoord
Reacties op de operatie worden hoofdzakelijk in Centraal-Irak
verwacht, maar ook elders kunnen aanvallen als vergelding of
afleidingsmanoeuvre worden uitgevoerd. In het Britse gebied van
verantwoordelijkheid, in het zuiden van Irak, zijn uit voorzorg
operaties gestart om vitale infrastructuur en de belangrijkste aan- en
afvoerroutes te beveiligen. Ook in al-Muthanna is dit het geval.
Vraag 9
Zijn de veiligheidsafwegingen van de aanval en de uitgeroepen
noodtoestand ook onderdeel geweest van de gesprekken tijdens de EU-top
met premier Allawi? Zo ja, wat is hierover besproken? Zo neen, waarom
niet?
Antwoord
Tijdens de bijeenkomst van de Europese Raad heeft premier Allawi
aangegeven dat hij intensieve onderhandelingen voerde met
vertegenwoordigers van Falluja om hen te overreden de opstandelingen
uit deze stad te verdrijven. Allawi gaf daarbij aan dat het in verband
met de aanstaande verkiezingen noodzakelijk was snel tot een oplossing
voor de opstand in Falluja te komen.
Vraag 10
Bent u bereid deze vragen met spoed te beantwoorden gezien de urgentie
van het probleem?
Antwoord
Ja.
Antwoord van de heer Bot, minister van Buitenlandse Zaken, mede namens
de heer Kamp, minister van Defensie, op vragen van het kamerlid Van
Bommel (SP) over de aanval op Falluja.
Vraag 1
Beschikt u over een afschrift van de brief van de secretaris-generaal
van de VN, Kofi Annan van 31 oktober jl. aan de Britse premier Blair,
de Amerikaanse president Bush en de Iraakse premier Allawi over de
aanval op Falluja? Zo ja, bent u bereid de Kamer de brief te
overhandigen? Indien neen, waarom niet? Indien u niet over de brief
beschikt, is de regering als Voorzitter van de EU op de hoogte
gebracht van deze brief? Zo ja, op welke wijze?
Antwoord
Ja, de regering beschikt over een afschrift van deze brief, maar
aangezien de brief is gericht aan de regeringen van de Verenigde
Staten, het Verenigd Koninkrijk en Irak is het niet aan de regering
deze brief publiek te maken.
Vraag 2
Wat heeft premier Allawi tijdens de Europese Raad in Brussel gevraagd
aan de EU met betrekking tot het offensief tegen Falluja? Op welke
wijze heeft de Nederlandse regering op dit verzoek gereageerd? Hoe
reageerden de andere landen van de EU op de op handen zijn de
voorgestelde aanval op Falluja?
Antwoord
Premier Allawi is tijdens de Europese Raad in algemene zin ingegaan op
de veiligheidssituatie in Irak en heeft er in dat verband op gewezen
dat Falluja een bolwerk van aanhoudend verzet was. Hij gaf aan dat hij
intensieve onderhandelingen voerde met de bestuurders van Fallujah die
erop waren gericht om de situatie in Falluja tot een vreedzame
oplossing te brengen. Ook had Allawi de opstandelingen amnestie
aangeboden als zij hun wapens zouden neerleggen. Allawi gaf verder aan
dat het in verband met de aanstaande verkiezingen noodzakelijk was
snel tot een oplossing voor de opstand in Fallujah te komen. Van een
specifiek verzoek met betrekking tot het offensief tegen Falluja aan
de EU was geen sprake.
Vraag 3
Wat is uw oordeel over de opzegging van deelname aan de regering
Allawi door de Irakese Islamitische Partij? Deelt u de mening dat
hieruit blijkt dat de politieke schade van de aanval op Falluja groter
wordt?
Antwoord
De militaire operatie in de Soennitische driehoek beoogt bij te dragen
aan de verbetering van de veiligheidssituatie en daarmede het
politieke proces gericht op het houden van verkiezingen in januari
2005 te ondersteunen. De opzegging van deelname aan de regering Allawi
door de Irakese Islamitische Partij is te betreuren. Er worden door de
interim-regering pogingen gedaan om de Soennieten nauwer bij het
politieke proces te betrekken, onder andere door een alliantie van
deze partijen te bevorderen. Tijdens de Europese Raad gaf premier
Allawi aan te streven naar een zo breed mogelijke participatie van de
verschillende bevolkingsgroepen in het politieke proces.
Vraag 4
Deelt u de mening van de Irakese minister van Defensie Sha'alan, die
Kofi Annan en iedereen die bezwaar maakt tegen de aanval op Falluja,
een crimineel heeft genoemd vanwege het pleidooi in zijn brief om het
politieke proces voorrang te geven boven militaire middelen?
Antwoord
Nee.
Vraag 5
Wanneer beschouwt u de aanval op Falluja als een succes? Hoe lang mag
de aanval op Falluja duren zonder dat de stad wordt veroverd, voordat
deze aanval niet meer als een succes kan worden beschouwd?
Antwoord
Inmiddels is de gezamenlijke militaire operatie van het Iraakse leger
en de multinationale troepenmacht in Falluja zo goed als afgerond. De
Iraakse en Amerikaanse militairen hebben thans grotendeels controle
over de stad.
Zie ook het antwoord op vraag 3.
Vraag 6
Is volgens u de aanval proportioneel in het licht van de aanwezigheid
van tienduizenden burgers in de stad?
Antwoord
De proportionaliteitstoets betekent dat er geen sprake mag zijn van
geweld dat excessief is in relatie tot het concrete en directe
militaire voordeel dat van een aanval te verwachten is. De regering is
uiteraard van mening dat alles moet worden gedaan om het aantal
burgerslachtoffers zoveel mogelijk te beperken.
Vraag 7
Hoe groot acht u de kans op het oplaaien van gewelddadigheden elders
in Irak als gevolg van de aanval op Falluja?
Antwoord
De operatie in Fallujah is erop gericht te voorkomen dat de stad nog
langer wordt gebruikt als uitvalsbasis voor het plegen van aanslagen
elders in Irak.
Ministerie van Buitenlandse Zaken