Geannoteerde agenda van de Raad Algemene Zaken en Externe Betrekkingen
van 22-23 november 2004
Kamerbrief inzake Geannoteerde agenda van de Raad Algemene Zaken en
Externe Betrekkingen van 22-23 november 2004
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Binnenhof 4
Den Haag
Directie Integratie Europa
Bezuidenhoutseweg 67
Postbus 20061
2500 EB Den Haag
Datum
17 november 2004
Behandeld
GJ Bijl de Vroe
Kenmerk
DIE-607/04
Telefoon
070 - 348 5005
Blad
1/11
Fax
070 - 348 6381
Bijlage(n)
gj.bijl-de-vroe@minbuza.nl
Betreft
Geannoteerde agenda van de Raad Algemene Zaken en Externe Betrekkingen
van 22-23 november 2004
Graag bieden wij u hierbij de geannoteerde agenda aan van de Raad
Algemene Zaken en Externe Betrekkingen van 22-23 november 2004.
De Minister De Minister
van Buitenlandse Zaken, voor
Ontwikkelingssamenwerking,
Dr. B. Bot A.M.A. van
Ardenne-van der Hoeven
De Staatssecretaris
voor Europese Zaken
Mr. Drs. A. Nicolaï
Geannoteerde agenda van de Raad Algemene Zaken en Externe Betrekkingen
(RAZEB) van 22-23 november 2004
Algemene zaken
Voorbereiding Europese Raad 17 december
Aan de Raad zal een eerste versie voorliggen van de
ontwerp-geannoteerde agenda voor de Europese Raad van 16/17 december.
Op het moment van verzenden van deze brief was dit document nog in
bewerking. De Europese Raad zal aandacht besteden aan
uitbreidingskwesties, zoals de besluiten over het al dan niet sluiten
van de onderhandelingen met Bulgarije en Roemenië en het al dan niet
openen van de onderhandelingen met Turkije en Kroatië. Bestrijding van
het terrorisme zal eveneens een belangrijk thema van bespreking zijn.
De Europese Raad zal zich daarnaast buigen over de Financiële
Perspectieven 2007-2013 en naar verwachting de Drugsstrategie
2007-2012 aannemen. Verder zal de Europese Raad aandacht besteden aan
actuele internationale kwesties, in het bijzonder (de EU-rol in) het
Midden-Oosten vredesproces.
Financiële Perspectieven 2007-2013
Voortgangsrapportage van het Voorzitterschap
Deze rapportage zal bestaan uit een weergave van de besprekingen op
ambtelijk niveau van de Commissievoorstellen en de `bouwstenen'
(inclusief financiële ranges) voor alle categorieën van de nieuwe
Financiële Perspectieven. Deze categorieën zijn: groei en
werkgelegenheid (categorie 1a), cohesiebeleid (categorie 1b), beheer
en bescherming van natuurlijke hulpbronnen (categorie 2), burgerschap
(categorie 3), de EU als partner op het wereldtoneel (categorie 4) en
administratieve uitgaven (categorie 5). De besprekingen hebben zich in
eerste instantie gericht op de Commissievoorstellen en het
inventariseren van de reacties van lidstaten daarop. Op basis van deze
reacties heeft het Voorzitterschap een eerste versie van de bouwstenen
gemaakt. Dit betrof een algemene samenvatting per begrotingscategorie
van de posities van lidstaten op hoofdbestanddelen. In het verdere
verloop van de discussie zijn deze bouwstenen op basis van commentaar
van lidstaten inhoudelijk steeds nader gepreciseerd. Ook is elke
`bouwsteen' voorzien van een financiële `range'. Deze vormen
gezamenlijk, naast het algemene voortgangsverslag van de besprekingen,
een overzichtelijke weergave van de posities van lidstaten in de
nieuwe Financiële Perspectieven en een goede basis voor het
Voorzitterschapsrapport ten behoeve van de Europese Raad in december.
b) Extern beleid
Op basis van de Commissievoorstellen voor de nieuwe Financiële
Perspectieven zal het Voorzitterschap specifiek ingaan op de
instrumenten van het extern beleid van de Europese Unie. De Commissie
stelt een herstructurering van de instrumenten van het extern beleid
voor teneinde de coherentie en consistentie ervan te bevorderen. Deze
herstructurering moet de Europese Unie in staat stellen om op een
coherente en consistente manier de buitenlands-politieke
verantwoordelijkheid te dragen die hoort bij haar mondiale economische
status. Het voorzitterschap beoogt een korte discussie over de
herstructurering van het extern beleid te voeren door enkele vragen
voor te leggen aan de lidstaten. De uitkomst van de discussie kan
meegenomen worden in de beginselen en richtsnoeren die vastgesteld
worden op de Europese Raad in december.
Cyprus
Het voornemen bestaat in de Raad te spreken over de voortgang ten
aanzien van de ontwerp-verordeningen voor hulp aan en directe handel
met de Turks-Cypriotische gemeenschap.
Externe betrekkingen
Europees Veiligheids- en Defensiebeleid
De Raad zal in de samenstelling van ministers van Defensie de
resultaten bekrachtigen van de militaire capaciteitenconferentie die
op 22 november aanstaande en marge van de Raad plaatsvindt. Tijdens
deze conferentie zal het werk van het Nederlandse Voorzitterschap op
het gebied van onder meer de nieuwe `Headline Goal 2010' en het
`European Capability Action Plan' worden afgerond. Lidstaten zullen
zich committeren aan de verdere versterking van de Europese militaire
capaciteiten, onder meer door het aanbieden van bijdragen aan de EU
`battlegroups'. In dezelfde samenstelling zal de Raad ook de
richtlijnen voor het werkprogramma van het Europese Defensie
Agentschap vaststellen en kennisnemen van het halfjaarlijkse `Single
Progress Report' over militaire capaciteiten. De Kamer wordt over dit
deel van de Raad en de militaire capaciteitenconferentie separaat door
de minister van Defensie geïnformeerd.
De Raad zal in samenstelling van de ministers van Buitenlandse Zaken
de resultaten van de civiele capaciteitenconferentie bekrachtigen, die
eveneens op 22 november en marge van de Raad plaats heeft. In deze
conferentie worden de toezeggingen van de lidstaten met betrekking tot
civiele capaciteiten op het gebied van politie, rechtsstaat, openbaar
bestuur en civiele protectie herbevestigd en uitgebreid met de nieuwe
capaciteitsgebieden `monitoring' en algemene ondersteuning. De Raad
zal het Raadssecretariaat en de Commissie oproepen tot actie
respectievelijk op het gebied van planning en ondersteuningscapaciteit
voor civiele missies en aanpassing van de regels met betrekking tot
aankoop voor crisisbeheersingsoperaties.
De Raad zal bovendien spreken over twee kwesties inzake de
financiering van militaire operaties vallende onder het Europees
Veiligheids- en Defensiebeleid (EVDB). De eerste kwestie betreft de
instelling van een "opstartfonds", waaruit tijdelijk financiële
middelen kunnen worden betrokken om direct uitgaven te kunnen doen
wanneer is besloten tot een militaire operatie. De tweede kwestie
betreft een besluit om de transportkosten van militaire snelle reactie
missies in aanmerking te laten komen voor gemeenschappelijke
financiering. Beide besluiten zullen een daadwerkelijk snelle
militaire inzet faciliteren, hetgeen van bijzonder belang is nu de EU
met ingang van 2005 zal beschikken over `battlegroups'. Als voorzitter
zal Nederland zich inzetten voor een akkoord op beide punten.
Tenslotte zal de Raad instemmen met het "Actieplan voor EVDB-steun aan
vrede en veiligheid in Afrika", het Gemeenschappelijk Optreden
aannemen over de lancering van de EU-geleide operatie ALTHEA in
Bosnië-Herzegovina (overname van SFOR) en het "Conceptueel kader voor
identificatie van de belangrijkste elementen van de EVDB-dimensie aan
de strijd tegen terrorisme, inclusief preventieve aspecten"
goedkeuren.
Midden-Oosten
De Raad zal stilstaan bij de dood van Arafat en de gevolgen daarvan
voor (de Europese inspanningen ten aanzien van) het vredesproces. De
internationale gemeenschap zal de gewijzigde omstandigheden -
inclusief de Israëlische plannen voor terugtrekking uit Gaza - moeten
aangrijpen door middel van een hernieuwde inzet op uitvoering van de
`Roadmap', met aandacht voor de parameters voor een uiteindelijke twee
staten-oplossing. De EU heeft - onder Nederlandse Voorzitterschap -
ondertussen het initiatief genomen om met alle betrokkenen te
consulteren over de mogelijkheden om het vredesproces uit de huidige
impasse te halen. Hierbij wordt niet alleen gekeken naar ondersteuning
van het proces op korte termijn maar ook naar langere termijn
politieke perspectieven. De Hoge Vertegenwoordiger Solana zal verslag
doen van zijn eerste ronde van consultaties met Kwartetleden,
Arabische landen en de betrokken partijen. Voorts werkt het
Voorzitterschap in nauw overleg met Solana aan een pakket van directe
maatregelen ter ondersteuning van de Palestijnen, met name bij de
voorbereiding van presidentsverkiezingen, verbetering van de
veiligheidssituatie in de Palestijnse Gebieden en ter versterking van
de financiële positie van de Palestijnse Autoriteit. Het
Voorzitterschap zal zich ervoor inzetten dat de EU eensgezind deze
koers blijft volgen en optimaal inspeelt op de thans ontstane situatie
in het Midden-Oosten.
Oekraïne
De Raad zal het resultaat bespreken van de tweede ronde van de
presidentsverkiezingen in Oekraïne die op 21 november aanstaande
zullen plaatsvinden. De voorlopige uitslag en voorlopige beoordeling
door het OVSE-waarnemingsteam wordt verwacht in de loop van 22
november.
Als EU-Voorzitter heeft Nederland in Kiev het voortouw genomen om
samen met de missiehoofden van andere EU-lidstaten te demarcheren bij
de Voorzitter van de Centrale Kiescommissie om nogmaals het belang te
onderstrepen dat de EU hecht aan vrije en eerlijke verkiezingen.
Dezelfde boodschap wordt ook telefonisch overgebracht door Hoge
Vertegenwoordiger Solana aan President Koetsjma.
Bilateraal zendt Nederland ook voor de tweede ronde van de
presidentsverkiezingen een twintigtal korte termijn waarnemers (naast
de vijf lange termijn-waarnemers die al enkele maanden in Oekraïne
verblijven). Deze maken deel uit van de internationale
verkiezingswaarnemingsmissie onder leiding van OVSE/ODIHR.
EU - China
Het Nederlandse Voorzitterschap zal de Raad informeren over de
inhoudelijke voorbereidingen van de EU-China Top op 8 december
aanstaande in Den Haag. Naast de traditionele politieke onderwerpen
als non-proliferatie, terrorisme, mensenrechten en regionale kwesties
zal er tijdens de Top aandacht zijn voor de groeiende economische en
strategische betekenis van China. Ook zal er worden gesproken over de
wenselijkheid om de EU-China samenwerkingsovereenkomst te herzien. De
huidige overeenkomst stamt uit 1985. Daarnaast zal een aanzet worden
gegeven voor de totstandkoming van een readmissie-overeenkomst. Tevens
zal een aantal praktische vormen van samenwerking tijdens de Top
worden bezegeld, waaronder een douane-samenwerkingsakkoord, een
Euratom-overeenkomst met betrekking tot nucleair onderzoek, wetenschap
en technologie en de start van dialogen over werkgelegenheid,
macro-economische en financiële aangelegenheden. Vooralsnog wordt
tijdens de Raad geen uitgebreide discussie voorzien. Tijdens de lunch
zal in meer algemene zin de strategische relatie met China worden
besproken. Hierbij komt mogelijk ook het EU wapenembargo tegen China
aan de orde.
Iran
De Raad zal spreken over de uitkomst van de onderhandelingen die de
afgelopen weken door het VK, Duitsland, Frankrijk en het
Raadssecretariaat - met steun van de Raad - zijn gevoerd met Teheran
over het Iraanse nucleaire programma. Inzet hierbij was een volledige
en duurzame opschorting door Iran van alle verrijkings- en
opwerkingsgerelateerde activiteiten. De beraadslagingen in de Raad
zullen mede plaatsvinden op basis van een rapport van DG IAEA El
Baradei dat naar verwachting rond 16 november uit zal komen. De
verhouding met Iran voor wat betreft diens nucleaire programma bevindt
zich thans in een cruciale fase. De ernst van de situatie vraagt om
een krachtige en eensgezinde aanpak zijdens de voltallige
internationale gemeenschap. Op 25 november aanstaande zal de
Bestuursraad van het IAEA besluiten of en in hoeverre Iran heeft
voldaan aan de vereisten van de resolutie die de Bestuurraad op 18
september jongstleden unaniem aannam. Over de afspraken tussen de EU3
en Iran over het Iraanse nucleaire programma zal de Kamer conform het
verzoek van de vast commissie voor Buitenlandse Zaken separaat een
brief toegaan.
Grote Meren
De Raad zal spreken over de Grote Meren-regio, waarbij in de eerste
plaats aandacht zal zijn voor de stand van zaken in het
transitieproces in de Democratische Republiek Congo (DRC). De Raad zal
stilstaan bij de voorbereidingen van de verkiezingen in de DRC die
medio 2005 zullen worden gehouden. Daarnaast zal worden gesproken over
de noodzakelijke hervorming van de Congolese veiligheidssector, die
een essentieel onderdeel vormt van het vredesproces. Het Nederlandse
Voorzitterschap zal tenslotte verslag doen van het EU-troika bezoek
aan de Grote Meren-regio en de Grote Meren Conferentie van 19 en 20
november. Ten aanzien van Burundi zal de Raad een oproep doen aan alle
partijen volledig mee te werken aan de organisatie van het
constitutioneel referendum. De Raad zal daarbij partijen oproepen
flexibiliteit te betrachten en de mogelijkheid open te houden om de
Tutsi-minderheid tegemoet te komen door enkele beperkte aanpassingen
aan te brengen in de kieswetten.
Soedan
De Raad zal opnieuw stilstaan bij de situatie in de westelijke
provincie Darfur. De discussie zal zich toespitsen op de vraag of en
in hoeverre voortgang is geboekt ten aanzien van de ijkpunten zoals
neergelegd in resoluties van de VN-Veiligheidsraad en in eerdere
Raadsconclusies. De situatie levert een gemengd beeld op. Enerzijds is
er sprake van een verslechterende veiligheidssituatie op de grond in
Darfur waardoor het aantal vluchtelingen en ontheemden toeneemt en de
toegang voor humanitaire hulporganisaties verslechtert. Anderzijds
wordt in de onderhandelingen in Abuja tussen de verschillende partijen
die betrokken zijn bij het conflict in Darfur enige vooruitgang
geboekt. Het Nederlandse Voorzitterschap zet derhalve in op handhaving
van de druk op de regering in Khartoem en op de rebellenbewegingen SLM
en JEM om met urgentie in Abuja te komen tot een duurzame politieke
oplossing voor de crisis in Darfur. Daarnaast zal de druk op de
Soedanese regering en de SPLM moeten worden gehandhaafd om spoedig de
Naivasha-onderhandelingen inzake het Noord-Zuid vredesproces af te
ronden. De EU zal daarnaast opnieuw steun uitspreken voor
ondersteuning van de missie van de SV SGVN Pronk en de
waarnemingsmissie van de Afrikaanse Unie in Darfur. Tenslotte zal
opnieuw een oproep worden gedaan om additionele humanitaire hulp
beschikbaar te stellen.
Effectiviteit EU extern optreden
In januari jl. besloot de Raad dat het jaarlijkse Oriëntatiedebat over
de effectiviteit van het extern optreden van de EU in het vervolg in
het najaar zal plaatsvinden, als onderdeel van een jaarlijkse
planningscyclus waarin budgetmanagement, programmering, uitvoering,
verslaglegging en evaluatie met betrekking tot de buitenlandse hulp
beter op elkaar aansluiten. Deze planningscyclus zal naar verwachting
een bijdrage leveren aan de verbetering van de efficiëntie en de
effectiviteit van het extern optreden van de EU. De cyclus wordt voor
het eerst in gang gezet tijdens het Nederlands voorzitterschap.
Nederland heeft, naar analogie van het Ierse voorzitterschap, een
Presidency paper gepresenteerd. Dit sluit aan bij het Oriëntatiedebat
dat in januari onder Iers voorzitterschap werd gehouden en er ligt
dientengevolge een accent op de effectiviteit van de Europese
hulpinspanningen. Er wordt ingegaan op drie thema's, namelijk de
Millennium Development Goals (MDG's), effectief multilateralisme en
op de effectiviteit van de EG-hulp (beleid, uitvoering, middelen).
Op basis van het paper zullen Raadsconclusies aangenomen worden.
Nederland streeft ernaar overeenstemming te bereiken over de noodzaak
van verdergaande EU-inspanningen ten aanzien van de MDG's. Daarnaast
zal in de Raadsconclusies worden ingegaan op de rol van de EU in
multilateraal verband en op maatregelen die de effectiviteit van de
hulpinspanningen van de EG verder kunnen bevorderen (zoals het
actualiseren van de Algemene Beleidsverklaring uit 2000, een
voortzetting van het hervormingsproces van het beheer van de hulp, en
een effectievere inzet van de ter beschikking staande middelen).
Somalië
De Raad zal kort spreken over de recente positieve ontwikkelingen in
het vredesproces in Somalië. De EU is van mening dat hiermee de eerste
stappen in de richting van herstel van vrede en stabiliteit zijn
gezet. De Raad zal spreken over het belang van het verlenen van steun
voor de wederopbouw. De Raad zal zich tenslotte buigen over het
voornemen van de Afrikaanse Unie (AU) een waarnemersmissie naar
Somalië te sturen en op de wijze waarop de EU de AU hierbij kan
ondersteunen.
Millennium Development Goals
De Commissie zal voor de VN Millenium Development Goals top in het
najaar van 2005 een EU synthese rapport opstellen, dat wordt
voorgelegd aan de Raad van april 2005 en dat de inspanningen ten
aanzien van de MDG's reflecteert van zowel de lidstaten als de
Commissie. Dit synthese rapport zal zijn gebaseerd op nationale MDG
rapportages van de lidstaten en van de Commissie zelf. Tijdens de Raad
van 22 en 23 november zal de Commissie rapporteren over de voortgang
bij het opstellen van het synthese rapport. Daarnaast ligt de
rapportage van de Commissie over haar eigen activiteiten ter
bespreking voor.
De voortgangsrapportage van de Commissie ten aanzien van het synthese
rapport vermeldt dat nog niet alle lidstaten hun nationale rapportages
hebben ingeleverd. De Raad zal procedurele conclusies aannemen, waarin
lidstaten worden opgeroepen hun nationale rapportage zo spoedig
mogelijk in te leveren. Nederland streeft er daarnaast naar de
Commissie in de Raadsconclusies uit te nodigen om, als onderdeel van
het synthese rapport, samen met de lidstaten specifieke en ambitieuze
maatregelen te ontwikkelen voor verdere actie, met name op het terrein
van financiering, beleidscoherentie en ontwikkeling in Afrika.
De rapportage van de Commissie over haar eigen activiteiten volgt het
format dat eerder in de Raad is afgesproken. Nederland is over het
algemeen positief over het Commissie rapport en zal gezien haar
voorzittersfunctie zelf slechts beperkt inhoudelijk kunnen reageren.
Indien de mogelijkheid zich voordoet zal Nederland onder andere het
voorstel van de Commissie onderschrijven om binnen de EU te komen tot
een nieuw interim target voor ODA als percentage van het BNP voor na
2006. Ook zal Nederland de keuze van OS-beleidscoherentie als
prioritair thema `op weg naar 2015' onderschrijven.
Follow-up International Conference on Population and Development
De Raad zal conclusies aannemen waarin het commitment van de EU aan de
afspraken gemaakt tijdens de International Conference for Population
and Development (ICPD) in Caïro in 1994 wordt hernieuwd. De EU heeft
in 1994 de ICPD agenda als beleidskader omarmd en financiële
instrumenten ontwikkeld om dit beleid uit te voeren. In de loop van de
jaren heeft de EU zich gepositioneerd als een progressieve partner
voor ontwikkelingslanden en programma's op het terrein van
reproductieve gezondheid en rechten ondersteund, in samenwerking met
individuele lidstaten, VN organisaties (met name UNFPA), de Bretton
Woods instellingen en vertegenwoordigers van het maatschappelijk
middenveld. De EU (lidstaten en Commissie) staat garant voor 60% van
de wereldwijde steun voor de ICPD agenda.
De Raadsconclusies bouwen voort op de Voorzitterschapsconclusies die
tijdens de Informele Bijeenkomst van OS-ministers op 26/27 oktober
genomen zijn. Zij bevestigen het internationale acquis ten aanzien van
seksuele en reproductieve rechten in het licht van MDG's en gaan
daarnaast in op nieuwe uitdagingen. Zo wordt opgeroepen tot groter
politiek en financieel commitment van de Commissie en de lidstaten en
meer aandacht voor de kwaliteit van de implementatie in het licht van
nieuwe hulpinstrumenten. Ook wordt ingegaan op de noodzaak van
preventie en informatie voor jongeren, empowerment van vrouwen, de
koppeling van de Caïro-agenda aan aidsbestrijding (80% van HIV/Aids
besmetting wordt seksueel overgedragen) en reproductieve gezondheid en
rechten in conflictsituaties. Daarnaast wordt de Commissie opgeroepen
om in de context van het MDG synthese rapport aandacht te besteden aan
de voortgang ten aanzien van reproductieve gezondheid en rechten.
De Raadsconclusies zijn mede opgesteld n.a.v. het door UNFPA
uitgebrachte State of the World Population Report 2004, waarin de
balans wordt opgemaakt van tien jaar uitvoering van de ICPD agenda.
Nederland is van mening dat de Raadsconclusies zullen bijdragen aan de
continuering van een progressief EU beleid op dit terrein.
EU actieplan inzake HIV/Aids, malaria en tuberculose
De Raad zal conclusies aannemen over de Mededeling inzake een coherent
Europees beleidskader ten aanzien van HIV/Aids, malaria en
tuberculose, die de Commissie recent uitbracht. Het betreft een
herziening en aanscherping van de in 2000 gepubliceerde Mededeling
voor versnelde actie ter bestrijding van de belangrijkste
infectieziekten in het kader van armoedebestrijding, alsmede het
daarmee samenhangende Actieprogramma.
De Mededeling en het Actieprogramma uit 2000 benadrukten coherente
actie tussen de Directoraten Generaal voor ontwikkeling, handel en
onderzoek op een aantal terreinen: het bevorderen van een optimale
impact van bestaande interventies; het vergroten van de toegang tot
vaccins en geneesmiddelen; en het verhogen van investeringen in
onderzoek en ontwikkeling van medicijnen en vaccins.
De nieuwe Mededeling evalueert de implementatie van het
Actieprogramma. De drie genoemde terreinen zijn nog steeds relevant en
de Commissie stelt dat de inzet zal worden voortgezet en waar nodig
geïntensiveerd. Daarnaast wordt aangegeven dat additionele aandacht
nodig is voor de veiligheidsaspecten van de Aids-epidemie (variërend
van individuele veiligheid en veiligheid op gemeenschapsniveau tot
internationale veiligheid en stabiliteit) en voor de snel toenemende
epidemieën van Aids en tuberculose in Europa en nabuurlanden. In de
Raadsconclusies, waaraan Nederland als voorzitter een actieve bijdrage
heeft geleverd, wordt de Commissie opgeroepen de Mededeling uit te
werken in een nieuw Actieprogramma, waarbij ook aandacht besteed wordt
aan de benodigde financiële middelen.
Follow-up Monterrey: harmonisatie en coördinatie
De Raad zal het rapport behandelen van de Ad Hoc Working Party on
Harmonisation, die tijdens de RAZEB van 26 en 27 april jl. werd
ingesteld om vooruitgang te boeken op het gebied van coördinatie en
harmonisatie van de ontwikkelingsactiviteiten van de lidstaten en de
Commissie. Coördinatie en harmonisatie vormen onderdeel van de
zogenaamde Barcelona commitments, afspraken die de EU gemaakt heeft
voorafgaand aan de conferentie over Financing for Development in
Monterrey in 2002.
De ad hoc werkgroep werd onder Iers voorzitterschap gestart en is
onder Nederlands voorzitterschap voortgezet. In het rapport van de
werkgroep wordt voorgesteld om per land een zogenaamde Roadmap op te
stellen. Een dergelijke Roadmap bestaat uit een menu van
mogelijkheden, die afhankelijk van de situatie in een land kunnen
worden ingezet, zoals gezamenlijke meerjaren programmering, monitoring
en evaluatie, gezamenlijke financiële arrangementen, nadere
werkverdeling tussen donoren (complementariteit) en gezamenlijke
beleidsformulering. Het zal de taak van de EU vertegenwoordigers in
een specifiek land zijn om te bepalen of en hoe de Roadmap zal moeten
worden uitgewerkt. Naast de introductie van de Roadmap heeft de
werkgroep ook algemene voorstellen geformuleerd ten aanzien van
gezamenlijke uitvoeringsmodaliteiten, gezamenlijke meerjaren planning
en programmering, en een verdergaande afstemming van
beleidsuitgangspunten.
Het Nederlands voorzitterschap heeft in de werkgroep de nadruk gelegd
op het belang van implementatie op landenniveau, het aansluiten bij
systemen en instanties van het ontvangende land zelf (zogenaamde
alignment) en het versterken van het ownership van de overheden van de
partnerlanden. Voorts is aansluiting gezocht bij reeds bestaande
initiatieven (zoals momenteel gaande binnen de DAC).
Het rapport van de Ad Hoc Working Party zal naar verwachting door de
Raad worden aangenomen. Het onderwerp coördinatie en harmonisatie is
een van de prioriteiten van de EU voorzitterschappen van 2004-2006
(Ierland, Nederland, Luxemburg, VK, Oostenrijk en Finland) en de
inkomende voorzitterschappen zullen monitoring van de gemaakte
afspraken ter hand moeten nemen.
Jaarverslag 2004 van de Commissie over het OS-beleid en de
buitenlandse hulp in 2003
De Raad zal conclusies aannemen over het Jaarverslag dat de Commissie
eind juli uitbracht over het OS-beleid en de extern hulp in het jaar
2003. Het verslag vertoont grote verbeteringen ten opzichte van
voorgaande Jaarverslagen. Zo klinkt er een meer resultaatgerichte
aanpak in door, die onder andere blijkt uit de nadruk op monitoring en
evaluatie en de opname van een apart hoofdstuk over efficiëntie en
effectiviteit van de hulpinspanningen van de EG. Daarnaast heeft de
Commissie specifieke aandacht besteed aan goed bestuur, vrede,
veiligheid en ontwikkeling.
In de Raadsconclusies, waaraan Nederland als voorzitter een actieve
bijdrage heeft geleverd, worden de verbeteringen ten aanzien van
eerdere Jaarverslagen verwelkomd. Ook wordt met instemming
geconstateerd dat het hervormingsproces van het beheer van de hulp
vruchten begint af te werpen (snellere levering van de hulp en
verbetering van beleidsdocumenten). Het Jaarverslag is echter zeer
beschrijvend van aard en zou gebaat zijn met een uitgebreidere analyse
van vooruitgang ten aanzien van strategische beleidsdoelstellingen van
het OS-beleid van de EG (armoedebestrijding, de MDG's en de Algemene
Beleidsverklaring uit 2000). De Commissie wordt verzocht hieraan in
het Jaarverslag 2005 meer aandacht te besteden. Ook wordt de Commissie
uitgenodigd het Jaarverslag publieksvriendelijker te maken,
selectiever te zijn in de presentatie van kerngegevens en financiële
informatie te stroomlijnen en dusdanig te presenteren dat een
meerjarig overzicht verkregen wordt. Ten aanzien van het
hervormingsproces van het beheer van de externe hulp, dat in 2000 werd
ingezet en inmiddels vrijwel geheel is doorgevoerd, wordt de Commissie
verzocht voor juli 2005 met een kwalitatieve evaluatie te komen, en
aanbevelingen te doen voor consolidatie en verdere verbeteringen in de
follow-up van het hervormingsproces.
Guinee-Bissau
Ten slotte zal de Raad spreken over de recente ontwikkelingen in
Guinee-Bissau. Het is na de recente onrust essentieel dat de
internationale gemeenschap de regering van Guinee-Bissau krachtig
steunt in haar pogingen om een eventuele militaire staatsgreep te
voorkomen. Tijdens de recente bijeenkomst van de EU-troika met ECOWAS
is overeengekomen dat onder leiding van ECOWAS zal worden onderzocht
of het uitvoeren van een hervorming van de veiligheidssector in het
land mogelijk is. Op basis hiervan zal moeten worden bekeken op welke
wijze een eventuele bijdrage van de EU vorm kan krijgen.
Ministerie van Buitenlandse Zaken