Uitvoering en effectiviteit van
reïntegratievoorzieningen en
-instrumenten
Inspectie Werk en Inkomen Uitvoering en effectiviteit van reïntegratievoorzieningen en -instrumenten
Auteur:
Dhr. A. Lucas
R04/20, november 2004
ISSN 1383-8733
ISBN 90-5079-108-5
2 Inspectie Werk en Inkomen Uitvoering en effectiviteit van reïntegratievoorzieningen en -instrumenten
Voorwoord
In een sociaal zekerheidsstelsel dat werk boven uitkering stelt is reïntegratie van arbeidsgehan-
dicapten een belangrijk doel. Op dit moment zijn er ongeveer dertig instrumenten en voorzie-
ningen die de reïntegratie van arbeidsgehandicapten moeten stimuleren. De meeste ervan
vinden hun basis in de Wet op de (re)integratie van arbeidsgehandicapten. Met de voorgeno-
men wijziging van het arbeidsongeschiktheidsstelsel zullen deze instrumenten al dan niet in
gewijzigde vorm worden opgenomen in de nieuwe Wet werk en inkomen naar arbeidsvermo-
gen.
De Inspectie Werk en Inkomen heeft in februari 2004 gerapporteerd over een onderzoek naar
acht reïntegratie-instrumenten en -voorzieningen. Omdat zij op basis daarvan geen uitspraak
kon doen over de kwaliteit en werking van het geheel aan beschikbare reïntegratievoorzienin-
gen kondigde de inspectie vervolgonderzoek aan. Hierin zijn nog eens vijf instrumenten onder
de loep genomen. Dit rapport doet verslag van de resultaten van dat onderzoek. Bovendien
geeft de inspectie op basis van alle dertien onderzochte instrumenten en voorzieningen haar
totaaloordeel over de uitvoering en effectiviteit van de reïntegratieregelingen.
Mr. L.H.J. Kokhuis
Inspecteur-generaal
3 Inspectie Werk en Inkomen Uitvoering en effectiviteit van reïntegratievoorzieningen en -instrumenten
4 Inspectie Werk en Inkomen Uitvoering en effectiviteit van reïntegratievoorzieningen en -instrumenten
Inhoud
1 Inleiding 7
2 Inhoud en doel van de onderzochte regelingen 9
2.1 Loondispensatie 9
2.2 Jobcoachvoorziening 9
2.3 Loonsuppletie 9
2.4 Meeneembare werkvoorzieningen 9
2.5 No-riskpolis (toepassing van artikel 29b ZW) 10
3 Kwaliteit van de uitvoering door UWV 11
3.1 Voorlichting 11
3.2 Opzet en werking primair proces 11
3.3 Controle van het uitvoeringsproces 12
3.4 Sturing en beheersing 12
3.5 Conclusie 12
4 Effectiviteit en doelbereik 13
4.1 Doel van de wetgever 13
4.2 Informatie over gebuik, kosten en baten 13
4.3 Doelbereik 13
4.4 Conclusie 13
5 Overkoepelend oordeel 15
6 Reactie Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen 17
Lijst van afkortingen 18
Bijlage: Reactie Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen 19
Publicaties van de Inspectie Werk en Inkomen 23
5 Inspectie Werk en Inkomen Uitvoering en effectiviteit van reïntegratievoorzieningen en -instrumenten
6 Inspectie Werk en Inkomen Uitvoering en effectiviteit van reïntegratievoorzieningen en -instrumenten
1 Inleiding
De Inspectie Werk en Inkomen (IWI) heeft in 2004 onderzoek gedaan naar het gebruik van
reïntegratie-instrumenten en -voorzieningen voor arbeidsgehandicapten. Dergelijke instrumen-
ten en voorzieningen hebben tot doel bij te dragen aan de inschakeling van arbeidsgehandicap-
ten in het arbeidsproces, door uitval te voorkomen en reïntegratie te bevorderen. Het
Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV) zet deze instrumenten in na aanvraag
van een werkgever of uitkeringsgerechtigde.
Dit onderzoek betreft vijf reïntegratie-instrumenten:
· Loondispensatie;
· Jobcoachvoorziening;
· Loonsuppletie;
· Meeneembare werkvoorzieningen;
· De zogenoemde no-riskpolis (toepassing van artikel 29b Ziektewet).
Doel van het onderzoek was om een uitspraak te doen over de effectiviteit van de regelingen
en de bijdrage van de uitvoering daaraan. Daarom heeft de inspectie gekeken in hoeverre de
uitvoering van regelingen door UWV beantwoordt aan de intenties van de wetgever en effi-
ciënt, transparant en beheersbaar is.
De conclusies van IWI zijn gebaseerd op deskresearch en interviews met medewerkers van
UWV directie Inkoop Reïntegratie (IR), arbeidsdeskundigen en procesbegeleiders.
Dit onderzoek is een vervolg op een eerdere rapportage van de inspectie, waarin acht andere
1 reïntegratie-instrumenten en -voorzieningen aan bod kwamen.1 Omdat de dertien onderzochte
Inzet reïntegratie-instrumenten en instrumenten bij elkaar een goede afspiegeling vormen van het geheel aan instrumenten, heeft
-voorzieningen door UWV, februari
2004, ISSN 1383-8733, de inspectie in dit rapport een overkoepelend oordeel opgenomen over de kwaliteit en de
ISBN 90-5079-075-5. doeltreffendheid van de uitvoering van reïntegratieactiviteiten door UWV.
7 Inspectie Werk en Inkomen Uitvoering en effectiviteit van reïntegratievoorzieningen en -instrumenten
8 Inspectie Werk en Inkomen Uitvoering en effectiviteit van reïntegratievoorzieningen en -instrumenten
2 Inhoud en doel van de onderzochte
regelingen
2.1 Loondispensatie
Loondispensatie houdt in dat UWV een werkgever toestemming verleent een arbeidsgehandi-
capte werknemer tijdelijk minder te betalen dan het geldende CAO-loon. Voorwaarde is dat de
werknemer als gevolg van zijn handicap beduidend minder presteert dan normaal. Dit instru-
ment beoogt de kans op werk voor arbeidsgehandicapte werknemers te vergroten door hun
concurrentiepositie ten opzichte van niet-arbeidsgehandicapte werknemers te verbeteren. De
hoogte van de loondispensatie hangt af van de mate waarin de werknemer minder presteert.
De duur van de loondispensatie is zes maanden tot vijf jaar. Bij werknemers die niet in staat zijn
de normale arbeidsprestatie te bereiken kan de termijn van vijf jaar worden verlengd. Dan gaat
het vaak om mensen met een verstandelijke handicap die werken met ondersteuning van een
jobcoach.
2.2 Jobcoachvoorziening
De jobcoachvoorziening betreft persoonlijke ondersteuning van de werknemer op de werkplek.
Hiervoor kan de werkgever een vergoeding aanvragen bij UWV. Een van de voorwaarden is dat
het moet gaan om compensatie van specifiek met de handicap samenhangende beperkingen.
Voorwaarde is verder dat de persoonlijke ondersteuning wordt gegeven door iemand die is
verbonden aan een door UWV erkende instelling. De ondersteuning - bijvoorbeeld persoon-
lijke begeleiding of `training on the job'- is in uren gemaximeerd. Het aantal uren loopt af van
vijftien procent van het aantal werkuren van de arbeidsgehandicapte in het eerste jaar, naar
zeveneneenhalf procent in het tweede jaar en zes procent in het derde en volgende jaren. De
voorziening kan zowel tijdelijk als blijvend worden toegekend. De doelgroep bestaat voor een
belangrijk deel uit verstandelijk jonggehandicapten. Ook dit instrument beoogt de kans op werk
voor arbeidsgehandicapten te vergroten.
2.3 Loonsuppletie
Loonsuppletie is een tijdelijke aanvulling op de WAO-uitkering (Wet op de arbeidsongeschikt-
heidsverzekering). UWV verleent deze als een uitkeringsgerechtigde in de praktijk nog niet het
loon verdient dat hij op basis van de inschatting van arbeidsdeskundige en verzekeringsarts in
theorie geacht wordt nog te kunnen verdienen. Iemand kan maximaal vier jaar loonsuppletie
krijgen (een in hoogte aflopend bedrag). Met dit instrument wil de wetgever voor arbeidsge-
handicapten de barrière wegnemen om werk te hervatten in een lager betaalde functie. Het
instrument zou daarmee moeten bijdragen aan (snellere) reïntegratie van arbeidsgehandicapten.
2.4 Meeneembare werkvoorzieningen
UWV kan aan arbeidsgehandicapten voorzieningen verstrekken ten behoeve van de inrichting
van de arbeidsplaats en de productie- en werkmethoden. Het gaat in dit geval om meeneem-
bare voorzieningen zoals aangepaste toetsenborden, aangepaste stoelen en visuele of auditieve
hulpmiddelen. Voorwaarden voor verstrekking zijn onder meer dat de voorzieningen niet alge-
meen gebruikelijk zijn en dat ze vrijwel uitsluitend bestemd zijn voor de werksituatie.
Deze werkvoorzieningen moeten arbeidsgehandicapte werknemers in staat stellen ondanks hun
handicap een bepaalde functie uit te oefenen. Werkvoorzieningen kunnen worden aangevraagd
door werknemers in loondienst die arbeidsgehandicapt raken en bij het voortzetten van hun
9 Inspectie Werk en Inkomen Uitvoering en effectiviteit van reïntegratievoorzieningen en -instrumenten
werkzaamheden in eigen, andere of aangepaste functie een hulpmiddel nodig hebben. Ook kan
het gaan om uitkeringsgerechtigden die herintreden bij een andere werkgever en bij de uitoefe-
ning van die functie een hulpmiddel nodig hebben. De inzet van een werkvoorziening kan dus
zowel uitval voorkomen als reïntegratie bevorderen.
2.5 No-riskpolis (toepassing van artikel 29b ZW)
Bij ziekte van een werknemer moet de werkgevers het loon doorbetalen. Op grond van artikel
29b van de Ziektewet (ZW) kan deze verplichting voor arbeidsgehandicapten door UWV
worden overgenomen. Als een werkgever een arbeidsgehandicapte in dienst neemt en deze
wordt binnen vijf jaar ziek, dan betaalt UWV het ziekengeld. Deze overname door UWV van de
loondoorbetalingsverplichting staat bekend als een van de belangrijkste instrumenten om werk-
gevers te bewegen arbeidsgehandicapten in dienst te nemen. Doel is de kansen van arbeidsge-
handicapten op de arbeidsmarkt te verbeteren.
10 Inspectie Werk en Inkomen Uitvoering en effectiviteit van reïntegratievoorzieningen en -instrumenten
3 Kwaliteit van de uitvoering door UWV
Bij het onderzoek naar de kwaliteit van de uitvoering van de instrumenten door UWV heeft de
inspectie de volgende aspecten belicht: voorlichting, opzet en werking primair proces, controle
en sturing en beheersing.
3.1 Voorlichting
Voor een goed gebruik van reïntegratieregelingen is het van belang dat alle betrokkenen op de
hoogte zijn van het bestaan en de mogelijkheden ervan. Behalve werknemers en werkgevers,
die een instrument/voorziening kunnen aanvragen, gaat het om arbodiensten en reïntegratiebe-
drijven. Voorlichting door UWV is hierbij van cruciaal belang.
Tijdens het onderzoek heeft de inspectie geconstateerd dat UWV veel voorlichtingsmateriaal
heeft over reïntegratie. Een duidelijk overzicht van de mogelijkheden ontbrak echter door de
veelheid aan instrumenten en de soms versnipperde weergave in verschillende brochures.
Verder stelde UWV zich bij het verstrekken van informatie niet altijd pro-actief op, zoals bij de
regelingen voor loondispensatie en de jobcoachvoorziening.
Vanaf september 2004 heeft UWV activiteiten ondernomen om de voorlichting te verbeteren.
Zo is er een landelijke voorlichtingscampagne reïntegratie gestart, zijn er twee overkoepelende
brochures uitgebracht en is er een servicecentrum reïntegratie ingericht waar werkgevers met
vragen terecht kunnen.
3.2 Opzet en werking primair proces
Uit het onderzoek van de inspectie blijkt dat bij veel instrumenten en voorzieningen een
beschrijving van het uitvoeringsproces ontbreekt. Daardoor ontbreken op onderdelen heldere
richtlijnen hoe in bepaalde situaties moet worden gehandeld.
Zo is bij het verstrekken van loondispensatie niet duidelijk wat precies moet worden verstaan
onder het begrip `beduidend mindere arbeidsprestatie'. Expliciete normen voor de vaststelling
van hoogte en duur van de loondispensatie ontbreken. Ook bij de jobcoachvoorziening is het
onduidelijk hoe UWV de criteria beoordeelt die bepalend zijn voor het recht op persoonlijke
ondersteuning, zoals de noodzaak van een individueel trainings- of inwerkprogramma. Waar de
grens ligt van wat verwacht en gevraagd mag worden van de werkgever zelf bij de begeleiding
van de gehandicapte werknemer is bovendien onvoldoende helder. Bij de meeneembare werk-
voorzieningen ontbreken richtlijnen voor de beoordeling of de voorzieningen medisch noodza-
kelijk zijn, niet algemeen gebruikelijk zijn en niet uit anderen hoofde kunnen worden verstrekt.
Bij de loonsuppletieregeling is een punt van aandacht hoe arbeidsdeskundigen omgaan met uit-
keringsgerechtigden die er zelf voor kiezen om in een lager betaalde functie te gaan werken. In
dat geval bestaat namelijk geen recht op loonsuppletie.
Gevolg van het ontbreken van heldere richtlijnen is dat de uitvoerende medewerkers van UWV
begrippen zelf nadere invulling geven, waardoor interpretatieverschillen kunnen ontstaan. De
centrale sturing door UWV schiet op dit punt tekort. Dit kan leiden tot een niet uniforme uit-
voering en rechtsongelijkheid.
Tweede probleem dat de inspectie constateert bij de uitvoering van het primaire proces is dat
in de regel twee directies bij de uitvoering betrokken zijn, namelijk Inkoop Reïntegratie (IR) en
Arbeidsgeschiktheid (AG). De beoordeling van het recht op een instrument of voorziening is
meestal in handen van AG. AG geeft hieraan geen prioriteit zodat de tijdigheid in het gedrang
komt. Omdat de inzet van een instrument vaak onderdeel uitmaakt van een reïntegratietraject
is tijdige inzet uit logistiek oogpunt erg belangrijk. Loopt de verstrekking van een werkvoorzie-
ning vertraging op, dan kan dat negatieve consequenties hebben voor de reïntegratie.
11 Inspectie Werk en Inkomen Uitvoering en effectiviteit van reïntegratievoorzieningen en -instrumenten
3.3 Controle van het uitvoeringsproces
UWV heeft de controle op de uitvoering van primaire processen trapsgewijs ingericht. In de
eerste plaats voert de kwaliteitsmedewerker binnen het primaire proces minimum controlepro-
gramma's uit. Daarnaast wordt controle verricht door de interne accountantsdienst van UWV.
Los daarvan vindt (inhoudelijke) collegiale toetsing plaats. Uit het onderzoek komt naar voren
dat de accountantsdienst geen specifieke controle verricht op de verstrekking van de onder-
zochte instrumenten en voorzieningen. Reden daarvoor is dat de instrumenten ieder op zich-
2 zelf weinig materieel zijn.2 Mede door het ontbreken van specifieke controles ontbreekt bij het
Alle instrumenten en voorzieningen management een helder beeld van de kwaliteit van de uitvoering van elk reïntegratie-instru-
tezamen vertegenwoordigen over
het jaar 2003 een bedrag van naar ment afzonderlijk.
schatting 200 miljoen euro per jaar.
Hierbij is het bedrag van de pre-
miekorting buiten beschouwing Bij een aantal regelingen heeft de inspectie zwakke punten geconstateerd in de controle. Zo is
gelaten. Bron: fondsennota van de controle van UWV op de organisaties die jobcoaches leveren te beperkt. Bij de erkenning
UWV.
van jobcoachorganisaties wordt onderzocht of de organisaties solide en betrouwbaar zijn. Als
de erkenning eenmaal is afgegeven wordt niet periodiek nagegaan of de organisaties nog steeds
aan de erkenningscriteria voldoen. Daarmee ontbreekt een systeem om de kwaliteit van de job-
coachorganisaties te volgen. De controle op het aantal uren ondersteuning die een cliënt nodig
heeft en op de declaraties die de jobcoach(organisatie) indient is verder te globaal. Bovendien
ontbreekt een systeem van benchmarking waarmee de concurrentie tussen jobcoachorganisa-
ties zou kunnen worden vergroot.
Bij de no-riskpolis plaatst de inspectie kanttekeningen bij de controle op de hoogte van het
loon en de duur van de ziekte. Of de gegevens kloppen die de werkgever verstrekt, stelt UWV
vast aan de hand van een toets op plausibiliteit en met behulp van steekproeven.
3.4 Sturing en beheersing
Bij de uitvoering en de toekenning van instrumenten en voorzieningen zijn twee directies
betrokken. De eindverantwoordelijkheid ligt formeel bij IR. In de praktijk heeft IR echter weinig
invloed op zaken die door AG moeten worden uitgevoerd. Dit leidt tot problemen op het
gebied van de tijdige afdoening van aanvragen.
De inspectie constateert dat de belangstelling van het management voor de uitvoering van
instrumenten en voorzieningen beperkt is. Dit werkt door in de managementinformatie die in
de regel beperkt blijft tot informatie over aantallen en doorlooptijden. Sturing en beheersing
van het integrale uitvoeringsproces is op basis hiervan nauwelijks mogelijk.
3.5 Conclusie
De inspectie concludeert dat de uitvoering van de regelingen door UWV een aantal zwakke
plekken kent. Met name de centrale sturing van de uitvoeringsprocessen en de kwaliteit van de
managementinformatie zijn voor verbetering vatbaar.
12 Inspectie Werk en Inkomen Uitvoering en effectiviteit van reïntegratievoorzieningen en -instrumenten
4 Effectiviteit en doelbereik
4.1 Doel van de wetgever
Met de inzet van de instrumenten loondispensatie, jobcoaching, loonsuppletie, meeneembare
werkvoorzieningen en de no-riskpolis beoogt de wetgever de concurrentiepositie van arbeids-
gehandicapten op de arbeidsmarkt te verbeteren. Doel is dat daarmee hun kansen om aan werk
te komen vergroot worden. De inspectie constateert dat de wetgever over het algemeen geen
inschatting heeft gemaakt van het gebruik en de kosten en baten per instrument. Heldere finan-
ciële kaders ontbreken.
4.2 Informatie over gebruik, kosten en baten
UWV beschikt bij de meeste regelingen wel over globale gegevens over het gebruik. Zo is in
2003 het instrument loondispensatie 1.132 maal ingezet, de jobcoachvoorziening 3.708 maal.
Loonsuppletie wordt jaarlijks ruim 1.000 maal ingezet. Met de verstrekking van meeneembare
werkvoorzieningen was in 2003 een bedrag van 38 miljoen euro gemoeid. Voor 2004 geldt een
prognose van 33 miljoen euro. Het aantal toekenningen in 2003 bedroeg ruim 8.500. UWV
beschikt niet over gegevens over hoe vaak de no-riskpolis wordt ingezet als reïntegratie-instru-
ment. Gegevens over de mate waarin daadwerkelijk arbeidsgehandicapten aan het werk gehol-
pen worden heeft UWV niet. Ook heeft UWV geen inzicht in de kosten en baten per instru-
ment of voorziening.
4.3 Doelbereik
Volgens de inspectie ligt het in de rede dat de instrumenten en voorzieningen de kansen op
werk inderdaad doen toenemen. Van doelbereik kan echter pas worden gesproken als de in-
strumenten bijdragen aan een snelle herinschakeling van arbeidsgehandicapten in betaalde
arbeid. De vraag is dus of dankzij de inzet van instrumenten en voorzieningen meer arbeidsge-
handicapten aan het werk komen dan anders het geval zou zijn geweest.
In welke mate dat het geval is, is moeilijk vast te stellen. Een instrument of voorziening wordt
namelijk in de regel ingezet als onderdeel van een complex aan maatregelen gericht op reïnte-
gratie. Zo kan een instrument worden ingezet ter ondersteuning van een reïntegratietraject.
Een dergelijk traject bestaat meestal uit aanbodversterking in de vorm van scholing, bemidde-
ling bij het samenbrengen van vraag en aanbod en nazorg. Wordt iemand uiteindelijk geplaatst
dan is het moeilijk om te bepalen wat nu de precieze bijdrage van het instrument is geweest
aan het realiseren van een dergelijke plaatsing. Bovendien zijn er arbeidsgehandicapten die er
zonder hulp in slagen werk te vinden.
4.4 Conclusie
Door het ontbreken van voldoende normen en informatie over kosten en baten van reïntegra-
tie, is de (kosten-)effectiviteit van reïntegratieactiviteiten momenteel niet vast te stellen. Als
gevolg van deze lacunes worden beleidskeuzes op het gebied van reïntegratie bemoeilijkt.
13 Inspectie Werk en Inkomen Uitvoering en effectiviteit van reïntegratievoorzieningen en -instrumenten
14 Inspectie Werk en Inkomen Uitvoering en effectiviteit van reïntegratievoorzieningen en -instrumenten
5 Overkoepelend oordeel
De inspectie heeft in dit onderzoek en dat van februari 2004 bij elkaar dertien van de in totaal
bijna dertig reïntegratie-instrumenten en -voorzieningen onderzocht. De onderzochte instru-
menten variëren naar aard, grootte en doelgroep en vormen daarmee een redelijke afspiegeling
van het gehele pakket aan instrumenten. Daarom geeft de inspectie in dit rapport een overkoe-
pelend oordeel over alle onderzochte reïntegratie-instrumenten en -voorzieningen.
Reïntegratie-instrumenten en -voorzieningen vormen een schakel in het geheel van activiteiten
gericht op reïntegratie. Hoewel zij gezien hun aard tegemoet zullen komen aan de intentie van
de wetgever om kansen van arbeidsgehandicapten op betaald werk te verhogen, ontbreekt op
dit moment inzicht in de bijdrage aan spoedige en duurzame herinschakeling. Oorzaak is ener-
zijds een gebrek aan concrete normen van de wetgever en anderzijds het ontbreken van vol-
doende informatie bij de uitvoering. Het gebrek aan inzicht in de kosten en baten bemoeilijkt
niet alleen het toezicht op deze regelingen maar biedt ook in beleidsmatige zin onvoldoende
houvast om gefundeerde keuzes te kunnen maken over hoe de effectiviteit van reïntegratie
verder kan worden verbeterd. Beleidsvragen als: welke reïntegratie-instrumenten moeten
worden gehandhaafd, welke kunnen verdwijnen en welke moeten worden toegevoegd, zijn op
dit moment dan ook nauwelijks te beantwoorden.
Verder is IWI van oordeel dat de uitvoering van de reïntegratie-instrumenten en -voorzieningen
ruimte laat voor verbetering. De centrale sturing van de uitvoeringsprocessen schiet tekort,
net als de kwaliteit van de managementinformatie. Op het punt van de voorlichting heeft UWV
recent stappen gezet die kunnen leiden tot beter inzicht in het beschikbare instrumentarium.
Dit kan er volgens IWI toe bijdragen dat het gebruik en daarmee de effectiviteit van de instru-
menten/voorzieningen toeneemt.
15 Inspectie Werk en Inkomen Uitvoering en effectiviteit van reïntegratievoorzieningen en -instrumenten
16 Inspectie Werk en Inkomen Uitvoering en effectiviteit van reïntegratievoorzieningen en -instrumenten
6 Reactie Uitvoeringsinstituut
Werknemersverzekeringen
De inspectie legt al haar conceptrapportages voor een bestuurlijke reactie voor aan de betrok-
ken uitvoeringsinstanties en neemt de kern van deze reactie op in het rapport. Dat is ook
gebeurd bij dit rapport. Hierna volgt de reactie van de Raad van Bestuur van het Uitvoerings-
instituut Werknemersverzekeringen. De volledige brief van UWV is opgenomen in de bijlage.
Samengevat meldt de Raad van Bestuur op hoofdlijnen te kunnen instemmen met de weergave
van de stand van zaken met betrekking tot de uitvoering van de in dit onderzoek betrokken
regelingen, bevindingen en conclusies.
Naar de opvatting van de Raad van Bestuur kan deregulering, vergroten van transparantie en
samenhang, en vereenvoudiging van de vele reïntegratieregelingen, bijdragen aan verbeteren van
de voorlichting en leiden tot een meer doelmatige en doeltreffende uitvoering.
Ten aanzien van de voorlichting wijst UWV er op dat in september 2004 is gestart met een
multimediale communicatiecampagne. De inspectie heeft deze ontwikkeling in haar oordeels-
vorming meegenomen.
De opzet en werking van het primair proces zal, zo geeft de Raad van Bestuur aan, op diverse
onderdelen worden aangescherpt en verbeterd. De invoering van de reïntegratiecoach moet er
toe bijdragen dat de divisie Arbeidsgeschiktheid van UWV meer prioriteit geeft aan de beoor-
deling van het recht op reïntegratie-instrumenten en -voorzieningen.
Op het punt van de controle op het uitvoeringsproces zal in 2005 een audit worden uitgevoerd
naar de uitvoering van de regeling ex artikel 29b ZW, de zogenoemde `no-riskpolis', waarbij
ook de sturing en beheersing aan de orde komen.
De Raad van Bestuur onderschrijft de noodzaak om meer inzicht te krijgen in de effectiviteit
van de diverse reïntegratiebevorderende maatregelen. In overleg met het Ministerie van Sociale
Zaken en Werkgelegenheid zal daartoe een onderzoeksvoorstel worden ontwikkeld.
17 Inspectie Werk en Inkomen Uitvoering en effectiviteit van reïntegratievoorzieningen en -instrumenten
Lijst van afkortingen
AG Arbeidsgeschiktheid
IR Inkoop Reïntegratie
IWI Inspectie Werk en Inkomen
UWV Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen
WAO Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering
ZW Ziektewet
18 Inspectie Werk en Inkomen Uitvoering en effectiviteit van reïntegratievoorzieningen en -instrumenten
Bijlage
Reactie Uitvoeringsinstituut
Werknemersverzekeringen
19 Inspectie Werk en Inkomen Uitvoering en effectiviteit van reïntegratievoorzieningen en -instrumenten
20 Inspectie Werk en Inkomen Uitvoering en effectiviteit van reïntegratievoorzieningen en -instrumenten
Publicaties van de Inspectie Werk en
Inkomen
2004
R04/20 Uitvoering en effectiviteit van reïntegratievoorzieningen en -instrumenten
R04/19 Hoog spel
Een onderzoek naar effecten van liberalisering van de keuringsmarkt op de kwaliteit
van keuringen van liften en kranen
Meerjarenplan certificatie- en keuringsinstellingen 2005-2008
R04/18 Onafhankelijkheid bij periodieke liftkeuringen
R04/17 Beoordeling rapportage handhaving Sociale Verzekeringsbank 2003
R04/16 Zwarte en grensoverschrijdende fraude met bijstandsuitkeringen
Een verkennend onderzoek naar gemeentelijk beleid gericht op bestrijding van
zwarte en grensoverschrijdende fraude
R04/15 Ontwikkeling sectorloket
R04/14 Samenvatting rapportages verscherpt toezicht 2001-2003
De uitvoering van de Algemene bijstandswet in Almelo, Amsterdam, Den Helder,
Haarlem en Rotterdam
Toezicht op certificatie- en keuringsinstellingen 2005 - 2008
R04/13 In goed vertrouwen
Onrechtmatige gegevensverstrekking aan een handelsinformatiebureau
R04/12 Aan de slag met de Wet verbetering poortwachter
De invoering van de Wet verbetering poortwachter door het Uitvoeringsinstituut
Werknemersverzekeringen
R04/11 UWV en Walvis
Tweede rapportage
R04/10 De praktijk ná het aanbesteden
De feitelijke inkoop van afzonderlijke reïntegratietrajecten door UWV in de
contractperiode 2002-2003
Jaarplan 2005
Jaarverslag 2003
R04/09 Gelijke gevallen, gelijke behandeling?
Uitvoering van de ontslagtaak door CWI
R04/08 Dienstverlening door het Inlichtingenbureau
R04/07 Samenloopsignalen van het Inlichtingenbureau
Een onderzoek naar het gebruik van samenloopsignalen door gemeenten in 2003
R04/06 ICT en de keten van werk en inkomen
R04/05 De manager de baas?
Een onderzoek naar WAO-managers en hun integrale verantwoordelijkheid voor
het werk van verzekeringsartsen
R04/04 Inzet reïntegratie-instrumenten en -voorzieningen door UWV
R04/03 Herbeoordeeld?
Uitvoering van de wettelijke WAO-herbeoordelingen
R04/02 Verbetering opzet financieel beheer CWI
R04/01 Gemeente Assen en de bijzondere bijstand
Onderzoek naar bijzondere bijstandsverlening bij verblijf in het buitenland
2003
R03/21 Werken met behoud van een Abw-uitkering in Amsterdam
Quick scan
R03/20 UWV en Walvis
Eerste rapportage
Aanpassing Jaarplan IWI 2004 i.v.m. het gewijzigd toezicht op gemeenten
23 Inspectie Werk en Inkomen Uitvoering en effectiviteit van reïntegratievoorzieningen en -instrumenten
R03/19 De uitvoering van de Algemene bijstandswet in Den Helder
Eerste rapportage verscherpt toezicht
R03/18 Vreemdelingen en arbeid
Het vergunningenbeleid van CWI
R03/17 Certificatie- en keuringsinstellingen op het gebied van arbeidsomstandigheden in
2002
R03/16 Elfde tot en met dertiende voortgangsrapportage inzake de realisatie bestuurlijke
afspraken met Amsterdam
R03/15 Afspraken Centra voor Werk en Inkomen met de gemeenten Hoorn en Zaanstad
R03/14 De inschakeling van een private partij bij de uitvoering van de Algemene bijstands-
wet door de gemeente Maarssen
Eindrapportage
Jaarplan 2004
R03/13 Indicatiestelling sociale werkvoorziening
Een onderzoek naar de kwaliteit van het indicatiestellingproces
R03/12 Afhandeling openstaande posten Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen
Eindrapport
R03/11 Gemeentelijke eindejaarsuitkeringen aan minima in 2002
R03/10 Gemeentelijk beleid en handhaving van de bijstandswetgeving bij woonwagen-
bewoners
Loenen en de intake van bijstandsaanvragen
R03/09 Facetten van handhaving van de Algemene bijstandswet
Monitor van bestrijding van misbruik en oneigenlijk gebruik door gemeenten 2001
R03/08 De decentrale aansturing van de Sociale Verzekeringsbank
R03/07 Debiteurenbeheer collecterend proces Uitvoeringsinstituut Werknemers-
verzekeringen
Jaarverslag 2002
R03/06 De uitvoering van de Algemene bijstandswet in Amsterdam
Stand van zaken eerste kwartaal 2003
R03/05 De uitvoering van onderzoeken in het kader van de Algemene bijstandswet door de
gemeente Rotterdam in 2002
Toetsingskader instellingen persoonscertificatie in het kader van de Arbeidsomstandighedenwet
en enkele andere wetten
R03/04 De uitvoering van de Algemene bijstandswet door gemeenten in 2001
Quick scan
R03/03 Opzet financieel beheer Centrale organisatie werk en inkomen
Review van het KPMG-rapport 'Risicoanalyse financieel beheer CWI'
R03/02 Onderzoek toepassing Werkloosheidswet bij SHB Havenpool Rotterdam BV
R03/01 De ketens van werk en inkomen
Een verkennend onderzoek naar de keten van werk en inkomen vanuit cliënt-
perspectief
U kunt deze publicaties opvragen bij:
Afdeling Communicatie
communicatie@iwiweb.nl
www.iwiweb.nl
Prinses Beatrixlaan 82
2595 AL Den Haag
Postbus 11563
2502 AN Den Haag
Telefoon (070) 304 44 44
Fax (070) 304 44 45
24 Inspectie Werk en Inkomen Uitvoering en effectiviteit van reïntegratievoorzieningen en -instrumenten
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid