Federale regering Belgie
Politiesamenwerking
(2004-11-19)
Persbericht van de Ministerraad
Op voorstel van de heer Karel De Gucht, Minister van Buitenlandse
Zaken, keurde de Ministerraad een voorontwerp van wet goed houdende
instemming met het Verdrag tussen de Regering van het Koninkrijk
België en de Regering van de Republiek Litouwen betreffende de
politiesamenwerking. (*)
Op basis van een rapport van de Europese Unie over de steeds ernstiger
wordende gevolgen van de georganiseerde misdaad in de PECO-landen (**)
en de vaststelling dat bepaalde algemene samenwerkingsverbanden tussen
de Europese Unie en deze landen onvoldoende zijn, heeft de regering
besloten een meer specifieke en bredere samenwerking met een aantal
van deze landen te voorzien.
Het Verdrag heeft tot doel de samenwerking met de politiediensten in
Litouwen te institutionaliseren, rekening houdende met twee
belangrijke overwegingen. In de eerste plaats centraliseert het
verdrag de bilaterale samenwerking, door in elk land een overheid of
een dienst aan te duiden die belast is met het ontvangen van de
verzoeken tot samenwerking en het doorsturen van de antwoorden. Ten
tweede kunnen de betrokken regeringen de risico's die verbonden zijn
aan de rechtstreekse contacten tussen de verschillende partners
aanzienlijk verkleinen, door aan de samenwerking een wettelijke basis
te geven.
Het verdrag vertolkt de uitdrukkelijke wens van beide partners, de
politiesamenwerking tussen de beide landen te bevorderen en het
optreden tegen de georganiseerde misdaad te coördineren. Het
preciseert de verschillende gebieden waarop kan worden samengewerkt,
de middelen van samenwerking en de praktische formaliteiten die bij
het behandelen van een vraag tot samenwerking moeten worden
gerespecteerd.
De beoogde samenwerking zal concreet bestaan uit het uitwisselen van
gegevens over het ganse terrein van de georganiseerde criminaliteit,
de structuren, de personen, de feiten, de normen en de verbanden
tussen deze. De operationele bijstand in de strijd tegen een aantal
belangrijke misdaden en wanbedrijven van de georganiseerde
criminaliteit, kan bestaan uit het ter beschikking stellen van
materieel of het assisteren in de voorbereiding van de toepassing van
politietechnieken, en uit de voorbereiding van de uitvoering van
verzoeken tot rechtshulp in strafzaken.
Door dit Verdrag te ratificeren, beschikt België over een noodzakelijk
instrument in de strijd tegen de georganiseerde misdaad in de landen
van Midden en Oost-Europa. De ratificering van dit verdrag past in de
context van de verdere uitbreiding van de Europese Unie.
(*) ondertekend te Vilnius op 19 november 2003.
(**) de landen van Midden en Oost-Europa.