Persbericht Universiteit Utrecht
Faculteit Letteren
15 november 2004
Structuur in teksten veel belangrijker dan spelling
Docenten Nederlands baseren hun oordeel over een opstel vaker op uiterlijke kenmerken als handschrift en spelling dan op wezenlijke kenmerken als structuur. Toch zijn structuur en organisatie veel belangrijker omdat ze bepalen hoe gemakkelijk de grote lijn van een tekst te volgen is. Een tekst die slecht wordt gevonden vanwege de spelfouten, is geen slechte tekst omdat hij lastig te begrijpen is en daardoor communicatieproblemen veroorzaakt. Dat geldt wel voor een tekst waarvan de rode draad niet te volgen is. En een goede tekst is een begrijpelijke tekst. Daarom is tekststructuur grotendeels bepalend voor tekstkwaliteit.
Tot deze conclusies komt prof.dr. Ted Sanders in zijn oratie als hoogleraar 'Taalbeheersing van het Nederlands'. Sanders baseert zijn uitspraken op resultaten van onderzoek naar tekststructuur en naar lees- en schrijfprocessen. Zo blijken lezers zeer geholpen te zijn door een tekst met signalen die aangeven hoe de structuur in elkaar zit. Vmbo-leerlingen bijvoorbeeld krijgen vaak teksten te lezen waarin nauwelijks samenhang te ontdekken valt. Toen de structuur werd verbeterd, bleken de vmbo-ers de teksten ook beter te begrijpen én hoger te waarderen.
Als schrijver ontwikkelen kinderen zich volgens Sanders vooral doordat ze leren tekst te doordenken: ze brengen meer structuur aan in hun teksten. Bovendien blijkt uit schrijfprocesonderzoek dat jonge schrijvers die hun tekststructuur plannen aan het begin van het schrijfproces, betere teksten schrijven dan klasgenoten die dat niet doen. Ten slotte blijkt ook bij zeer ervaren taalgebruikers structuur een belangrijke factor bij de planning tijdens het schrijfproces.
Sanders pleit in zijn oratie voor de versterking van de relatie tussen de studie van taalgebruik enerzijds en het verbeteren van tekstkwaliteit anderzijds. In de moderne taalbeheersing worden twee doelen gesteld: taalgebruik verklaren en optimaliseren. Het eerste doel wordt bereikt door analytisch en empirisch onderzoek te doen naar structuur en stijl in tekst en gesprek en naar de manier waarop teksten worden geproduceerd en geïnterpreteerd. Het tweede doel wordt bereikt door criteria en methoden te ontwikkelen waarmee de kwaliteit van gesproken en geschreven teksten kan worden geëvalueerd en verbeterd. 'We gaan na hoe goed of slecht een tekst functioneert op basis van een bepaald communicatief doel en een bepaalde doelgroep. Daarbij hanteren we normen als begrijpelijkheid, aantrekkelijkheid en overtuigingskracht.'
Kenmerkend voor het vakgebied van de taalbeheersing is volgens Sanders juist de combinatie van de twee doelen: het begrijpen en verklaren van het taalgebruiksysteem én het verbeteren van tekstkwaliteit. 'Het gaat erom de studie van taalgebruik te verbinden met tekstkwaliteit. Alleen door meer inzicht te verwerven in taalgebruik gaan we beter begrijpen wat teksten moeilijk maakt en op basis daarvan kunnen we teksten verbeteren.' In zijn oratie presenteert Sanders concrete uitwerkingen van zijn betoog, variërend van missers in survey-interviews tot vreemde studieboekteksten en van het beoordelen van opstellen tot het verbeteren van websites.
Vrijdag 19 november 2004 om 16.15 uur
Academiegebouw, Domplein 29, Utrecht
Oratie:'Tekst doordenken. Taalbeheersing als de studie van taalgebruik en tekstkwaliteit.'
Prof.dr. Ted Sanders, hoogleraar 'Taalbeheersing van het Nederlands', faculteit Letteren
De tekst van de oratie is onder embargo verkrijgbaar bij voorlichter Johan Vlasblom, (030) 253 4073,
Universiteit van Utrecht