VNG


VNG: Minder betaalbare woningen door nieuw huurbeleid

De VNG verwacht dat huurwoningen in betere buurten, populaire stadswijken en randgemeenten in de toekomst onbetaalbaar worden voor mensen met een laag inkomen. Minister Dekker (VROM) stuurt vandaag haar plannen voor een nieuw huurbeleid naar de Tweede Kamer. De minister stelt onder andere voor om landelijk voor 25% van de huurwoningen de huurbedragen vrij te geven. De WOZ-waarde van de woning is daarbij bepalend. De voorstellen van Dekker staan haaks op haar eigen beleid van een evenwichtige spreiding van betaalbare huurwoningen in de stad en de regio. Het beleid is tot nu toe altijd geweest dat op nieuwbouwlocaties ook voldoende sociale huurwoningen worden gerealiseerd. Als de plannen van Dekker doorgaan wordt dit moeilijk omdat veel woningen in één keer kunnen worden geliberaliseerd.

Grootste liberalisering bij gemeenten met veel nieuwbouw De VNG heeft een ronde langs 20 gemeenten gemaakt om de effecten van dit nieuwe beleid in kaart te brengen. Echte uitschieters zijn Zoetermeer en Apeldoorn, waar liberalisatie zou uitkomen tot ruim boven de 25%. Bij een grote groep gemeenten worden de stadsranden voor mensen met een laag inkomen onbereikbaar. Ook bij veel gemeenten rond de grote steden zal dit effect optreden. Met name in nieuwbouwwijken zullen veel huurwoningen onbetaalbaar worden, terwijl in andere wijken veelal een klein percentage kan worden geliberaliseerd. In grote steden als Utrecht en Amsterdam zullen de effecten in de meer populaire wijken sterk zichtbaar zijn. Ook kleinere gemeenten zullen waarschijnlijk nadelige effecten van dit nieuwe beleid ondervinden. Lange tijd hadden plattelandsgemeenten geen mogelijkheden om woningen te bouwen. Nieuwe woningen raken vrijwel meteen aan de WOZ-waardegrens.

VNG pleit voor lokaal maatwerk
De VNG pleit voor meer lokaal maatwerk om uitschieters, zoals in Zoetermeer en Apeldoorn te voorkomen. De ruimte die de minister daarvoor biedt is te beperkt en gaat voorbij aan de behoefte om effecten op wijkniveau te beheersen. Gemeenten willen harde afspraken kunnen maken met woningbouwcorporaties en particuliere verhuurders over een betere spreiding van de goedkopere huurvoorraad tussen stad en regiogemeenten. Ook is de VNG van mening dat corporaties niet zouden mogen liberaliseren zonder instemming van de gemeenten. Gemeenten en corporaties hebben samen veel geïnvesteerd om de woningen betaalbaar te houden. Deze woningen moeten bereikbaar blijven voor inwoners met een laag of gemiddeld inkomen.

Eerst bouwen dan huren verhogen
Naast huurprijsliberalisatie krijgen verhuurders na 2008 meer mogelijkheden om de huren extra te verhogen. De VNG vindt dat verhuurders eerst woningen moeten bouwen voordat de huren vanaf 2008 mogen worden verhoogd. Het ontbreekt aan een harde taakstelling van de minister. Het aanjagen van de woningproductie, ook door verhuurders, is nodig om bewoners een alternatief te bieden. Gemeenten moeten in staat worden gesteld de corporaties daaraan te houden.

Den Haag, 19 november 2004