DE NEDERLANDSE WOONBOND
Dekker's plannen deugen niet
De Nederlandse Woonbond is van mening dat de plannen van minister
Dekker (VROM) voor modernisering van het huurbeleid van geen kant
deugen. De plannen zijn slecht onderbouwd en leiden tot enorme
huurstijgingen. Dekker wil verhuurders meer ruimte geven om de huren
op te trekken. Als tegenprestatie verlangt zij dat die verhuurders
jaarlijks ten minste 250 miljoen euro gaan meebetalen aan de
huursubsidie-uitgaven van het rijk en dat zij de woningproductie
opvoeren. De Woonbond verwacht niet anders dan dat verhuurders de
bijdrage aan de huursubsidie zullen afwentelen op huurders die geen
huursubsidie ontvangen. Daarnaast laakt de Woonbond het feit dat de
afspraken die Dekker met verhuurders heeft gemaakt over te leveren
nieuwbouwprestaties boterzacht zijn. De overeengekomen aantallen zijn
bovendien volstrekt ontoereikend om het bestaande tekort aan
huurwoningen terug te dringen.
Dekker zegt met haar huurbeleid de doorstroming te willen bevorderen
en verhuurders in staat te willen stellen om te investeren in
nieuwbouw en herstructurering. Zij formuleert daarbij als voorwaarden
dat de betaalbaarheid van het wonen gegarandeerd moet zijn, dat er
voldoende woningen gebouwd worden en dat segregatie wordt tegengegaan.
De Woonbond vindt dat de voorstellen van Dekker onvoldoende zijn
uitgewerkt. Ook het CPB heeft ernstige twijfels. Het CPB concludeert
dat het voorgestelde huurbeleid geen of zelfs een beperkend effect
heeft op de doorstroming en dat het zeer onzeker is of verhuurders de
toegezegde investeringen inderdaad zullen doen. In dat geval levert
het huurbeleid van Dekker uitsluitend hogere huren op, waarbij te
voorzien valt dat de segregatie er door toeneemt.
Het beleid van Dekker leidt tot forse huurstijgingen, met name voor de
middengroepen. Vooral de liberalisatie van 644.000 huurwoningen is
daar debet aan. Te verwachten valt dat deze huurders binnen enkele
jaren gemiddeld eenderde van hun netto inkomen (of meer) kwijt zijn
aan de kale huur. Dekker maskeert die gevolgen door te benadrukken dat
de huishoudens met een lager inkomen worden ont-zien. Het CPB
constateert echter dat een grote groep huursubsidieontvangers minstens
20 procent meer van het netto inkomen kwijt zal zijn aan de huur.
Bovendien gaan huurders met huursubsidie erop achteruit doordat wordt
vastgehouden aan de korting op de huursubsidie. Die korting bedraagt
in 2007 ruim 18 euro per maand. De huurbrief zegt overigens niets over
de effecten van de extra huurverhoging voor goedkope woningen. Het
gaat om woningen met een huur van minder dan 200 euro. De huur van
deze woningen kan met een nominaal bedrag van 25 euro worden verhoogd
als de huur beneden de 50 procent van het wettelijke maximum ligt.
Veel van die woningen worden echter bewoond door huurders met een laag
inkomen.
De institutionele beleggers hebben beloofd te zullen proberen hun
woningbouwproductie op te voeren met 4.000 woningen per jaar en komen
dan op een totaal van 8.000 woningen. Halen zij die doelstelling niet,
dan heeft dat voor hen echter geen gevolgen.
Ook de woningcorporatiesector heeft beloofd meer te gaan bouwen. Zij
hebben daarvoor echter niet de extra huurinkomsten nodig die Dekker
mogelijk maakt. Woningcorporaties beschikken nu al over een eigen
vermogen van zo'n 13 miljard euro. Zij gebruiken dat vermogen echter
niet om te bouwen. Maar ook voor de corporaties worden er geen harde
sancties geformuleerd, voor het geval zij de woningbouwproductie de
komende jaren niet ter hand nemen.
U04.877
Amsterdam, 19 november 2004