19 november 2004
Sanering van landbouw bedreigt Nederlands cultuurlandschap
De landbouw in Nederland maakt onder druk van wereldwijde concurrentie
en de afbouw van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid een pijnlijk
saneringsproces door, dat vergaande gevolgen heeft voor het landelijk
gebied. Jaarlijks stoppen 4 à 5% van onze boeren en tuinders. Dit
drastische saneringsproces wordt onvoldoende onderkend door het
kabinet, zoals blijkt uit de Nota Ruimte en de Agenda Vitaal
Platteland. De Raad voor het Landelijk Gebied (RLG) en de VROM-raad
presenteren vrijdag 19 november 2004 gezamenlijk hun adviezen over de
toekomst van de land- en tuinbouw en het landelijk gebied aan de
ministers van VROM en LNV. Hierin stellen beide raden dat de visie van
het kabinet op de toekomst van de landbouw niet los mag staan van het
ruimtelijk beleid en de kwaliteiten van het landelijk gebied, die zo
belangrijk zijn voor onze sterk verstedelijkte samenleving. De RLG en
de VROM-raad doen hiervoor aanbevelingen vanuit een Europees,
respectievelijk een ruimtelijk perspectief.
Raden missen helder rijksbeleid naar Europa en de regio's
Twee raden adviseren onafhankelijk van elkaar over hetzelfde
onderwerp. Dat benadrukt de ernst van de ontwikkelingen. De adviezen
vullen elkaar aan. De RLG analyseert de mogelijkheden voor verticale
integratie van het overheidsbeleid: Nederland moet zijn
plattelandsbeleid beter afstemmen op het Europese beleid én meer
ruimte geven aan de regio. De VROM-raad adviseert de overheid om de
onafwendbare veranderingen in het gebruik van het landelijk gebied
actief te begeleiden door middel van een ruimtelijke zonering van het
landelijk gebied en door landinrichting nieuwe stijl.
RLG: benutten van kansen Europees plattelandsbeleid geeft landelijk gebied
meerwaarde
De RLG wijst het Rijk op de mogelijkheden van het Europees
plattelandsontwikkelingsbeleid om ontwikkelingen van onderop te
stimuleren en adviseert het kabinet om deze maximaal te benutten. Op
lokaal niveau zijn boeren, bedrijven en maatschappelijke organisaties
bereid tot samenwerking en het vinden van creatieve oplossingen voor
de huidige problemen ten aanzien van landbouw, natuur, milieu en
landschap. Het landelijk gebied vertegenwoordigt sociale, culturele,
ecologische en economische waarden, dus een veelzijdig kapitaal. Dit
kapitaal is echter aan een sluipende erosie onderhevig. Hier moet een
einde aan komen. Dat kan door lokale initiatieven te stimuleren die
erop gericht zijn dit kapitaal op innovatieve wijze te beheren en te
ontwikkelen. De raad signaleert een verschuiving van een economy of
scale naar een economy of care.
In een economy of care internaliseren bedrijven maatschappelijke
normen in hun bedrijfsvoering. Het veelzijdig kapitaal van het
landelijk gebied wordt als uitgangspunt voor ontwikkelingen genomen in
plaats van het eenzijdig te exploiteren vanuit kortetermijnbelangen.
Zo ontstaat meerwaarde. Verbindingen moeten hersteld worden: tussen de
landbouw en de samenleving, tussen platteland en de stad en tussen
producent en de consument. Zo kan de landbouw, in relatie tot zijn
omgeving, een nieuw elan vinden.
VROM-raad: meerwerk leidt tot vitaal landelijk gebied voor de 21e eeuw
De VROM-raad stelt dat met name de grondgebonden landbouw door een
samenloop van externe ontwikkelingen een ernstige crisis doormaakt,
die per regio verschillend uitwerkt op het grondgebruik en het
landschap. Nabij de stedelijke gebieden wordt de grondgebonden
landbouw verdrongen. Daar moet de overheid kiezen: óf boeren betalen
voor het beheer van het consumptielandschap voor de burgers óf een
metropolitaans parklandschap inrichten waarin het accent ligt op
natuurontwikkeling, recreatie en aantrekkelijk wonen. Beide opties
zijn kostbaar. Niets doen berokkent de economie veel schade: vitaal
landschap is immers een essentiële internationale vestigingsfactor.
De overheid moet per landsdeel de kansrijke ontwikkelingen stimuleren:
'Groot geld groot houden' op de zeekleigronden; ruimte voor recreatie
en wonen op de zandgronden; ruimte voor water creëren in combinatie
met, maar plaatselijk ook zonder de boeren op de veengronden, en
vormgeven aan waterbeheer, natuur, recreatie en landbouw in het
Rivierengebied. Bovendien moet de overheid de economisch sterke
sectoren (glastuinbouw, sierteelt e.d.) logistiek optimaal
faciliteren. De VROM-raad adviseert het kabinet ten slotte om
schadelijke effecten voor het milieu, het waterbeheer en het landschap
van de ruilverkavelingen uit de vorige eeuw te corrigeren. Dit
meerwerk in de vorm van 'landinrichting nieuwe stijl' moet zorgen voor
een vitaal landelijk gebied dat niet alleen een vernieuwde en duurzame
land- en tuinbouw de ruimte geeft maar ook weer toegankelijk is voor
de dwalende wandelaar, de fietser en de vaarrecreant. Daaraan is in
ons dichtbevolkt land een toenemende behoefte.
Beide raden: geef kansrijke ontwikkelingen de ruimte
De RLG adviseert het Rijk om ruimte te maken voor ondernemerschap en
differentiatie in bedrijfstypen in nieuwe samenwerkingsverbanden en
binnen heldere kaders: 'vrijheid in gebondenheid'. Het Rijk moet
kaders én experimenteerruimte bieden voor verbrede landbouw, met name
in die gebieden waar doorgaande schaalvergroting minder voor de hand
ligt. Bovendien moet de overheid meer mogelijkheden creëren voor
kleinschalige kwaliteitsproducten (certificering), en de verkorting
van ketens en een duurzaam systeem van vergoedingen voor
maatschappelijke diensten stimuleren.
De VROM-raad werkt aanbevelingen uit voor een vitaal landelijk gebied
in vier strategieën: Laag-Nederland benutten als troef voor het
internationaal toerisme, nationale landschappen als slow regions met
streekeigen producten, agrarische landschappen voor een duurzame
landbouw in de 21e eeuw en het stedenlandschap waarin met óf zonder
boeren een vitaal landschap moet worden gecreëerd.
De beide raden juichen de door minister Veerman toegezegde visie van
het kabinet op de toekomst van de landbouw toe, en zijn graag bereid
hieraan een bijdrage te leveren. Deze beide adviezen zijn hierop een
voorschot.
Raad voor het Landelijk Gebied