---

Kamervragen en antwoorden
---

Onderschepping van een indringer in het Nederlandse luchtruim

16-11-2004 17:17:00

Hierbij bied ik u de antwoorden aan op vragen van het lid Van Bommel d.d. 12 oktober jl. (2040501510) over het onderscheppen van een indringer in het Nederlands luchtruim.

DE MINISTER VAN DEFENSIE

(Antwoorden gegeven in oktober, naar de kamer verzonden op 16 november 2004)

1. Behoorde het vliegtuig dat door twee F-16's van de vliegbasis Leeuwarden is onderschept tot de Amerikaanse marine?

Ja, het betrof een transportvliegtuig van het type DC9-30.

2. Waar kwam het toestel vandaan en waar ging het heen? Waarom werd door het Nederlands luchtruim gevlogen? Wie was de opdrachtgever van de vlucht?

Het toestel kwam van het Amerikaanse marinevliegkamp Sigonella (gelegen op Sicilië in Italië) en had Stavanger (Noorwegen) als eindbestemming. Het toestel volgde het civiele luchtroute syteem. Gegeven het vertrekpunt, de eindbestemming en de structuur van het Europese civiele luchtroute systeem, vormt het Nederlandse traject een logisch gedeelte van de gevlogen route. Wie de feitelijke opdrachtgever van de vlucht is geweest is onbekend.

3. Wat was de lading van het toestel?

Voor vluchten met een ongevaarlijke lading geldt voor Navo bondgenoten een permanente klaring voor het overvliegen van Nederland. De precieze lading van het toestel wordt dan niet bekend gesteld. Voor vluchten met een gevaarlijke lading dient minimaal 48 uur voorafgaande aan de vlucht te worden aangegeven waar en wanneer de vlucht binnen het Nederlandse luchtruim gaat plaatsvinden en om wat voor soort gevaarlijke lading het gaat. Voor dit toestel is geen bericht ontvangen met betrekking tot de aard van de lading.

4. Is het waar dat de bemanning van dit toestel zich "niet aan de regels" hield? Waarom onthield de bemanning zich van contact?

Het vliegtuig heeft op de voorgeschreven wijze vóór aanvang van de vlucht een vluchtplan voor de te vliegen route ingediend. Gedurende de gehele vlucht is het vliegtuig op de luchtverkeersleidingsradar zichtbaar geweest en niet afgeweken van het opgegeven vluchtplan. De bemanning heeft tijdens de vlucht bij vergissing een verkeerde frequentie gekozen, waardoor het contact met de luchtverkeersleiding tijdelijk werd verbroken. De twee F-16´s hebben het Amerikaanse toestel met visuele signalen en via de internationale civiele noodfrequentie hierop gewezen, waarna door de Amerikaanse bemanning alsnog de juiste frequentie werd geselecteerd en het radiocontact met de luchtverkeersleiding werd hersteld.

5. Hoe lang heeft het toestel in het Nederlandse luchtruim gevlogen voordat de identiteit achterhaald was?

De identiteit van het vliegtuig is de gehele vlucht bekend geweest. Het verstoorde radiocontact is de reden voor de inzet van de F-16´s geweest.

6. Wanneer verkreeg de Nederlandse luchtmacht uiteindelijk toch radiocontact met de bemanning van het toestel? Pas nadat de onderschepping in gang was gezet, of eerder? Zo ja, wat was de reactie van de bemanning van dit toestel op verzoeken tot contact?

Het eerste radiocontact met het Amerikaanse toestel is gelegd door de QRA F-16´s nadat de onderschepping in opdracht van de Navo in gang was gezet. De Amerikaanse bemanning heeft vervolgens de juiste luchtverkeersleidingfrequentie geselecteerd. Zie ook het antwoord op vraag 4.

7. Bent u van mening dat er tijdig en adequaat door de Nederlandse luchtmacht is opgetreden?

De Nederlandse luchtmacht heeft de F-16´s in opdracht van het Navo Combined Air Operations Center (CAOC) te Kalkar in Duitsland ingezet en gehandeld conform de binnen Navo afgesproken procedures. Deze inzet was tijdig en adequaat.

8. Op welke wijze zijn de contacten na afloop van de onderschepping met de betreffende autoriteiten verlopen?

Conform de geldende procedures heeft de dienstdoende officier van het Nederlandse gevechtsleidingsstation te Nieuw Milligen het Defensie Operatie Centrum (DOC) op de hoogte gehouden tijdens de inzet van de F-16s en heeft hij na afloop van de onderschepping een incident rapport opgemaakt dat aan het CAOC van de Navo en aan het DOC is aangeboden. Overigens betrof dit géénonderschepping onder nationale aansturing van de minister van Justitie, waarop de kaders voor het verlenen van militaire bijstand op grond van de Politiewet 1993 van toepassing zijn.

Nieuws Nieuwsberichten