CDA

CDA
18-11-04
Van der Linden: voorstander van monitoring Turkije tijdens toetredingsonderhandelingen
Zelden is een voorzitterschap met zoveel problemen tegelijk geconfronteerd, aldus senator Rene van der Linden, tijdens de behandeling van de Staat van de Unie, in de Eerste Kamer op dinsdag 9 november.

Het valt samen met een buitengewoon moeilijke periode in de Europese Unie. De overgang van de oude naar de nieuwe Commissie, de uitbreiding van 15 naar 25 leden, een overwegend vernieuwd Europees Parlement en een botsing tussen Europees Parlement en boogde Commissie. Dat laatste probleem lijkt nu spoedig tot het verleden te behoren. In het gevecht tussen het europees Parlement en de commissie wreekt zich de wijze waarop de voorzitter van de Commissie wordt benoemd door de Raad en de individuele leden door de lidstaten worden aangeleverd. Het is uitgegroeid tot een strijd om de macht van het Europees Parlement ten opzichte van de Commissie en meer nog de Raad. Het Europees Parlement heeft zijn politieke positie versterkt en dat moet ook gezien worden als een signaal aan de Raad om kandidaten scherper te selecteren. Terecht hebben de leden van het Europees Parlement zich niet door de eigen regeringsleiders in het gelid laten zetten. Ik betwijfel of het de positie van de voorzitter van de Commissie uiteindelijk zal versterken. Dit zal mede afhangen van het optreden van de Commissie als geheel en de individuele leden ervan.

Nabuurschapsbeleid

Over het nabuurschapsbeleid merkte Van der Linden op: Het is duidelijk dat het nabuurschapsbeleid in politiek opzicht van zeer groot belang is voor de Europese Unie. Met dit beleid trekt de Europese Unie duidelijke grenzen tussen landen die in de voorzienbare toekomst lid kunnen worden en landen die daar niet voor in aanmerking komen. () Het betreft een zeer heterogene groep waarop onderscheiden instrumentaria van toepassing zijn. De Europese Commissie maakt in haar eigen berichten uitgebreid gebruik van de rapportage van de verschillende monitoringsmechanisme en van de expertise die binnen de Raad van Europa aanwezig is. Dit geldt voor zowel de kandidaat-lidstaten als de nabuurschapslanden. Meer en betere samenwerking met de Raad van Europa, die een geĂŻnstitutionaliseerde structuur heeft met een uniek samengestelde parlementaire assemblee en langjarige ervaring op het punt van democratie, rechtsstaat en mensenrechten, zal ook het EU-nabuurschapsbeleid een hechtere politieke verankering geven. De erkenning van de Raad van Europa als politieke partner, de toetreding van de EU tot het EVRM [Europees Verdrag van de Rechten van de Mens, red.] en een nauwere samenwerking tussen het EP en de Assemblee van de Raad van Europa, waaraan gewerkt wordt, zouden een belangrijke stap vooruit zijn in de architectuur van Europa waarbij nieuwe, dure structuren worden voorkomen.

Turkije

Senator van der Linden maakte een groot compliment aan het adres van de Turkse regering voor haar inspaningen en de vooruitgang die zij daarbij heeft geboekt. Van der Linden: Dit had niemand verwacht en deze vooruitgang kent eigenlijk zijn weerga niet. Turkije staat voor een gigantisch veranderingsproces, ook in mentaal opzicht. Wij willen ons constructief en kritisch opstellen, streng maar rechtvaardig. Dat wil zeggen: geen compromissen bij het doorvoeren en het toepassen van de Kopenhagencriteria. In de praktijk en in mentaal opzicht heeft Turkije nog een lange weg te gaan. Wij stemmen graag in met de introductie van een nieuw toetredingsinstrument door de Europese Commissie, te weten monitoring van voortgang van dit proces met eventuele opschortende werking. Dit is overigens iets waarmee de Raad van Europa al jaren ervaring heeft. Bij de start van de onderhandelingen dienen de politieke criteria, in combinatie met de monitoring onderdeel van het proces uit te maken. De CDA-fractie kan instemmen met het besluit tot het starten van de toetredingsonderhandelingen met Turkije in onder de voorwaarde dat kwesties als martelingen, vrijheid van godsdienst, opleiding en het stichten van kerken op de agenda blijven en dat op die punten concrete vooruitgang wordt geboekt."