Technologie Stichting STW

2 november 2004

MRI identificeert oorzaak zoutschade cultureel erfgoed

Niet alleen het graf van Willem van Oranje heeft er veel last van, ook het monument op de Dam en de Alhambra in Granada zijn danig aangetast. Zout kan in materialen met kleine poriën, zoals beton en mortel, veel schade veroorzaken. Doordat het zout kristallen vormt, ontstaat een druk die het omringende materiaal kan laten scheuren. Dit bewees Lourens Rijniers met MRI-opnamen van natte poreuze materialen. De natuurkundige promoveert op 18 november aan de TU Eindhoven op de resultaten van dit deels door Technologiestichting STW gefinancierde onderzoek.

Met kernspinresonantie, bekend uit het ziekenhuis als MRI, bestudeerde Rijniers de zoutkristallisatie in modelsystemen. Het modelsysteem was een vereenvoudigd poreus materiaal waarin de poriën allemaal even groot zijn. In dit materiaal kon Rijniers voor het eerst experimenteel aantonen dat door kristallisatie van zouten een druk ontstaat die zo groot is dat het materiaal erdoor kan beschadigen.

De technisch natuurkundige schatte welke omstandigheden schade kunnen veroorzaken. Zoutschade varieert van witte plekken op metselwerk en betonrot tot erosie van gesteente en scheurvorming in beelden. Voor materialen met kleine poriën, zoals beton, mortel en kalkzandsteen, bleek kristallisatie inderdaad tot schade te leiden. Voor materialen met alleen grote poriën, zoals bijvoorbeeld baksteen, blijkt dit schademechanisme echter geen effect te hebben. Hoe in deze materialen schade ontstaat, is nog niet duidelijk.

Rijniers maakte het modelmateriaal nat met oplossingen van soda en natriumsulfaat en bestudeerde met een MRI-scanner hoe de kristallisatie verliep. Uit hoeveel zout er oplost per volume water in de poriën wist hij de druk in de porie te achterhalen. Met theoretische modellen onderbouwde de promovendus hoe de druk in de poriën ontstaat tijdens het kristallisatieproces.

Zoutkristallisatie is een belangrijke oorzaak van schade aan bouwmaterialen en gesteenten. Hoewel het duidelijk is dat zout uit bijvoorbeeld zeewater en de omgeving verantwoordelijk is voor het ontstaan van schade, is het mechanisme waardoor schade ontstaat nog niet begrepen. Hoe beter het begrip van dit mechanisme, hoe beter eventuele schade voorkomen kan worden.

Promovendus Lourens Rijniers onderzocht de oorzaak van zoutschade, zoals de schade die aan de onderkant van dit beeld te zien is.

Dit promotieonderzoek is gefinancierd door Technologiestichting STW, het Prioriteiten Programma Materialenonderzoek (PPM) en het KennisCentrum Building and Systems TU/e-TNO (KCBS).

Meer informatie: ir. Lourens Rijniers, t: +31 (0)40 247 32 31, l.a.rijniers@tue.nl of prof. dr. ir. Klaas Kopinga, t: +31 (0)40 247 43 04, k.kopinga@tue.nl promotie 18 november, promotoren prof. dr. ir. Klaas Kopinga en prof. dr. Andrew Putnis.
---

TOP Laatste wijziging: 01-11-2004 Reacties naar: webmaster@stw.nl