Nieuws
18 nov 2004 - VVD-inbreng bij debat over duurzaam
ondernemen
Op woensdag 17 november had in de Tweede Kamer het Algemeen Overleg
plaats over duurzaam ondernemen. Hieronder vindt u de inbreng van
VVD-woordvoerder Paul de Krom.
In de vorige overleggen over dit onderwerp heb ik mijn visie op Duurzaam
Ondernemen al gegeven. Dat ga ik niet overdoen. Ik prijs de
Staatssecretaris oprecht voor het enthousiasme waarmee zij duurzaam
ondernemen promoot. Zoals zij weet geloof ook ik dat het in het belang
van veel bedrijven zélf is om duurzaam ondernemen in het hart van
bedrijfsstrategie te plaatsen. Ik heb ook de tekst van de speech gelezen
die zij bij de Conferentie in Maastricht heeft uitgesproken. Ik kan mij
daar in vinden en heb er niet veel aan toe te voegen.
Toch blijft er een zweem van vaagheid rond dit onderwerp hangen. Voor
grote bedrijven niet. Daar hebben ze speciale mensen die zich hiermee
bezig houden. Maar kom een kleine ondernemer die zijn hoofd boven water
probeert te houden hier maar eens mee aan. Tien tegen één dat hij zegt;
'hebben jullie niets anders te doen in den Haag?' Maar heeft hij wel eens
gedacht aan het bedrijf dat duurdere flat-screens kocht maar daarmee
tegelijk veel energie bespaarde en dus kosten? Of het bedrijf dat
investeerde in milieu-maatregelen en daarmee zijn energie-gebruik met 28%
verminderde en het watergebruik met 45%? Zo zijn er nog veel meer
voorbeelden. Dit kun je duurzaam ondernemen noemen, maar het is gewoon
gezond ondernemersverstand, gewoon ondernemerschap. In dit soort taal
moeten wij er ook over spreken. Dan is het opeens een stuk minder vaag.
Hier moet het Kenniscentrum een rol gaan vervullen in voorlichting en
kennisoverdracht. Mij is nog steeds niet duidelijk wanneer we kunnen
zeggen dat het Kenniscentrum een succes is. Kan de Staatssecretaris dat
nu eens klip en klaar schetsen? En hoe gaat zij voorkomen dat het
Kenniscentrum als gesubsidieerd instituut gaat concurreren met
commerciële adviesbedrijven die in de markt hun diensten op dit terrein
al aanbieden? Het Kenniscentrum moet eindig zijn. Het moet op een gegeven
moment stoppen of zijn eigen broek in de markt ophouden. Ik neem aan dat
de subsidies jaarlijks worden afgebouwd en dat de Kamer een jaarlijks
rapport over de activiteiten en resultaten ontvangt? Graag een
verduidelijking over de strategie.
In het rapport 'Transparantiebenchmark' zegt de Staatssecretaris dat zij
duurzaam ondernemen uit de sfeer van vrijblijvendheid wil halen. En
bedrijven die niet voldoende meedoen krijgen een brief en ook nog een
persoonlijk telefoontje van de Staatssecretaris. Zij bedoelt hiermee toch
niet serieus te zeggen dat zij weer nieuwe regeltjes gaat maken waaraan
bedrijven moeten voldoen? Ik kan haar voorbeelden geven van jaarverslagen
die door bedrijven worden gemaakt maar door niemand worden opgevraagd.
Als duurzaam ondernemen inderdaad goed is voor bedrijven zelf, hoeft dit
niet bij wetgeving te worden afgedwongen. De VVD vindt dit in ieder geval
niet nodig. Sterker: het staat volstrekt haaks op het Kabinetsbeleid om
de administratieve lastendruk te verminderen. Ik zou dus willen zeggen:
wees enthousiast, stimuleer en faciliteer, maar laat de
verantwoordelijkheid daar waar die thuishoort: bij de bedrijven zelf.
De Staatssecretaris kondigt verder aan dat Economische Zaken een
duurzaamheidsverslag zal uitbrengen. Kan zij mij aangeven wie daarom
heeft gevraagd? Of wordt dit weer zo'n glossy folder waarover iedereen
zijn waardering uitspreekt en dat vervolgens in een la verdwijnt? De VVD
fractie heeft daaraan geen behoefte.
Ik begrijp overigens wél dat de Staatssecretaris popelt om ook zelf het
goede voorbeeld te geven. En wat mij betreft kan dat ook, maar niet via
glossy folders. De Staatssecretaris kan een hele essentiële rol vervullen
om duurzaam ondernemen te stimuleren. Om te beginnen door ervoor te
zorgen dat ondernemers kúnnen ondernemen en winst te maken. Want daar
zijn ze voor. Geen duurzaam ondernemen zonder een gezonde onderneming. Ik
hoef haar er slechts aan te herinneren dat de bedrijfsinvesteringen de
afgelopen 3 jaar fors zijn gekrompen, dat de economische groei in
Nederland achterblijft bij het Europees gemiddelde, dat de werkloosheid
veel sterker is gestegen dan in de rest van Europa, het BBP veel minder
groeit dan in andere landen en in 2003 29% méér bedrijven failliet gingen
dan in 2002. Winkels gaan dicht in achterstandswijken waardoor het
welzijnsniveau nog verder daalt. Het starten van een bedrijf in Nederland
is vaak moeilijk door de ellenlange vergunningprocedures. De veiligheid
van winkels en het personeel staat onder druk. Het permanent in dienst
nemen van personeel wordt bemoeilijkt door inflexibele bepalingen in het
arbeidsrecht. En zo kan ik nog wel even doorgaan. Hoe maatschappelijk
verantwoord is dit alles eigenlijk?
Als de Staatssecretaris een maatschappelijk verantwoorde bijdrage wil
leveren dan moeten zij en haar Kabinet deze maatschappelijk zeer
ongewenste trends ombuigen. Gezonde bedrijven zijn de kurk waar Nederland
op drijft. Ik heb liever dat zij dáár al haar energie aan besteed dan aan
het maken van een glossy folder. Dan help je Nederland pas écht verder.
18 november 2004
VVD