Nieuws
18 nov 2004 - Inbreng Paul de Krom bij debat
over Telecom en Energie
Op 18 november 2004 had in de Tweede Kamer het debat plaats over Telecom
en Energie. Hieronder treft u de inbreng van VVD-Tweede-Kamerlid Paul de
Krom.
Ik verwijs naar het verslag van de Raad voor Transport d.d. 10 juni.
Gesteld wordt tijdens het voorzitterschap nader te spreken over
voorzieningszekerheid voor petroleumproducten in Europees verband.
Wanneer en op welke wijze gaat dit gebeuren? In het licht van de lopende
discussie over de Nederlandse energiemarkt vraag ik de Minister welke
acties het Nederlands voorzitterschap gaat ondernemen voor het verder
vervolmaken van de Europese energiemarkt? Wat is al bereikt en wat
verwacht de Minister nog te bereiken? Wordt of is de
unbundlingsproblematiek nog specifiek geagendeerd? Hoe lopen de hazen in
Europa nu?
Mijn volgende opmerking gaat over het voorstel voor een richtlijn voor
het verhogen van de energie efficiëntie. De maatregel zal bijdragen aan
het voldoen aan de Kyoto-emissiereductiestreefwaarde alsmede aan het
realiseren van de voorzieningszekerheid en de verkleining van de
importafhankelijkheid. In het fiche plaatst de Regering terecht een
aantal kanttekeningen bij de voorgestelde Richtlijn.
Ik heb hierbij ook wat opmerkingen
1. We tuigen een in Europa een kerstboom van verschillende doelstellingen
op, met evenzoveel ondersteunende subsidieregelingen. CO2 doelstellingen,
duurzame energie- en duurzame electriciteitsdoelstellingen en nu
energiebesparings doelstellingen. Dit leidt tot onduidelijkheid,
inconsistentie en beperking om nationaal de optimale beleidsmix te
bereiken. Wat is het oordeel van de Minister hierover?
2. De VVD fractie wil ondubbelzinnig duidelijkheid over de consequenties
van deze maatregel, mocht die onverhoopt toch worden aangenomen. Kan de
Minister die meer gedetailleerd schetsen? Zal het gevolg hiervan zijn dat
we weer een nieuw subsidiecircus gaan optuigen?
3. Emissiehandel, mits doeltreffend, is als het goed werkt ook een
prikkel zijn tot energie-efficiënte. Waarom wordt deze maatregel dan toch
nodig geacht? Volgens mij is dit dubbelop.
4. Ik stel dezelfde vraag als die ik recent heb gesteld over de
doelstelling van de MEP-regeling. Is het doel nu CO2 besparing of de
vermindering van de afhankelijkheid van olie-kolen en/of gas? En als CO2
besparing doel is, is energiebesparing dan het meest efficiënt? Maar als
de invulling van de CO2 doelstelling aan de landen zelf wordt
overgelaten, dan kan de doelstelling van de regeling toch niet stiekem
een aanvullende doelstelling zijn om CO2 te besparen?
De Regering concludeert in het fiche dan ook terecht dat de voorgestelde
maatregel zich niet verdraagt met het subsidiariteitsbeginsel. De
Regering stelt vervolgens dat "Kyoto' het primaire doel is en lidstaten
zélf de beleidsmix moeten kunnen kiezen die het meest effectief is gelet
op hún specifieke situatie. Dus tóch Kyoto als doelstelling? Wederom
verwarring.
Het interessante is overigens dat, nu de Regering op basis van de
redenering dat landen zelf hun beleidsmix moeten kunnen bepalen om Kyoto
te halen de voorgestelde maatregel afwijst, eerder wél akkoord is gegaan
met duurzame energie- en electriciteitsdoelstellingen. Zou daar niet
dezelfde redenering moeten hebben gegolden als de Regering nu hier
hanteert? Kan de Regering dit verschil in benadering motiveren? Zouden
wij niet eigenlijk maar één aanvullende doelstelling naast die van Kyoto
moeten hebben, namelijk vermindering van de afhankelijkheid van
olie-kolen en gas? Dat zou de inzet van de beleidsmix aanzienlijk
vergroten. Effect daarvan zou ook zijn dat de uitstoot van CO2 afneemt.
Zou zo'n benadering niet veel logischer, consistenter en simpeler zijn?
Dan zouden wij pas écht nationaal kunnen bepalen welke beleidsmix wij
kiezen, zoals de Regering terecht als wenselijk beargumenteert. Wat vindt
de Minister daarvan? Zou hij dit in Europa willen aankaarten?
Ik concludeer dat het met deze maatregel verder de verkeerde kant
uitgaat. Ook hier dreigt weer een onduidelijke doelstelling te worden
geformuleerd, waarvan de consequenties niet duidelijk zijn. De VVD
fractie kan hier niet mee instemmen. Ik wil eerst een fundamentele
discussie over de doelstellingen en de daaronder liggende instrumenten
voordat met nieuwe doelstellingen wordt ingestemd. We hebben afgesproken
dat de evaluatie van de MEP volgend jaar daarvoor een ideale gelegenheid
is.
De Regering wijst de voorgestelde maatregel af. Kan de Minister een
inschatting geven van de politieke situatie hieromtrent? Hoe groot is de
kans dat dit tóch wordt aangenomen? Wat gaat de Minister doen om dit te
voorkomen?
18 november 2004
VVD