Toespraak van de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
Clémence Ross Van Dorp, bij het in ontvangst nemen van de branchenorm
voor verpleging en verzorging van Arcares.
Ik wil hier mijn lof uitspreken voor het initiatief dat de branchevereniging
Arcares heeft genomen. Het geeft aan dat de aanbieders de verzorging- en
verpleeghuizen - zich zeer bewust zijn van hun eigen verantwoordelijkheid als
het gaat om kwaliteit van de geleverde zorg. Zij hebben de handschoen
opgepakt en zijn zelf aan de slag gegaan met het maken van criteria waaraan zij
vinden dat ze zélf moeten voldoen.
Het spreekt mij zeer aan dat zij daarbij uitgaan van de cliënt. Dat is immers de
gebruiker van de zorg waarom het allemaal draait. Wensen over persoonlijke
verzorging vastleggen in een zorgdossier waarover cliënt en de verzorgende het
eens zijn, zal veel duidelijkheid geven voor beide partijen. Ook streefnormen over
leefomstandigheden, de sociale en mentale context worden wat mij betreft
geëxpliciteerd.
Ik wil daarbij wel aantekenen dat er geen nieuwe hoge eisen aan instellingen
worden gesteld. Wat u als brancheorganisatie doet, is opschrijven wat wij met
zijn allen heel normaal vinden: namelijk dat verzorging- en verpleeghuizen
verantwoorde zorg leveren voor het budget dat daarvoor staat. Vele leden van
Arcares laten dagelijks zien dat dat heel goed mogelijk is.
Daarom is het een goede zaak dat de branche zich gaat inspannen zodat
instellingen meer van elkaar kunnen leren, via bijvoorbeeld websites met best
practices. Het hoeft niet zo te zijn dat iedereen opnieuw het wiel uitvindt. Ik
hoop alleen wel dat de durf van instellingen om ruchtbaarheid te geven aan
bereikte verbeteringen uitgaat boven de vrees voor concurrentie.
Ook is het goed dat de branche zich voorneemt periodiek te meten wat de
vorderingen van de instellingen zijn en daarover volledige openbaarheid wil
nastreven. Ik zie voor me dat zowel de cliënten/gebruikers, als de professionals,
de inspectie en de verzekeraars straks volledig inzicht kunnen hebben hoe er in
de sector wordt gewerkt, wat er wordt gepresteerd en welke kwaliteit wordt
geleverd.
Er wordt een grote stap gezet als dit initiatief ertoe kan leiden dat iedereen
straks dezelfde taal spreekt als het gaat over kwaliteit in de zorg. Ik ben
benieuwd naar de reactie van de overige partijen in het veld zoals de
cliëntorganisaties, de verzekeraars en de beroepsorganisaties. Zelf zal ik mij met
de Inspectie van de Gezondheidszorg verstaan om te kijken of dit de taal kan
zijn om tot een goed oordeel over de professionele kwaliteit van de zorg te
komen.
Eenheid van taal is nodig om iedereen zijn rol te kunnen laten spelen. De sector
biedt met de criteria en de beoogde openbaarheid zorgverzekeraars de
mogelijkheid in de toekomst meer rekening te houden met kwaliteit. Zij krijgen
hiermee een instrument aangereikt om binnen de maximale tarieven die in de
zorg worden gehanteerd, met de aanbieders te onderhandelen.
Kortom een goede stap voorwaarts na de incidenten met pyamadagen,
berichten over fixeren van demente ouderen en een kritisch inspectierapport.
Wat mij betreft geeft deze aanzet van de sector om te komen dat een
branchenorm voor verantwoorde zorg aan, dat het met het gevoel van
verantwoordelijkheid voor kwaliteit goed zit in de sector van verzorging- en
verpleeghuizen: dat zij de kwaliteit van leven van hun cliënten als leidraad in hun
werk nemen.
---- --
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport